4) De Amerikaanse Revolutie Flashcards

1
Q

Hoe kwam de verlichting ook in de kolonies van Engeland?

A

Door contacten net Europeanen kwamen ze in contact met de verlichte ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor kwam er groeiend verzet? Wat ontstonden er daardoor?

A

Onvrede over gebrek aan inspraak - > committees of correspondence (schaduwregeringen).
- Schaduwregeringen = informele groepen die buiten de reguliere overheidssturcturen opereren en invloed uitoefenen op besluitvorming en beleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

No taxation without representation

A

Mensen willen alleen belasting betalen als ze inspraak hebben/krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Amerikanen verklaarden onafhankelijkheidsverklaring ->

A

Toen kwam er oorlog (Amerikanen tegen de Britten). De kolonisten kregen steun van Frankrijk en Spanje (want vijanden van Engeland, zo kon Engeland verzwakt worden). De Amerikanen wonnen uiteindelijk de oorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nieuwe republiek

A

Kolonisten richtten nieuwe staat: de Verenigde Staten van Amerika.
-> Nieuwe staat op basis van Verlichte ideeën: federale overheid, grondwet gebasseerd op gelijke rechten voor alle burgers en op drie gescheiden staatsmacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Trias politica: wie doet wat?

A
  • Rechterlijke macht: rechters kunnen wetten aanpassen. Je stopt met dit zijn als je dood gaat.
  • Uitvoerende macht: president: gaat om kiesmannen.
  • Wetgevende macht: congres -> senaat (elke staat even machtig) en Huis van Afgevaardigden (meerdere leden, per staat evenveel).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe was de gelijkheid en vrijheid echt in Amerika?

A

Gelijkheid: niet voor iedereen in Amerika, want er waren nog steeds slaven.

Vrijheid: groot goed, inheemse stammen werden weggejaagd of uitgeroeid, zodat er plaats was voor Europese kolonisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was de onenigheid tussen staten:

A
  • Noord: richtte zich meer op de ontwikkeling van de industriële economie. Niet handig om slaven te houden, want zij krijgen geen loon geven dus geen geld uit wat slecht is voor de economie.
  • Zuid: plantages waren groot belang voor economie. Het hebben van plantages is lonend.

Dit is Civil War: noordelijke staten wonnen en konden dus hun wil opleggen aan het zuiden.
- Gedwongen afschaffing van de slavernij in alle staten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly