3. individuele verschillen en de zelf Flashcards
zelfconcept
beinvloedt de manier waaropwe situaties interpreteren
20-stellingtest
kijken welke typen termen iemand vaak gebruikt.
- abstracte psychologische eigenschappen( ik ben creatief) vaak westers
- concrete rollen en relaties (ik ben een oudere zus) vaak niet westers
mensen in individualistische culturen
geneigd gedachten en gedragingen te vertonen die hun eigen onafhankelijkheid bevorderen. voelen zich uniek en benadrukken belang van zelfvoorziening(westerse landen)
collectivistische culturen
geneigd gedachten en gedragingen te vertonen die de onderlinge afhankelijke aspecten van hun zelfconcept benadrukt zoals nauwe relaties en groepslidmaatschappen. (niet westerse landen)
onafhankelijke kijk op jezelf
- beschrijvingen meer vanuit innerljike kenmerken en karakter, gedurende leven stabiel en hetzelfde
- je kennis/familie/vrienden zij ook onafhankelijk
- in en ougroep zijn minder bealngrijk voor je, mensen kunnen er in en uit
- individualistisch kijk
- westerse landen
onderling afhankelijke kijk op jezelf
- je beschrijft je in termen van wat je bent voor anderen
- nadruk op relaties en context
- denken over hoe je gedrag invloed heeft op de personen in je omgeving
- ingroup overlapt met je omdat je meer identificeert met ander personen.
- er is een sterk gevoel van ingroup en dus de uitgroep is duidelijk
- collectivistisch
- aziatische landen
SES en onafhanelijkheid
- groter gedeelte onafhankelijkheid onder de arbeidsklasse lijkt niet te generaliseren naar degenen die in werkelijke armoede leven. verarmde mensen ervaren vaak een sociaal isolement en rapporteren feitelijk minder en minder nauwe sociale relaties dan mensen die boven de armoedegrens leven.
- het verband tussen onderlinge afhankelijkheid en socialeklasse injapan liet juist zien dat een hoger ses geassocieerd werd met meer onderlinge afhankelijkheid.
westerse landen
- kunnen emoties van vreemden herkennen
- kunnen een vreemde sneller vertrouwen
zelfconstructie
kenmerken die nij mens moeders als bij henzelf past
- westerse land: verchillende gebieden hersenactiviteit > moeder wordt als onafhankelijk van de zelf gezien
- niet westerse landen: dezelfde gebiden hersenactiviteit > overlappingen met moeder, onderling afhankelijk
zelfconsistentie
hoe we denken en ons gedragen in verschillende situaties. hoog zelfconsistentie : hele tijd vrijwel hetzelfde gedragen met vrienden, collegas of familie.
- westerse landen: hoge consistentie over zelf evaluatie
- niet westerse landen: lage consistentie, zelf evaluatie verandert per situatie
cognitieve dissonantie
door een krachtige motivatie consistent te zijn, krijgen we cognitieve dissonantie wanneer we inconsistent gedrag vertonen. verschillend gedrag tegenover een bepaald verwachting van jezelf(verontrustend gevoel).
- westerse landen: klassieke dissonantie; verontrustend gevoel door inconsistentie naar onszelf wordt met rationalisme vermindert
- niet westerse landen: inconsistentie door verwachtingen van anderen wordt met rationalisme vermindert.
dissonantiereductie
het onaangename gevoel verminderen door mening te veranderen of aanpassen aan de keuze.
zelfbewustzijn
zelfevaluatie over hoe je jezelf ziet en denkt dat anderen je zien.
- subjectieve zelfbewustzijn (binnenstebuiten): je baseert je zelfbewustzijn op hoe jij jezelf ziet. (wanneer je in de spiegel kijkt wordt je kritischer) zelfevaluatie is over het algemeen minder accuraat, oftewel het wijkt soms af met het daadwerkelijke zelf.
> individualistisch dus westers - objectieve zelfbewustzijn ( van buiten naar binnen) : je baseert het meer op hoe anderen je zien. je bent dan over het algemeen meer zelfkritisch. de zelfevaluatie is over het algemeen accurater. > collectivistisch in aziatische landen
entiteit
je potentie of kunnen, staat vast. je kan het of niet
- dit is meer individualistisch
incrementeel groei
als je hardt werkt of studeert kun je nieuwe dingen leren (je kunnen/potentieel vergroten).
- collectivistische landen