3.3 Review over non-motor fluctuaties Parkinson (Martinez-Fernandez et al., 2016) Flashcards

1
Q

Non-motorsymptomen (NMS)

A

Bij Parkinson is er altijd veel aandacht voor motor-symptomen, maar niet voor de non-motorsymptomen. NMS komen voor bij 60-97% van de patienten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Non-motorfluctuaties (NMF)

A

De relatie tussen motor- en non-motorsymptomen is onbekend, maar veel van de NMS kunnen fluctueren zoals motorkenmerken en zijn dus fluctuaties, NMF.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 extra dingen NMF

A
  1. 2/3e van de patienten met NMF hebben ook stemmingswisselingen
  2. NMF beinvloedt ook de onafhankelijkheid en levenskwaliteit van patienten
  3. Patienten kunnen hypodopaminergic neuropsychiatrische symptomen hebben, zoals apathie, depressie en anxiety. Ze kunnen ook bijwerkingen hebben van de dopaminergic behandeling, zoals impulscontrolestoornissen (ICD) of gedrag-verslaving.

Patienten met ICD: kunnen switchen van hyperactieve staat, ON (veel dopamine) naar een OFF-staat (weinig dopamine, anxiety, bedroefdheid, apathie, pijn, zweten) met acute ontwenningsverschijnselen.

Die OFF-staat bevat dus NMF.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klinische presentatie en epidemiologie van NMF

A
  • NMF komt bij 17-100% van patienten voor, vaak zijn er neuropsychiatrische fluctuaties. NMS komt vaker voor in de OFF-state dan in de ON-state.
  • Sommige NMS worden meer, terwijl anderen verminderen. NMS die verbeteren reageren op dopaminergic therapie, dus dit verbetert NMS en dus ook NMF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pathofysiologie van NMF

3 punten

A
  1. Er zijn wellicht verschillende pathofysiologische mechanismen in de genesis van MF wn NMF. Er is wel een relatie tussen dopaminergic therapie en verbeteringen in fluctuaties van NMS, zoals apathie en pijn.
  2. De frequentie en ernst van MF en NMF stijgen naarmate Parkinson vordert
  3. Er is bewijs dat domapinergic mechanismen de hoofdfcatoren zijn in NMF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Risicofactoren NMF

A
  • vroeg begin Parkinson
  • Langere duur van de ziekte
  • Hogere doseringen krijgen van L-dopa
  • Vrouwelijke geslacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Neuropsychiatrische fluctuaties

A

Cognitieve beperking, anxiety, depressie, apathie en vermoeidheid.

Neuropsychiatrische fluctuaties komen het vaakst voor bij NMF, 50% van de patienten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neuropsychiatrische fluctuaties

Tijdens de OFF-state

A

Tijdens deze state is er vooral vermoeidheid, minder motivatie, lage stemming en langzame gedachten of bradyfrenie (traagheid van denken).
- anxiety, vermoeidheid en langzame gedachten komen het meest voor.
- Hallucinaties komen vooral voor in ON-state, maar kunnen ook in OFF-state voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Neuropsychiatrische fluctuaties

ON-state

A

Tijdens deze state is er een gevoel van welzijn, hoge motivatie, logorrhea (door gestoord taalbegrip in hoog tempo zinsdelen aan elkaar plakken die niet in verband staan met elkaar) met veel ideeen en goede aandachtspan en levendigheid.
- Hallucinaties komen vaker voor in de ON-state.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Neuropsychiatrische fluctuaties

Leg uit hoe dopamine hierin belangrijk is

A

De pathologische basis van stemmingssymptomen en neuropsychiatrische NMF komen door degeneratie van het mesocorticolimbische dopaminergic pad.

Fluctuaties in cognitie komen door dopaminergic mechanismen die beinvloed worden door de mate van dopaminergic denervatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Autonome fluctuaties

A

Komt vaak voor in Parkinson (80% in sommige gevallen). 29-94% van patienten met NMF hebben autonome symptomen.

Symptomen: kortademigheid (dypsnoe), zweten, cardiovasculaire abnormaliteiten, constipatie en urine-ugrentie.
Komt vooral voor bij OFF-state en er is verbetering na L-dopa inname, dus er is bewijs voor de flucturerende aard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de onderliggende mechanismen bij autonome fluctuaties?

