3.3 Flashcards
1
Q
Noem de drie grote politieke stromingen
A
Christen democratie
Sociaal democratie
Liberalisme
2
Q
Leg uit wat solidariteit betekent
A
Dat je klaar staat voor mensen met wie het niet zo goed gaat
3
Q
Leg uit wag populistische partijen zijn
A
Partijen die opkomen voor belangen van gewone mensen
4
Q
Leg uit wat one issue partijen
A
Partijen die die 1 thema het belangrijkst vinden