3.6C P1 Anatomy + SAM Flashcards
Parietale kwab, occipitale kwab
stereognosis
Letsel aan deel voor tastbare perceptie, dus tastbare perceptie is weg en je kan dingen niet meer benoemen. je kan objecten niet meer benoemen.
Letsel: postcentrale gyrus, PE/PF
afferente parase
verlies van kinetische feedback. feedback op beweging. Waardoor je onhandig gecoördineerde motoriek krijgt.
Letsel: postcentrale gyrus, PE/PF
stereognosis
objecten niet herkennen als je ze aanraakt
Letsel: rechts postcentrale gyrus, PE/PF
EB: stereo: je voelt stereo en zet met rechterkant aan.
simulatianeous extinction
persoon ziet object aan de neglect-kant, alleen als beide kanten van het lichaam worden gestimuleerd.
Letsel: rechts postcentrale gyrus, PE/PF
verdoofde aanraking
volledig verdoofde aanraking rechter kant van het lichaam. Voelt niets. Somatische gedeelte is kapot.
Letsel: Links postcentrale gyrus, PE/PF
EB: met verdoven begin je eerst links. Dus links letsel.
asomatognosie: bestaat uit 4 dingen
Anosognosie, anosdiaphoria, autopagnosia, asymbolie van pijn
Letsel: bilateraal, meestal rechts aan postcentrale gyrus, PE/PF
anosognosie
vorm van asomatognosie
onbewust of ontkenning van ziekte
Letsel” bilateraal, meestal rechts aan postcentrale gyrus, PE/PF
EB: als je eigen ziekte ontkent ben je een anus= anos
anosdiaphoria
vorm van asomatognosie
onverschilligheid voor ziekte
Symptomen komen niet overeen met aandoening.
Letsel” bilateraal, meestal rechts aan postcentrale gyrus, PE/PF
autopagnosia
vorm van asomatognosie
onvermogen om lichaamsdelen te lokaliseren, meestal bij vingers.
Letsel” bilateraal, meestal rechts aan postcentrale gyrus, PE/PF
EB: ‘auto’, normaal gaat het voelen van je vingers automatisch, maar nu niet.
asymbolie voor pijn
vorm van asomatognosie
voelt geen pijn.
Letsel” bilateraal, meestal rechts aan postcentrale gyrus, PE/PF
asomatognosie
verlies van kennis of gevoel van het eigen lichaam
EB: asomatognosia –> ‘ oma’ Als je oma bent dan voel je je eigen lichaam minder.
Balint’s syndrome
- Oculaire apraxie: ogen kunnen niet gefixeerd worden op 1 punt.
- Simultagnosia: Kan maar 1 object aandacht richten.
- Optische ataxie: gebrek aan grijpen onder visuele begeleiding.
Letsel: bilateraal letsel posterieur parietale kwab
DUS
je hebt maar aandacht voor 1 ding, maar kan niet je ogen erop fixeren en ook niet grijpen.
EB: ballint –> balen zeg
contralateraal neglect
Linkerkant wordt totaal genegeerd. Kan linkerarm niet bewegen, niet links natekenen en geen topografisch vermogen (ruimtelijke inzicht is in parietale kwab).
Letsel: rechts, schade intra-parietale suclus en angulaire gyrus
Herstel contralateraal neglect
- Allesthesia: persoon denkt dat objecten aan de neglect-kant, aan de goede kant staan. Dus lichaam denkt dat het aan de rechterkant bevind.
- Simultaneous extinction: persoon ziet object aan de neglect-kant, alleen als beide kanten van het lichaam worden gestimuleerd.
Gerstmann syndroom
- Vingeragnosie is als je je vingers niet kunt herkennen of benoemen.
- Rechts-links verwarring.
- Agrafie: kan niet schrijven.
- Acalculia: kan niet rekenen door ruimtelijk letsel
Letsel: linker parietale kwab. Lichtblauw, zijkant
Apraxia
- Ideomotorische apraxia: beweging en gebaren kunnen niet worden nagedaan.
- Idea… apraxia (Contructionele): ruimtelijke organisatie is verstoord. Vb. Puzzel, boomhut kan niet gemaakt worden.
Visuele agnosia: 2 vormen
onvermogen op objecten te herkennen of kopieren
2 vormen: vormagnosia en objectagnosia
vormagnosia
onderdeel van Visuele agnosia
als je geen lijntekening van objecten kan herkennen.
objectagnosia 2 vormen
onderdeel van Visuele agnosia
- Apperceptieve agnosia: onvermogen om perceptie van objecten te ontwikkelen. Mislukking van objectherkenning.
Letsel: bilateraal letsel occipitale kwab. - Associatieve agnosia: onvermogen om objecten te herkennen en identificeren. Een tekening kan wel gekopieerd worden en er is perceptie.
Alexie
onvermogen om te lezen
Letsel: links lingual gyrus occipital kwab
EB: Lezen, links, Lingual (allemaal L)
prosopagnosia
gezichten kunnen niet herkent worden
Letsel: fusiform gyrus (/Broddmann’s area)
visueel ruimtelijke agnosia
topografische desoriëntatie , kan zelf niet de weg vinden in bekende omgeving
ataxia
kan jezelf niet bewegen met visuele informatie naar items (alleen met voelen )
Letsel: bilateraal, want visie is aan beide kanten
EB: atack (aanval), kan je niet doen. Want je kan jezelf niet oriënteren in een ruimte door zicht, alleen door voelen.
scotoma
blinde vlek in Beeld
Letsel occipitale kwab
parietale cortex
verwerkt somatosensorische informatie (anterior) en visueel ruimtelijke informatie (posteriror)
dorsale stroom
Cips + PRR
PE, PF, PG
PE ontvangt somatosensorische informatie en stuurt deze naar PF en motorcortexen. PG ontvangt informatie voor complexe bewegingen.
paireto premotor pad
ventrale, ‘hoe’ pad
parieto prefrontal pad
verwerkt visueel ruimtelijk informatie werkgeheugen
parieto medial temporaal pad
pad direct naar midden van het brein (hippocampus) voor ruimtelijk navigeren
PRR
neurale berekeningen om toekomstige bewegingen soepel te laten verlopen (sensomotorische transformatie) wordt hier gedaan, planning van ledematen naar bepaalde locatie
Parietale kwab doet somatosensorische en visueel ruimtelijke begeleiding, maar er zijn nog 3 functies die parietale kwab ook een beetje doet.
- moeilijke rekensommen
- zinsleer
- bewegingsvolgorde
occipitale kwab
3 structuren
- calcarine suclus: verdeelt occipitale kwab in boven en onder
- lingual gyrus: herkent letters en woorden
- fusiform gyrus: gezichten en lichaamsanalyse
dorsal pathway
- waar
- occipitaal naar parietaal
- informatie over locatie en beweging
ventral pathway
- hoe
- van de occipitaal naar temporale kwab
- informatie van wat het is
Visueel veld: V1
is het eerste verwerkingsniveau. Krijgt de grootste input en projecteert dit naar andere visuele gebieden. Het gaat dus niet meer in volgorde van 3,4,5, maar het gaat projecteert naar alle andere gebieden met hun eigen functies. (=striate cortex)
Visueel veld: V2
beweging
Visueel veld: V3
perceptie van beweging
Visueel veld: V4
kleur (vorm)
Visueel veld: V5
beweging
Letsel V1
blind en onbewust van visuele input.
Complexe niveau’s werken nog wel, reageert op lichtflits
Letsel V3
perceptie van beweging. Maar kan nog gecompenseerd worden door V4
Letsel V4
ziet geen kleur, alleen maar grijs
Letsel V5/V2
Kan geen bewegende objecten meer zien.
