3.8 Erfelijkheidsonderzoek Flashcards

1
Q

erfelijke ziekten

A

die genen voor zo’n ziekte zijn meestal recessief iemand die heterozygoot voor erfelijke ziekte is, is vaak niet ziek. hij heeft echter wel het gen waarmee hij de ziekte door kan geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de drager

A

als hij een gen heeft van een erfelijke ziekte maar zelf niet ziek is maar het wel door kan doorgeven aan zijn kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de kans op een erfelijke ziekte

A

als vader en moeder drager zijn van een erfelijke ziekte dan is er 25% kans dat hun kind het ook heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

genetisch advies

A

een erfelijkheidsonderzoeker onderzoekt dan hoe graat de kans is dat je kinderen krijgt met een erfelijke ziekte of afwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

soorten erfelijkheidsonderzoeken

A

echoscopie, vlokkentest of een vruchtwaterpunctie dit heet een prenataal onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

echoscopie

A

er wordt met een echoscoop gekeken naar de groei en de ligging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

echoscoop

A

dit apparaat zendt een geluid uit dat zo hoog is dat je het niet kan horen dit geluid wordt door het lichaam terug gekaatst en weer door de echoscoop ontvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vlokkentest

A

vanaf de 8ste week zwangerschap kan een vlokkentest gedaan worden hierbij wordt een klein beetje weefsel uit de placenta gehaald
(zie afbeelding 41)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vruchtwaterpunctie

A

via de buikwand en de wand van de baarmoeder wordt wat vruchtwater weggezogen(zie afbeelding 43)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly