3.6 tm 3.10 Flashcards

1
Q

Benoemd de kenmerken van de productlevenscyclus

A

Introductie fase - weinig vraag,
Groeifase - Groeit langzaam
Volwassenheidsfase - top van de markt
Verzadigingsfase - top van de markt
neergangsfase - neergang van het product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Examenvraag!
In welke fase van het productlevenscyclus is de concurentie het grootst?

A. Groeifase
B. Introductiefase
C. Neergangsfase
D. Verzadigingsfase

A

Antwoord D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Examenvraag!
Wat gebeurt er in de neergangsfase van de productlevenscyclus?

A. De fabrikant introduceert een nieuw product
B. De omzet van het product stabiliseert.
C. Een aantal fabrikanten verlaat de markt

A

Antwoord C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de concurrentiegeorienteerde prijsstrategie?

A

Er wordt gekeken naar wat de concurrenten doen, op basis daarvan bepaal je de prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is vraaggeoriënteerde prijsstrategie?

A

Prijs wordt bepaald op basis van hoeveel vraag er is, wat hebben de mensen er voor over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kosten georiënteerde prijsstrategie

A

Doordat je bepaalde kosten hebt en een bepaalde winst wil maken, bepaal je daarop je prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afroomprijsstrategie (skimming)

A

Hele hoge prijs hanteren, iedereen die het er voor over hebt koopt je product, en dan langzaam aan zakken met de prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Penetratieprijsstrategie

A

Omdat je in 1 keer de markt in wil hanteer je een scherpe prijs en stijgt langzaam met je prijs wanneer de marktaandeel groter wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Examenvraag!
Een bedrijf vraagt bij de introductie van een product een lage prijs. De prijs stijgt vervolgens geleidelijk.
Welke prijsstrategie gebruikt de ondernemer?

A. Afroomprijsstrategie
B. Kosten georiënteerde prijsstrategie
C. Penetratieprijsstrategie

A

Antwoord C

Je begint met een scherpe prijs op de markt en stijgt langzaam naarmate je marktaandeel groter wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Examenvraag!
Sommige bedrijven kiezen ervoor de hoogste prijs in de markt te vragen. Hiermee willen ze kwaliteit en betrouwbaarheid uitstralen.
Welke prijsstrategie gebruiken deze bedrijven?

A. Concurrentie georiënteerde prijsstrategie
B. Kosten georiënteerde prijsstrategie
C. Vraag georiënteerde prijsstrategie

A

Antwoord A

Express een hogere prijs dan concurrenten om kwaliteit uit te stralen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke bewegingen zijn er in de bedrijfskolom?

A

Integratie - Een schakel valt weg
Differentiatie - Een schakel erbij
Specialisatie - Minder productgroepen (smaller)
Parallellisatie - Meer productgroepen (breder)
Branchevervanging - Producten horen hier niet thuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Examenvraag!
Een marketingbureau ziet dat online marketing groeiende is. Het bureau besluit uitsluitend online marketing oplossingen aan te bieden.
Van welke beweging in de bedrijfstak is hier sprake?

A. Differentiatie
B. Integratie
C. Parallellisatie
D. Specialisatie

A

Antwoord D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Examenvraag!
Tankstations gaan steeds meer levensmiddelen verkopen. Hierdoor zijn tankshops mini supermarkten geworden.
Van welke beweging in de bedrijfstak is hier sprake?

A. Branchevervanging
B. Integratie
C. Specialisatie

A

Antwoord A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly