3. Initiatie van beweging Flashcards

1
Q

Wat is het indirecte, en wat is het directe pad voor de initiatie van beweging?

A

Direct Cortex activeert striatum Striatum inhibeert GPi en SNr Thalamus wordt actief Indirect Cortex inhibeert SNc Striatum inhibeert GPe GPe inhibeert SubN GPi wordt hierdoor niet meer gestimuleerd, en inhibeert thalamus niet meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen het ventrale en dorsale striatum?

A

Het ventrale striatum houdt zich bezig met stimulusassociaties.

Het dorsale striatum is betrokken bij integratie van verschillende invloeden op actie-selectie.

Dopaminevervanging in Parkinson’s verslechtert de werking van het ventrale striatum omdat deze dan teveel dopamine ontvangt (want ook van VTA).

Het verbetert interferentie bij het samenvoegen van conflicterende invloeden over meerdere trials, want het dorsale striatum werkt beter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe presteren Parkinson’s patienten slechter op taken met congruente en incongruente paren, en waar komt dit door?

A

Ze presteren slechter wanneer meerdere verschillende invloeden in ogenschouw genomen moeten worden. Ze werken dan nog vrij snel en nemen deze informatie niet mee, waardoor ze meer fouten maken.

Mensen met dopaminevervanging worden wat trager, maar presteren daarom wel beter.

Stimulusassociaties ondervinden soms wel last van dopaminevervanging, omdat het VTA hiervoor verantwoordelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke twee paden zijn er voor productie van basale motorprogramma’s?

A
  1. Stimulerend, via de mesencefalische locomotor-regio -> reticulospinale neuronen
  2. Disinhiberend, via de diencefalische locomotor-regio (thalamus) –> reticulospinale neuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar worden patronen voor basale bewegingen (lopen, ademhalen) gegenereerd?

A

Onderaan in het ruggenmerg, door central pattern generators.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt het striatum, en waarom kan gezegd worden dat het een soort “gating function” heeft?

A

Het striatum bevat medium spiny neurons (glutamaat neuronen) die 3 mogelijke staten kennen:

  1. Stabiel “down”, door kalium instroom via ‘inward rectifiers’. Dit zorgt voor hyperpolarisatie.
  2. “Up” door stimulatie met dopamine vanuit de substantia nigra. Nu pas is depolarisatie mogelijk.
  3. Depolarisatie.

De gating functie zit hem in deze 3 staten, en het feit dat er alleen disinhibitie van de thalamus plaats kan vinden als er 1) genoeg dopamineactiviteit is, en 2) genoeg stimulerende activiteit vanuit de cortex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor treden waarschijnlijk de problemen op in Parkinson’s? (hoe heet het essentiele probleem, en met welke gebieden hangt dit samen)

A

Het probleem zit in ‘set shifting’, het wisselen tussen taken.

Dit komt waarschijnlijk door een probleem in een linkerfrontaalkwab-basale ganglia netwerk. Bij schade aan een van deze twee treden deze problemen op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke functionele loops van de basale ganglia kunnen we onderscheiden?

A

De skeletomotorloop (gezicht en ledematen)

De oculomotorloop (ogen)

De prefrontale cortex loop (cognitie en planning)

De limbische loop (motivationele regulatie van gedrag)

In de basale ganglia worden deze loops geintegreerd. De interactie tussen deze loops vindt plaats in de dendrietbomen van de spiny neurons in het striatum, en in de substantia nigra (pars compacta) waar axonen van verschillende loops uitkomen op de dopaminecellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly