4.5 Flashcards
0
Q
fraus
A
fraudis vrouwelijk
bedrog
1
Q
concordia
A
concordiae vrouwelijk
eendracht
2
Q
invitus
A
invita, invitum
tegen mijn zin, tegen jouw zin,…
3
Q
habitare
A
habito
wonen
4
Q
iurare
A
iuro
zweren
5
Q
fateri
A
fateor
(fassus sum)
bekennen
6
Q
nocēre
A
noceo +DAT.
schaden