3.2 STATISCHE ELEKTRICITEIT Flashcards

1
Q

Wat is de verklaring voor ESD?
.
.
.

a. Schade die kan ontstaan aan elektronische componenten door een elektrostatische ontlading van het menselijk lichaam.

b. De oplossing om elektronische
componenten veilig te ontladen zonder schade .

c. Is een manier om elektronische componenten te beschermen tegen
elektrostatische ladingen.

A

a. Schade die kan ontstaan aan elektronische componenten door een elektrostatische ontlading van het menselijk lichaam.

ESD staat voor elektrostatische ontlading.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er als de afstand tussen twee ladingen vergroot?
.
.
.

a. Neemt de afstotingskracht of aantrekkingskracht tussen deze ladingen toe.

b. Neemt de afstotingskracht of aantrekkingskracht tussen deze ladingen af.

c. Zal de aantrekkingskracht eerder toenemen dan de afstotingskracht tussen deze ladingen .

A

b. Neemt de afstotingskracht of aantrekkingskracht tussen deze ladingen af.

Dit is een gevolg van de wet van Coulomb.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kan statische lading op het oppervlak van een lichaam veroorzaken?
.
.
.

a. Wrijving tussen niet-geleidende materialen.

b. Wrijving tussen geleidende materialen .

c . Wrijving tussen halfgeleiders.

A

a. Wrijving tussen niet-geleidende materialen.

Dit is een veelvoorkomende oorzaak van statische elektriciteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat veroorzaakt een elektrostatische ontlading?
.
.
.

a. De opbouw van die lading.

b. Een wrijving.

c. De neutralisatie van die lading.

A

c. De neutralisatie van die lading.

Dit gebeurt vaak wanneer twee voorwerpen in contact komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er wanneer een geladen voorwerp in de nabijheid komt van een ander geladen voorwerp?
.
.
.

a. Wordt er mechanische energie gegenereerd.

b. Wordt er thermische energie gegenereer.

c. Wordt er een elektrisch veld gegenereerd.

A

c. Wordt er een elektrisch veld gegenereerd.

Dit elektrisch veld beïnvloedt andere ladingen in de buurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat krijgen atomen als elektronen worden verwijderd?
.
.
.

a. Negatieve lading en worden ze negatieve ionen genoemd.

b. Positieve lading en worden ze positieve ionen genoemd.

c. Positieve lading en worden ze negatieve ionen genoemd.

A

b. Positieve lading en worden ze positieve ionen genoemd.

Dit proces wordt ionisatie genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er wanneer een atoom elektronen verwerft?
.
.
.

a. Negatieve lading en wordt het een negatief ion genoemd.

b. Positieve lading en wordt het een positief ion genoemd.

c. Positieve lading en wordt het een negatief ion genoemd.

A

a. Negatieve lading en wordt het een negatief ion genoemd.

Dit is ook een vorm van ionisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er als een positief geladen voorwerp een ongeladen metalen voorwerp raakt?
.
.
.

a. Elektronen van het ongeladen metalen voorwerp naar het contactpunt trekken .

b. Elektronen naar het contactpunt van het ongeladen metalen voorwerpduwen.

c. Positief geladen deeltjes van het ongeladen metalen voorwerp naar het contactpunt trekken.

A

a. Elektronen van het ongeladen metalen voorwerp naar het contactpunt trekken.

Dit is een voorbeeld van elektrische inductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke wet definieert de relatie tussen statische ladingen?
.
.
.

a. De wet van Coulomb

b. De wet van Ohm.

c. De spanningswet.

A

a. De wet van Coulomb.

Deze wet beschrijft de kracht tussen twee ladingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de eenheid van lading?
.
.
.

a. Volt.

b. Coulomb.

c . Ampère.

A

b. Coulomb.

Coulomb is de standaard eenheid in het SI-systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er naarmate de afstand tussen ladingen groter wordt?
.
.
.

a. Neemt ook de afstoting of aantrekking tussen de ladingen toe.

b. Neemt enkel de aantrekking en niet de afstoting tussen de ladingen af.

c. Neemt ook de afstoting of aantrekking tussen de ladingen af.

A

c. Neemt ook de afstoting of aantrekking tussen de ladingen af.

Dit is een fundamenteel principe in de elektrodynamica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke eenheid wordt de kracht F tussen statische ladingen uitgedrukt?
.
.
.

a. Newton.

b. Kilogram

c. Vermogen

A

a. Newton.

Newton is de standaard eenheid voor kracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is één coulomb gelijk aan?
.
.
.

a. één ampère in één uur vervoert.

b. één ampère in één seconde vervoert.

c. één ampère in één minuut vervoert .

A

b. één ampère in één seconde vervoert.

Dit definieert de relatie tussen stroom en lading.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat vertegenwoordigt één ampère?
.
.
.

a. 6,241 x 10^19 elektronen.

b. 6,241 x 10^18 elektronen.

c. 5,241 x 10^18 elektronen.

A

b. 6,241 x 10^18 elektronen.

Dit cijfer geeft aan hoeveel elektronen er per seconde door een geleider bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gassen zijn over het algemeen:
.
.
.

a. Isolators

b. Geleiders

c. Halfgeleiders

A

a. Isolators.

Dit betekent dat gassen in de meeste gevallen geen elektriciteit geleiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is juist over zuiver water?
.
.
.

a. Zuiverwater is een geleider.

b. Vloeibare metalen geleiden geen
elektriciteit.

c. Zuiver water is een isolator.

A

c. Zuiver water is een isolator.

Dit betekent dat het geen elektriciteit geleidt, tenzij er ionen aanwezig zijn.

17
Q

Wat zijn elektrolyten?
.
.
.

a. Een mengeling van water met zouten of zuren.

b. Een mengeling van water met metalen.

c. Een mengeling van water met synthetische stoffen

A

a. Een mengeling van water met zouten of zuren.

Elektrolyten kunnen elektriciteit geleiden door de aanwezigheid van ionen.