3.7 Mutaties Flashcards

1
Q

Mutatie

A

Een plotselinge verandering van het genotype.
Bij een gewone celdeling wordt het genotype van de moedercel doorgegeven aan de dochtercellen. Het genotype verandert niet tijdens de celdeling. Maar soms gaat er iets mis en raakt een chromosoom beschadigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat als mutatie in lichaamscel plaatsvindt?

A

Mutaties kunnen in elke cel plaatsvinden.
Meestal heeft mutaties geen gevolgen, als er in een lichaamscel mutatie plaatsvindt verandert het genotype in de andere lichaamscellen niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer verandert het genotype in een cel wel?

A

Als een gemuteerd gen in een geslachtscel voorkomt kan dit gevolgen hebben. Als deze geslachtscel bij bevruchting met een andere geslachtscel versmelt komt het gemuteerde gen terecht in de bevruchte eicel.
Uit de bevruchte eicel ontwikkelt zich een nakomeling die ik elke lichaamscel het gemuteerde gen heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer kunnen mutaties grote gevolgen hebben?

A

Als ze plaatsvinden tijdens de ontwikkeling van een embryo. Een cel van een embryo met een gemuteerde gen deel zich heel vaak. Uit die cel ontstaat een groot aantal lichaamscellen die allemaal het gemuteerde gen bezitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een mutant?

A

Een individu van wie een gemuteerd gen in het fenotype tot uitdrukking komt heet een mutant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem een voorbeeld van een mutant

A

Een Albino
Bij een albino maakt het lichaam geen pigment, waardoor de kleur van de huis of vacht erg bleek is.
Albinisme komt voor bij mensen en bij dieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe vinden mutaties plaats?

A

Mutaties kunnen spontaan plaatsvinden maar dat gebeurt niet vaak.
Mutaties worden meestal veroorzaak door bepaalde soorten straling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke straling veroorzaak mutaties?

A

Radioactieve straling, röntgenstraling, ultraviolette straling.
Of door bepaalde chemische stoffen, zoals stoffen in sigarettenrook of asbest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe noem je die stralingen en chemische stoffen die mutaties veroorzaken?

A

mutagene invloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer ontstaat een gezwel (tumor)

A

Als cellen zich snel en ongeremd delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Goedaardig gezwel

A

Een goedaardig gezwel groeit langzaam en verstoort de bouw van de weefsels niet. Als het gezwel te groot wordt kan het operatief worden weggehaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kwaadaardig gezwel (kanker)

A

Bij kanker ontstaat ergens in het lichaam een kwaadaardig gezwel.
Zo’n gezwel is waarschijnlijk het gevolg van mutaties in de genen van een cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

goedaardig gezwel - kwaadaardig gezwel

A

In een kwaadaardig gezwel is het aantal nieuwe cellen groter dan het dan het aantal cellen dat afsterft Daardoor wordt een kwaadaardig gezwel steeds groter.

In goedaardig weefsel in het aantal nieuwe cellen net genoeg om de cellen die afsterven te vervangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Overlijden kankerpatiënten

A

De meeste kankerpatienten sterven aan uizaaiing ( metastase)
Cellen van het eerste gezwel zijn dan terechtgekomen in het bloed of in de lymfe. Deze cellen worden meegevoerd en komen in andere lichaamsdelen terecht. Daar kunnen ze zich opnieuw gaan delen. Er ontstaan dan nieuwe gezwellen op andere plaatsen in het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly