4.3 Ijsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta Flashcards

1
Q

Wat is de afsluitdijk, en wat is daar de functie van?

A

De afsluitdijk is een 30km lange stuw die van Friesland naar Den Oever rijkt. De dijk scheidt het buitendijkse deel, de waddenzee, van het binnendijkse deel: het Ijsselmeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was het (uitgevoerde) plan van Cornelis Lely?

A

Zijn plan was om de overstromingen te stoppen. Onderdelen hiervan zijn: de afsluitdijk, vier polders ontwikkelen, de afwatering van de omringende gebieden verbeteren en een groot zoetwaterbekken creëren (het Ijsselmeer).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar wordt het Ijsselmeer door gevoed?

A

Door de Ijssel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt het water vanuit de Ijssel doorgevoerd?

A

Door de stuwen in de afsluitdijk open te zetten, zo stroomt het overtollige water vanzelf in de waddenzee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was de reden voor het Deltaplan?

A

De watersnoodramp in 1953. De dijken braken door en grote delen van Zuid-West Nederland kwamen onder water te liggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het Deltaplan?

A

De zeearmen tussen de Nieuwe Waterweg en de Westerschelde werden afgesloten en de stormvloedkering van de Oosterschelde werd in gebruik genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt de Zuidwestelijke Delta beschermd?

A

Door middel van primaire en secundaire dammen. De primaire dammen liggen direct aan zee, in de vorm van onder andere waterkeringen, en de secundaire dammen verder landinwaarts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het gevolg van alle gebouwde dijken?

A

Kustlijnverkorting. De waterkeringen en dammen op zee hebben de dijken aan land vervangen. De gebieden zijn nu een stuk beter beschermd tegen overstromingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is het gevaar van overstromingen nog niet opgelost?

A

Door het versterkte broeikaseffect en bodemdaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is bodemdaling? Waardoor word het veroorzaakt?

A

Een gevolg van een natuurlijk en menselijk proces. Nederland zakt van nature steeds verder omlaag, dat versterkt wordt door de mens. Dit komt doordat de mens het waterniveau blijft aanpassen, en daardoor de grond nog meer zakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het gevolg van het versterkte broeikaseffect?

A

Dat de zeespiegel stijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe noem je het gevolg van de combinatie van bodemdaling en het broeikaseffect?

A

Relatieve zeespiegelstijging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoezo zijn de maatregelen die we hebben genomen niet genoeg?

A

Omdat bij een ongelukkige combinatie van een hoog springtij, een noordwesterstorm en veel neerslag (gevolg= piekafvoer) het land alsnog kan overstromen. Het water in zee spuien kan niet, want daarvoor staat het waterpeil dan te hoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly