3. slechtnieuwsgesprek en conflict Flashcards
definitie slechtnieuwsgesprek (rozenzweig, 2012) =
elke informatie die het toekomstperspectief vd patient op een negatieve wijze beïnvloedt
(niet te voorspellen welke info door patienten als slecht nieuws zal worden ervaren)
kenmerken slechtnieuwsgesprek
- booschap zonder onderhandelingsmogelijkheid (verlies, medische fout, kosten/ duur v behandeling)
- niet te voorspellen welke info door patienten als slecht nieuws zal worden ervaren
- impact afhankelijk vd kloof tussen verwachtingen en realiteit
wat is het verband vh belang om naar verwachtingen te vragen bij de anamnese en een slechtnieuwsgesprek?
de impact v/e slechtnieuwsgesprek is afhankelijk van de kloof tussen verwachtingen vd patient en de realiteit
stijlen bij het brengen v slecht nieuws = (3)
- directe stijl (binnen 30s)
- voorbereidende stijl (eerst bevraging patient)
- uitstellende stijl (draait rond de pot)
directe stijl SN-gesprek
= SN zonder omwegen binnen 30 seconden
voorbereidende stijl SN-gesprek =
eerst bevragen wat patiënt al weet en hoe hij SN wil ontvangen
uitstellende stijl SN-gesprek =
= de behandelaar laat het SN immpliciet en ‘draait rond de pot’
strategieën bij het brengen v slecht nieuws (4)
- indirecte strategie
- directe strategie
- comfortstrategie
- empowermentstrategie
welke strategieën worden er meestal toegepast bij een SN-gesprek?
directe strategie + comfortstrategie
indirecte strategie SN-gesprek =
onderwerp wordt vermeden, weinig info, impliciete taal
directe strategie SN-gesprek =
eerlijk, recht door zee, begrijpen van elkaars standpunten
comfortstrategie SN-gesprek =
emotionele stressreactie verminderen door verbale en non-verbale communicatie.
-> boodschap niet minimaliseren!!
empowermentstrategie SN-gesprek =
patiënt indien mogelijk keuzes geven om zijn controle over de situatie te vergroten
(nabrengen v SN)
wat vinden patiënten belangrijk bij het brengen v slecht nieuws? (4)
- empathie
- goede informatie
- uitleg over prognose en behandelopties
- gelegenheid tot vragen stellen
(maar indiv. verschillen)
structuur vh SN-gesprek (5)
- voorbereiden
- duidelijke boodschap
- ruimte voor emoties
- uitwerken boodschap
- plannen en afronden
voorbereiden SN-gesprek = (4)
- tijd
- omgeving (privacy, tel..)
- dossier kennen
- patient evt iemand mee laten brengen
duidelijke boodschap SN-gesprek = (5)
- korte intro
- wat weet de pat al? ervaring?
- hoeveel wil pat weten?
- wees duidelijk over ernst, over wat je wel/niet weet
- geen jargon
ruimte voor emoties bij SN-gesprek (4)
- empathie
- hanteer stilte, non-verbale communicatie
- accepteer verschillende coping stijlen
- gevoelsreflecties
uitwerken vd boodschap SN-gesprek = (4)
- verteerbare stukjes info
- uitwerking vd boodschap (correcte info!)
- nagaan of patient de info begrepen heeft
- uitzicht op toekomst: realistische hoop
plannen en afronden v/e SN-gesprek = (4)
- vervolgstrategie; samen opties afwegen
- acceptatie en coping
- organiseren v follow-up gesprek
- info meegeven