3 _ Begrippen

Question 1

GFP : Groen Fluorescent Proteïne

Answer 1

Gen uit een bioluminescerende kwal die voor groene fluorescentie zorgt bij aanwezigheid van het suiker arabinose

Question 2

β – galactosidase

Answer 2

Enzym dat lactose gaat splitsen in glucose en galactose

Question 3

Insertionele inactivatie

Answer 3

Door een insertie te doen in een gen zal het geïnactiveerd worden

Question 4

Gen

Answer 4

Stukje DNA dat de code bevat voor het aanmaken van een bepaalde proteïne

Question 5

Genetische transformatie

Answer 5

Een verandering die veroorzaakt is door genen en bevat de insertie van 1 of meerdere genen in een organisme

Question 6

Aequorea victoria

Answer 6

bioluminescerende kwal die het GFP – gen bevat

Question 7

pGLO – plasmide

Answer 7

plasmide bevat het GFP – gen en het resistentie – gen voor de antibioticum ampicilline

Question 8

Arabinose suiker

Answer 8

een energie en koolstofbron voor bacteriën en is noodzakelijk voor activatie van het GFP – gen

Question 9

Gen regulatie

Answer 9

Zorgt voor betere en snellere adaptie aan verschillende omstandigheden en vermijd overproductie van onnodige proteïnen

Question 10

Promotor

Answer 10

Specifieke locatie op het DNA waar het RNA polymerase zich zal vastzetten om de transcriptie te starten

Question 11

Operon

Answer 11

Cluster van genen die gecontroleerd worden door 1 promotor

Question 12

Bla

Answer 12

Een gen dat codeert het β – lactase enzym dat ampicilline afbreekt, selectie van deze plasmiden / bacteriën gebeurt door ze op voedingsbodems met ampicilline te kweken

Question 13

Ori

Answer 13

De oorsprong van de pGLO plasmide voor de DNA replicatie

Question 14

araC

Answer 14

Een gen dat codeert voor het regulatie proteïne dat bindt met de PBAD promotor, enkel wanneer arabinose bindt met het araC proteïne, kan de productie van GFP gestart worden

Question 15

Pbad

Answer 15

Een specifieke DNA sequentie voor het GFP gen dat araC met arabinose bindt, RNA polymerase binding promoot & transcriptie van het GFP – gen

Question 16

Meerdere klonering plaatsen

Answer 16

Plaatsen met gekende restrictie – plaatsen die insertie toelaten of verwijdering van een gen naar interesse

Question 17

Heat shock

Answer 17

Methode die gebruikt wordt om de permeabiliteit van het celmembraan nog meer te verhogen en een temperatuurverschil te vormen waardoor er een “stroom” zou ontstaan die de plasmiden naar binnen zuigt