2E - Deel 3 - Hoofdstuk 3 - Griekse politiek Flashcards

1
Q

Wat is tirannie?

A

een type alleenheerser dat niet aan de macht gekomen was door uitverkiezing en evenmin door erfrecht, maar door een staatsgreep, steunend op een lijfwacht of militie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is oligarchie?

A

is de macht in handen van een kleine groep van mensen die behoren tot een bevoorrechte klasse of stand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is democratie?

A

een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening. Men onderscheidt directe democratie, waarin burgers persoonlijk stemmen over wetten, besluiten en benoemingen (zoals Athene), en indirecte, waarin het volk zich laat vertegenwoordigen door een gekozen orgaan, zoals een raad of parlement. (zoals België)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn Metoïken?

A

vreemdelingen die een eigen status hadden verworven en tot op zekere hoogte in de stedelijke gemeenschap ingeburgerd waren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer leefde Cyrus II?

A

ca 600 - 530 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noemt men een volksvergadering bij ons?

A

Dit is het parlement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ziet de Vlaamse vlag er uit?

A

Gele achtergrond, zwarte leeuw, rode klauwen en tanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is ostracisme?

A

was in de Atheense democratie een stemprocedure in de Ekklèsia (Volksvergadering) om politieke leiders (generaals) die men te machtig vond voor tien jaar te verbannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie waren de burgers van Athene?

A

mannen, ouder dan 20 jaar, inwoners van Athene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie had geen stemrecht in Athene?

A

vrouwen, minderjarigen, vreemdelingen, slaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke drie gemeenschappen zijn er in België?

A

Vlaamse gemeenschap, Franse gemeenschap, Duitstalige gemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de taak van de wetgevende macht?

A

maakt de wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de taak van uitvoerende macht?

A

zorgt dat de wetten uitgevoerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de taak van de rechterlijke macht?

A

voert controle uit op de naleving van de wetten bestraffen de overtredingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie is de wetgevende macht van België?

A

Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat en koning

16
Q

Wie is de uitvoerende macht van België?

A

Belgische regering en koning

17
Q

Wie is de rechterlijke macht van België?

A

Raad van State en Grondwettelijk hof

18
Q

Wat is het verschil tussen mensenrechten en burgerrechten?

A

Mensenrechten zijn universeel en gelden overal (in de landen die het ondertekend hebben), burgerrechten zijn verschillend per land of landsdeel.

19
Q

Wat was de oorzaak van de Perzische oorlog?

A

het imperealisme (veroveringsdrang) van zowel de perzen als de grieken

20
Q

Wat was de aanleiding van de Perzische oorlogen?

A

Milete (griekse stadstaat) was veroverd door de Perzenen vroeg hulp bij een opstand aan de andere Griekse stadstaten, Eretria en Athene kwamen ten hulp

21
Q

Wat zijn de vier besproken slagen van de Perzische oorlogen ? (chronologisch)

A

Slag bij Marathon - slag bij Thermopylae - slag bij Salamis - slag bij Plataea

22
Q

Hoe hebben de Grieken de Perzen kunnen verslaan?

A

door samen te werken

23
Q

Hoe heet de bond waartoe Athene behoorde?

A

De Delische bond

24
Q

Waar stond de schatkist van de Delische bond?

A

aanvankelijk op Delos, later in Athene

25
Q

Wat was de oorzaak van de Peloponnesische oorlog?

A

de machtsstrijd tussen Sparta en Athene

26
Q

Wat was de aanleiding van de Peloponnesische oorlog?

A

Sparta helpt een stadstaat in een opstand tegen Athene

27
Q

Wat was het resultaat van de Peloponnesische oorlog?

A

Alle stadstaten zijn erg verzwakt. Sparta wint en wordt later verslagen door Thebe.