3.4 Flashcards

1
Q

Waar bestaat de regering uit

A

Ministers en de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie beslissen mee over wetten en regels

A

Het kabinet
Ministers
Staatssecretarissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie zitten er in her kabinet

A

Ministers en staatssecretarissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie bepalen de nieuwe ministers en staatssecretarissen

A

Regeringspartijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een regeerakkoord

A

Plannen van de regering voor de komende jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt de minister-president ook wel genoemd

A

Premier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie is de leider van het kabinet

A

Minister-president

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie is de staatshoofd

A

Koning Willem-Alexander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat voor belangrijke taken heeft de Koning

A

Handtekening zetten onder wetten
Troonrede voorlezen
Overleg voeren met minister-president
Land vertegenwoordigen in her buitenland
Ministers en staatssecretarissen beëdigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat staat er in de troonrede

A

Wat het kabinet heeft bereikt en nog wil doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat staat er in de miljoenennota

A

Gedetailleerd alle plannen van het kabinet voor de toekomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het rijksbegroting

A

Alle uitgaves en inkomsten die het kabinet verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly