3 Farmacologische beïnvloeding van bloedvaten en circulerend volume Flashcards
Wanneer is noodzakelijk om het circulerend volume te verlagen?
in het geval van stuwing en verhoogde veneuze drukken
Wanneer vasodilatieve middelen inzetten?
verlagen de perifere weerstand, gebruiken bij verhoogde perifere weerstand van de vaten en bij hypertensie;
- tgv hypertensie kan orgaanschade optreden: vooral ogen, nieren, hart en hersenen zijn hier gevoelig voor;
- vooral bij oudere katten vaak sprake van hypertensie
Wat zijn organische nitraten?
- nitroglycerine, nitroprusside
- induceren relaxatie van gladde spiercellen door vorming van NO (endothelial relaxing factor)
- resultaat vasodilatatie = daling centraal veneuze druk en zo reductie van door het hart te leveren arbeid
Werking nitroprusside?
- dilatatie zowel arteriolen als venulen
- IV toedienen
- hypotensie kan makkelijk ontstaan
Werking nitroglycerine?
- vooral dilatatie vaten in het veneuze systeem
- wordt snel opgenomen in de mondholte, zodat het binnen enkele minuten effect heeft, per os minder effectie door first pass effect;
- transcutane opname ook mogelijk: werkt 4-6 uur
Wat doen alfa1-adrenoceptor antagonisten?
- stimulatie van A1 adrenoceptoren in de bloedvaten resulteert in vasoconstrictie
- blokkade van alfa1 receptor leidt tot vermindering van vasculaire weerstand in de arteriolen –> reflexmatige toename van HF en plasmarenine-activiteit
- bij langdurige toediening normaliseren zowel de HF als de renine-activiteit
- hoe hoger de sympaticotonus, hoe sterker de A1 blokker vasodilateert
Wat doet amlopidine?
= calcium kanaal blokker
- hoofdzakelijk vasodilatoire effecten en nauwelijks effect op het hart
- systemische hypertensie in honden en katten
Wat zijn ACE-remmers?
= remmers van angiotensin converting enzym (ACE)
- vaak gebruikt bij congestief hartfalen (hierbij wordt vaak RAAS activatie gezien)
- enalaril, benazepril, ramimpril = prodrugs (pas na hydrolyse in lever tot werkzame enalaprilaat, benazeprilaat, ramiprilaat)
RAAS in compensatiefase
- RAAS functioneel in het op peil houden van de bloeddruk
- nierperfusie wordt minder
- renine concentratie in het bloed neemt toe
- meer angiotensine I en II ontstaat
- ## angiotensine II is een potente vasoconstrictor en zorgt voor een stijging in aldosteronconcentratie waardoor er meer natrium- en waterretentie is
Wat is er aan de hand in de decompensatiefase van hartfalen
- negatieve spiraal: arteriële druk (CO) onvoldoende en veneuze druk te hoog;
- hart niet voldoende in staat om dit te compenseren
Wat doen ACE-remmers?
- door het remmen van ACE wordt angiotensine I niet meer omgezet in het biologisch actieve angiotensine II
- tweedelig effect:
1) verlagen perifere weerstand door minder vasoconstrictie
2) minder water- en zoutretentie in de nier
Indicatie ACE-remmers
- congestief hartfalen, maar ook:
- hypertensie (m.n. hond en kat
- vertragen progressie van chronisch nierfalen kat, evt. hond
Wanneer gebruik je diuretica?
- doorbreken van viscieuze cirkel bij congestief hartfalen om circulerend volume te verlagen
- hierdoor zal belasting van het hart verlaagd worden
Middelen met effecten op bloedvaten en hart
- PDE III remmers hebben naast positief inotrope effect ook verlagend effect op perifere weerstand door vasodilatatie te bewerkstelligen in de systemische en pulmonale arteriën (is een wenselijke nevenwerking bij het ondersteunen van de contractiekracht)
- Beta-blokkers: primair toegepast vanwege effecten op het hart; maar remmen ook renine afgifte door blokkade van B1 en dragen zo bij aan verlaging van hypertensie; aselectieve beta-blokkers kunnen predisponeren tot bronchoconstrictie en vasoconstrictie