4. communicatie met bijzondere doelgroepen Flashcards
klassieke conditionering =
= een voorheen neutrale tandheelkundige stimulus
NS) wordt associatief gekoppeld aan een aversieve ongeconditioneerde stimulus (UCS; vaak pijn
generelisatie =
de angst kan zich uitbreiden naar andere stimuli (vb witte jas, tandartsstoel, geur behandelkamer)
angst is vaak resultaat v leergeschiedenis. Leergeschiedenis =
ervaring het verleden die tot angst heeft geleid
modeling =
model-leren
bv kinderen die zien dat hun ouders bang zijn, nare verhalen, media etc
operante conditionering =
= eenmaal aangeleerde angst wordt vaak in stand gehouden door vermijding
= vermijdingsgedrag -> reductie v angst -> directe beloning -> in stand houden v vermijdingsgedrag en dus ook v angst
= belang v doorbreken v vermijding! hoge contactfrequentie bij angstige patienten -> gewenning-> angstreductie
vroeg beginnen met ta-bezoek :
= kinderen van jongs af aan meenemen naar TA
- > opletten met ouders die angst hebben (cfr modeling)
- > ervaren dat Ta-bezoek niet vervelend hoeft te zijn
enkelvoudige angst =
= specifieke angst
= mensen hebben een angst voor een specifieke situatie, voor werp of persoon
wat te doen bij enkelvoudige angst?
- angststimuli goed bevragen
2. exposurebehandeling: stapsgewijze blootstelling aan stimuli waar pat bang voor is
psychiatrische comorbiditeit =
het bij een persoon vóórkomen van meer dan één stoornis in een bepaalde tijd
-> als onderdeel v angstproblematiek? = doorverwijzen
communicatie bij angst = (6)
- respectvolle en oordeelsvrije bejegening
- erkenning vd angst dor behandelaar
- begrip tonen door gevoelsreflecties te parafraseren
- tijd nemen om angststimuli te bevragen
- wanneer en hoe is angst ontstaan? reactie v anderen? gevolgen?
- samen naar oplossingen zoeken
angstreducerende behandeling =
- angstwekkende stimuli en reacties inventariseren
- angstreducerende beh: stapsgewijs aanbieden v CS (vb boorgeluid) zonder dat UCS optreden (bv pijn)
- stopteken met pat afspreken
- negatieve denkpatronen corrigeren met correcte informatie (en door pat positievere scenario’s laten bedenken)
- > complimenten bij kleine stapjes voorwaarts
monitors =
= verhogen v gevoel v controle en grip op situatie/behandeling
-> door procedure goed af te spreken met patient
blunters =
sommige patienten willen liever geen extra informatie en doen liever ogen dicht
hoe behandeling voorspelbaar maken? (3)
- handelingen vooraf verbaal introduceren
- stopteken afspreken
- starten met deel v behandeling dat minst angst uitlokt
(4. evt vooraf angsthierarchie v pat opstellen)
kokhalsreflex =
= geen uiting v tandartsangst, wel associatie
- conditionering aan de basis (cfr ta-angst)
oorzaken kokhalsreflex =
- geen duidelijke oorzaak, altijd al sterke reflex
- kokhalsprobleem na akelige gebeurtenis
- kokhalzen als onderdeel v onderliggende psychologie (bv braakfobie)
aanpak kokhalsreflex
- veiligheid (inzicht in factoren, rustige gesprekssituatie, vertrouwelijkheid)
- > uitlokkende stimuli bevragen + gevoelsreflecties - normaliseren (kan vaak worden teruggedrongen/ onder controle gebracht)
- technieken
technieken kokhalsreflex =
- door neus ademen en goede buikademhaling
- hoofd, hals en schouders ontspannen
- afleiden met andere taak
- 2 technieken: adem inhouden en doorademen
def pijn =
onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselschade of die wordt beschreven in termen v/e dergelijke beschadiging
acute pijn =
gevolg v verwonding, gaat over bij weefselherstel
chronische pijn =
veel langer dan enkele dagen, vaak geen weefselschade (meer)
TMD =
temporomandibulaire disfuncties
waarom biopsychosociale benadering bij chronische orofaciale pijn/ TMD/ bruxisme?
ivm mogelijke rol van stress, disbalans tussen draaglast en draagkracht