#3 Swart H5 Flashcards

1
Q

functionele requirement

A

een functionele requirement is gedrag dat het systeem moet vertonen om in een behoefte te voorzien van een belanghebbenden uit de business

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

belanghebbenden kunnen eisen stellen aan het gedrag van het systeem, zoals wie?

A

applicatiebeheerders, helpdeskmedewerkers, controlerende instanties en stafafdelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

globale functionele reqs

A

ze geven op hoofdlijnen het gewenste gedrag van het systeem weer

  • ze spelen een rol bij de communicatie met de opdrachtgever en andere belanghebbenden
  • voor project- en scopemanagement zijn globale reqs onmisbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

na de opkomst van het businessperspectief en de toegenomen populariteit van use cases zijn globale functionele softwarerequirements steeds meer op de achtergrond geraakt.
situatie nu?

A
  • use cases gebruikt voor project- en scopemanagement
  • use cases hebben de rol van de globale functionele softwarereqs overgenomen bij de communicatie met de opdrachtgever
  • GFR blijven van belang wanneer belangrijke functionele systeemeigenschappen onderbelicht dreigen te raken en wanneer het belangrijkste deel van de functionaliteit zich buiten het gezichtsveld van de gebruikers afspeelt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gedetailleerde functionele requirements

A

dit kunnen acties zijn die het systeem moet uitvoeren in een bepaalde situatie en de wijze waarop het systeem bij bepaalde fouten moet reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

niet functionele requirements

A

een niet functionele requirement is een kwaliteitseis waaraan het systeem moet voldoen om in een behoefte te voorzien van een belanghebbende uit de business

[hoe snel, hoe gemakkelijk bruikbaar, hoe veilig, hoe eenvoudig aanpasbaar en hoelang beschikbaar het systeem moet zijn]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de ISO 25010

A

het bevat een checklist met kwaliteitseigenschappen voor het opstellen van de niet-functionele reqs
- internationale standaard over systeem- en softwarekwaliteit en bestaat uit 2 modellen

Een model voor de kwaliteit tijdens het gebruik van het systeem en een model voor de kwaliteit van het systeem zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een valkuil bij dit soort checklists?

A

dat de RA de eigenschappen en bijbehorende definities letterlijk gaat doorspreken. de belanghebbenden kunnen zich er dan moeilijk een concrete voorstelling van maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er als men de verkeerde kwaliteit beschrijft of vergeet?

A

een geheel systeem kan onbruikbaar worden maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

functionele geschiktheid

A

niet functionele reqs voor de kwaliteitseigenschap functionele geschiktheid geven aan in hoeverre het systeem aan de behoeften van de business moet voldoen

[functionele compleetheid/toepasbaarheid/toepasselijkheid]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

prestatie-efficientie [performance]

A
  • geeft aan hoe snel het systeem haar functies uit moet voeren, hoeveel middelen het daarvoor mag gebruiken en welke hoeveelheden het aan moet kunnen

[snelheid, middelenbeslag, capaciteit]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitwisselbaarheid

A
  • geeft aan hoe goed het systeem kan communiceren met andere systemen en hoe efficiënt het moet werken als het zijn hard- of softwareomgeving moet delen met andere systemen
    • geeft aan hoe vaak het doorgeven van gegevens aan andere systemen onjuist of onvolledig mag zijn
    • hoe vaak het opvragen of gebruiken van ontvangen gegevens mis mag gaan

[beinvloedbaarheid, koppelbaarheid]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bruikbaarheid

A
  • geeft aan hoe effectief, efficiënt en tevredenstellend gebruikers met het systeem moeten kunnen verwerken [gebruikerservaring]

[herkenbare geschiktheid, leerbaarheid, bedienbaarheid, voorkomen gebruikersfouten, volmaaktheid gebruikersinteractie, toegankelijkheid]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

betrouwbaarheid

A
  • geeft aan in welke mate het systeem in staat moet zijn om zonder verstoringen te functioneren

[volwassenheid, beschikbaarheid, foutbestendigheid, herstelbaarheid]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

beveiligbaarheid

A
  • geeft aan hoe goed het systeem de toegang tot haar gegevens moet beschermen

[vertrouwelijkheid, integriteit, onweerlegbaarheid, verantwoording, authenticiteit]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

onderhoudbaarheid

A
  • geeft aan hoe eenvoudig het moet zijn om de software aan te passen

[modulariteit, herbruikbaarheid, analyseerbaarheid, wijzigbaarheid, testbaarheid]

17
Q

overdraagbaarheid

A
  • geeft aan hoe gemakkelijk het systeem naar een andere operationele of gebruiksomgeving overgezet moet kunnen worden

[aanpasbaarheid, installeerbaarheid, vervangbaarheid]