A

Onderliggende mechanismen zijn complex en bevat de centrale autonome nuclues en de perifere post-ganglia zenuwstelsel.

De betrokkenheid van dopamine in autonome symptomen is onduidelijk. Naast nigrale degeneratie, kan dopaminemodulatie van andere neurotransmittersystemen (zoals noradrenerge systeem) ook betrokken zijn in autonome NMF.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sensorische verstoringen/pijn

A

Klachten van sensorische verstoringen en pijn komt bij 65% voor, ze hebben wellicht een lagere pijngrens.

Pijn als sensorische NMF kan de grootste negatieve impact op levenskwaliteit hebben en is geassocieerd met de OFF-state.

Het kan verbeteren door L-dopa of apomorfine. De pijn komt voornamelijk voor in de ledematen en romp, maar tijdens de OFF-state ook vaak in de borst en buik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 2 pathofysiologische mechanismen die de pijn in Parkinson verklaren?

A
  1. Perifeer muscular component: met rigiditeit- en dystonie-gerelateerde pijn in de OFF-state. Dopaminergic behandeling verlicht zulke spierpijn door de rigiditeit of OFF-state dystonie te verminderen.
  2. Centrale spontane pijn: door een stoornis in de stratium door uitputting van dopamine.

L-dopa kan de pijngrens verhogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling NMF

A

Er is nog geen behandeling voor NMF.

NMF is vrijwel direct gelinkt aan dopaminergic dysfynction, verbeteringen in OFF-state zullen leiden tot verbeteringen in zowel NMS als NMF.

Benaderingen moeten dus gericht zijn op continue, niet-pulsatiele dopaminergic stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Slaapstoornissen en Parkinson

A

Slaapstoornissen komen vaak voor bij Parkinson en dopamine draagt bij aan de slaap-waakcyclus.

Slaapkwaliteit kan verbetert worden door dopamineagonisten en L-dopa.
Een bijwerking van dopamineagonisten is echter nachtelijke hyperactiviteit en slaperigheid overdag.

Slaapstoornissen zijn geen fluctuerende symptomen en zitten dus ook niet in de NMF-classificatie.

13
Q

Waar kan je NMF mee meten?

A
  1. Non-Motor Fluctiation Assessment(NOMOFA): deze is nog niet valide en wordt nog niet gebruikt.
  2. Zelf-afgelegde vragenlijsten: zijn sensitiever dan semigestructureerde interviews in de detectie van zowel NM als NMF.

Er is een gebrek aan specifieke en gevalideerde middelen voor een accurate beoordeling van NMF.

13
Q

Wat is 1e lijn behandeling?

A

Zelfde behandeling als voor motorische symptomen, dus L-dopa doseringsfragmentatie, gebruik van langwerkende L-dopa formules of monoamine oxidase-B inhibitoren.

14
Q

Wta is 2e lijn behandeling?

A

Pat met ernstige symptomen die resistent zijn tegen medische behandelingen, kunnen agressievere niet-pulsatie therapieen krijgen:
1. Subcutane apomorfine infusie
2. Levodopa/cardipoda intestinale gelinfusie
3. Diepe breinstimulatie (BDS)

Er is meer bewijs voor de effectiviteit bij NMS, maar minder voor NMF.

14
Q

2e lijn behandeling

Subcutane apomorfine infusie

A

is erg effectief in het verminderen van MF en er is wellicht ook een groot voordeel voor NMS.

Het verlicht autonome symptomen, zoals gastro-intestinale en urinaire problemen en kan effectief zijn voor pijn in de OFF-state.

15
Q

2e lijn behandeling

Levodopa/cardidopa intestinale gelinfusie

A
  • controleert motorcomplicaties
  • vermindert de OFF-state
  • verbetert slaap/vermoeidheid en gastro-intestinale sub-domeinen.

Dit is weer geassocieerd met een verbetering van levenskwaliteit.

16
Q

2e lijn behandeling

Diepe breinstimulatie (DBS)

A

In een onderzoek was er 58% vermindering in NMF, met:
- 84% vermindering in pijn/sensorische fluctuaties
- 30% in neuropsychiatrische fluctuaties.

Het vermindert de rates en ernst van OFF- en ON-states, maar apathie steeg wel.