STS
superieure temporale suclus: bewegende lichaamsanalyse
lateraal occipitaal gebied functie:
objectanalyse
LIPS (Cips)
vrijwillige oogebeweging
AIP (Cips)
object gericht grijpen
allocentrisch
hoe objecten tegen over elkaar staan in een ruimte
Miller Goodale model
Zei dat:
- dorsale stroming voor het sturen van beweging
- ventrale stroming voor objectidentificatie
Polysensorische neuronen
neuronen die gevoelig zijn voor visueel en auditieve stimuli.
initiatieven van beweging via 4 hersengebieden
Postparietale cortex –> PFC –> Premotorcortex –> M1
- Postparietale cortex: stuurt sensorische infroamtie van visie en senositsche informatie
- PFC: planning van beweging, geeft door aan Pre motor cortex
- Premotorcortex: maakt sequence met bewegingen, planning van de bewegingen
- M1: voert bewegingen uit.
Penfield et al
afbeelding, grote handen en tong. Meest sensorische is daar.
Graziano
Zegt dat er corticale mappen en elke map weerspiegelt een andere handeling. elk gebied heeft 3 soorten organisatie:
- lichaamsdeel dat moet bewegen
- ruimtelijke locatie waar de beweging naartoe is gericht.
- functie van de beweging
Overeenkomst Penfield en Graziano:
is dat bewegingen van het hele lichaam gepresenteerd zijn in de premotorcortex en discretere bewegingen in de motorcortex.
bewegingslexicon
Mensen hebben van nature al bewegingen, zoals de pincet greep om dingen op te pakken. Van nature + beetje aangeleerd (bewijs: mensen met letsel zelfde greep).
Spiegelneuronen:
activeren als iemand zelf een beweging maakt en als je iemand dezelfde beweging ziet maken.
basal ganglia
medieren van bewegingen.
Onderdelen: - substantia nigra - caudate nucleus - putamen - globus palladius EB: gehoorapparaat
globus paladius
Onderdeel van basale ganglia. Binnenzijde van de hersenen bij de putamen. (gehoorapparaatje)
letsel aan basale ganglia lijd tot bewegingsstoornissen
- Huntington disease:
= hypoerkenitische
(veel ongecontroleerde bewegingen)
caudate putamen cellen zijn beschadigd. - Parkinsons disease:
= Hypokinetische
(stijfheid en weinig beweging, geen balans)
Te kort aan dopaminecellen in substantia nigra.
Hyperkinetische bewegingsstoornissen (= huntingtons disease)
zijn stoornissen waarbij dyskinesie voorkomt. Dit kan zich uiten in de vorm van herhaaldelijke, onwillekeurige bewegingen.
cerrebellum
Het houdt in de gaten of het doel van bepaalde bewegingen bereikt wordt en zorgt eventueel voor aanpassing van bewegingen.
–> motorische vaardigheden, motoriek, trial-and-error
flocculus
onderdeel cerrebellum
Letsel cerrebelum
verstoort balans, motoriek, oogbeweging, postuur
2-puntdiscriminatie
Somatosensorische drempelwaarde; geblinddoekt rapporteren of je 1 of 2 punten voelt op de hand.
Seguin-Goddard Form Board
Tastbare vormherkenning; geblinddoekt 10 blokken van verschillende vorm manipuleren en ze in de juiste gaten doen. Daarna moet het bord getekend worden uit het geheugen.
Lijn-bisectie
Contralaterale verwaarlozing; het midden van elk van 20 lijnen moet worden gemarkeerd.
Gollin incomplete figuren Mooney closure
Visuele perceptie; elementen combineren om een Gestalt te vormen en de foto te identificeren.
Rechts-linksdifferentiatie
Ruimtelijke relaties; aangeven of de tekening van de linker of rechterlichaamskant is, of aanwijzingen opvolgen zoals met je linkerhand je rechteroor aanraken.
Token Test
Taalbegrip: taal en leesbegrip
gebruikt om afasie te testen
Kimura Box Test
Apraxie; opeenvolgende bewegingen maken.
EB: ruimtelijk box tekenen in de lucht, dat zijn opeenvolgende bewegingen.
Monoculaire blindheid:
1 oog blind
Door kapotte zenuw of retina
Bitemporale hemianopia
Temporaal = buitenkant zijde. beide ogen dus 1 kant kapot
visieverlies aan beide buitenste zichtgebieden door letsel aan mediale gebied van optische chiasme. Meestal door tumor op pitutary gland.
Nasale hemianopia
blindheid aan één nasaal beeld door letsel aan lateriale chiasme.
(als het aan twee zijdes was, dan was het ‘bi’)
Homonymous hemianopia
homo = 1. Dus verlies aan 1 visueel veld (we hebben er 2).
Dus je bent voor de helft aan allebei de ogen blind.
Quadrantanopia
kwart aan 2 ogen eruit.
compleet visieverlies in kwart van de fovea door letsal aan visuele cortex. De grens tussen goed en slecht zien is scherp als een schaar.
Maculaire sparing:
Onderscheid letsel aan optische baan van corticaal letsel.
Dus half oog blind aan beide kanten, behalve het rondje van de optische baan ni het midden. Retina ziet nog!
EB: het binnenste rondje wordt gespaard. Die ziet nog wel.
Scotomas
blonde vlek in beeld, wordt vaak niet eens gezien door compensatie van de ogen
Prisma aanpassing (PA)
Behandeling voor visuele neglect.
PA is een non-invasieve en makkelijke techniek waarbij de patiënt een plasmabril draagt waardoor het gehele visuele veld 10 graden naar rechts verplaatst. Hierdoor ontstaat er een initiële bias naar rechts in grijpbewegingen, dit verdwijnt na een paar trials. Nadat de prisma’s zijn verwijderd, zullen grijpbewegingen initieel gaan naar de linker verwaarloosde kant waardoor de verwaarlozing uiteindelijk verdwijnt.
Onderzoek Lunven 2019, testen PA als behandeling voor visuele neglect.
relaties testen:
- De relatie tussen PA-effecten
- Corticale dikte
- Witte massaintegriteit
Uitkomst:
Het PA-effect was sterker bij mensen met dikkere temporopariëtale cortex in de linker, gezonde hemisfeer.
Dit kan komen door:
- Sommige breinen hebben een betere aanleg voor herstel dan andere door de dikkere linker temporopariëtale junctie.
- Diaschisis en loskoppeling kan secundaire atrofie hebben veroorzaakt in afgelegen cortexen, dus mensen met een chronische beroerte hebben wellicht bilateraal diffuus weefselverlies.
Aparaxia Park 2017
2 vormen
- Ideomotorische apraxia: een stoornis in beweging en gebaren kunnen niet worden nagedaan. Patient weet welke handeling erbij hoort en kan hierover vertellen, alleen het uitvoerende motorische gedeelte is kapot.
Vb. Legt uit hoe je eet met een lepel, maar kan niet voordoen. - Ideational apraxia (conceptualisatie apraxia): kan voorwerp niet koppelen aan taak. Dit ondanks intacte identificatie.
Vb. Weet wat tandenborstel is, maar kan niet laten zien hoe je ze poetst.
–> Kenetische ledenmatenapraxia (denk een vorm van ideational apraxia): onvermogen om gecoordineerde vinger-handbewegingen te maken, wordt lompe beweging.
Vb. Knoop dichtmaken lukt niet.
Aparaxia Park 2017
Behandeling apraxia:
- Revalidatiebehandeling: 3 keer per week, 30 sessies van 50 minuten. Het bevat een gedragstraining-programma met gebarenoefeningen. Patiënten verbeterden in zowel praxis als alledaagse activiteiten.
− De duurzaamheid van de verbetering is onduidelijk. Training alleen is waarschijnlijk onvoldoende voor voordeel op de lange termijn. - Non-invasieve breinstimulatie: dit kan i.c.m. revalidatietraining worden gebruikt. Voorbeelden zijn: transcranial direct current stimulation (tDCS), single-pulse of rTMS, theta-burst stimulatie (TBS) en gepaarde associatieve stimulatie (PAS). Ze werken door excitatie of inhibitie-invloeden uit te oefenen op corticale plasticiteit en exciteerbaarheid. De neurale plasticiteit verbetert dus, waardoor het effect van de behandeling langer aanhoudt.
Premotorcortex:
Premotorcortex: maakt sequence met bewegingen, planning van de bewegingen