2C1 week 3 Flashcards
uit welke benige structuren bestaat het os coxae?
os ilium, os pubis en os ischium
wat zijn de ligamenten van het bekken?
lig. iliofemorale
lig. sacrospinale
lig. sacrotuberale
wat is het SI-gewricht?
articulatio sacroiliaca, gewricht tussen os coxae en os sacrum
uit welke 4 spieren bestaat de quadriceps femoris?
m. rectus femoris
m. vastus medialis
m. vastus lateralis
m. vastus intermedius
wat zijn de dorsale spiergroepen van het bovenbeen?
m. sartorius
m. gluteus maximus
m. gluteus medius
m. gluteus minimus
m. piriformus
wat zijn de mediale spiergroepen van het bovenbeen?
m. adductor brevis, longus en magnus
m. pectineus
m. obturatorius externus
m. gracilis
wat is de inclinatiehoek?
de hoek tussen de kop van het femur en de schacht. hoort ongeveer 120 graden te zijn
wat is de anteversiehoek?
de lijn van kop naar trochanter major vergeleken met de lijn door je tibia
wat is de innervatie van de heup?
n. femoralis (L2-L4) en n. ischiadicus (n. tibialis en n. fibularis)
n. obturatorius innerveert de adductoren
n. gluteus superior en inferior innerveren de abductoren
wat is de bewegingsfunctie van de iliopsoas?
anteflexie en lordose van de wervelkolom
uit welke onderdelen is kraakbeen opgebouwd?
chrondrocyten, collageen, hyaluronzuur, proteoglycanen, glycoproteinen, water
welke verschillende soorten kraakbeen zijn er en uit welke collageen type bestaat deze?
hyalien kraakbeen: collageen type 2
elastisch kraakbeen: collageen type 2
fibreus kraakbeen: collageen type 1
welke vormen van kraakbeengroei zijn er?
interstitiele groei: chondrocyten gaan delen, in groeiplaat van lange botten
appositionele groei: differentiatie van cellen in het perichondrium
wat is mucopolysaccharidose?
stapelingsziekte van glycosaminoglycanen door een missend enzym. stapeling van dermatansulfaat, heparinesulfaat, keratinesulfaat, chondroitinesulfaat
wat zijn de symptomen van mucopolysaccharidose?
grove gezichtsuitdrukking door vergroeiing, klauwhanden, carpaal tunnelsyndroom, minder beweeglijkheid in de schouder en heup, sterk vergrote lever en milt, macrocephalie, mentale retardatie
wat is de behandeling van mucopolysaccharidose?
- enzym replacement therapy (ERT): wekelijks 4 uur infuus, enzym komt in bloed en weefsels maar niet kraakbeen en hersenen
- AAV-gentherapie: virus ingebracht die een enzym in de lever gaat produceren
hoe werkt chondrogenese?
mesenchymcellen worden ronder en gaan prolifereren -> chondroblasten -> gaan matrix produceren waardoor ze verder uit elkaar liggen en in lacunes terecht komen -> chondrocyten
wat is de pathofysiologie van artrose?
- Verlies van gewrichtskraakbeen
- Ombouw van het onder kraakbeen liggend (subchondraal) bot
- Ontsteking van synoviale membraan (synovitis)
- Gewrichtspijn na belasting. Stijfheid en bewegingsbeperking
- Verminderde belastbaarheid en pijn
wat zijn de symptomen van artrose?
pijn, stijfheid bij opstaan < 30 min, toename gewrichtsomvang, ontsteking (warm, rood, gevoelig), standsafwijking van het gewricht, kraken, bewegingsbeperkingen
welke rontgenafwijkingen zie je bij artrose?
- gewrichtsspleetversmalling
- osteofytvorming
- subchondrale cystevorming
- subchondrale sclerose
- deformatie
welke niet-farmacologische behandelopties zijn er voor artrose?
Afvallen, voorlichting, fysiotherapie, hulpmiddelen, voorkomen piekbelasting
welke farmacologische behandelopties zijn er voor artrose?
paracetemol, topicale pijnstilling, NSAIDS (aspirine, diclofenac), Cox-2-remmers, injectie corticosteroiden of hyaluronzuur
wanneer denk je aan artrose?
- leeftijd > 45 jaar
- aan activiteiten gerelateerde kniepijn
- geen of kortdurende ochtendstijfheid < 30 min
- verminderde flexie of extensie
- crepitaties bij bewegingsonderzoek
- gevoeligheid van de gewrichtsspleet
- benige verbreding van het gewricht
wat voor operatieve behandelingen heb je voor artrose?
- gewrichtssparend
- gewricht verstijven (arthrodese)
- gewricht verwijderen (resectie arthroplastiek)
- gewricht vervangend (prothese)
wat zijn de componenten van anesthesie?
slaapmiddel + spierverslapping + pijnstilling
wat is de MAC? en hoeveel wil je?
minimaal alveolaire concentatie: maat voor potentie van een anestheticum. liefst meer dan 1,3 MAC
wat houdt ED50 in bij anesthesie?
50% van de patienten bewegen niet meer in reactie op chirurgische pijn bij deze concentratie anestheticum
wat doen anesthetica op receptorniveau?
versterking van remmende neurotransmitters (GABA), leidt tot hyperpolarisatie waardoor de cel minder snel geprikkeld wordt + dempen excitatoire neurotransmitters
wat zegt de bloed:gas partitiecoefficient en olie:gas parititiecoefficient?
bloed gas: hoe goed een middel oplost in bloed
olie gas: oplosbaarheid in vet, hoge oplosbaarheid vertraagd herstel
hoe slechter je oplosbaar ben in bloed hoe sneller het werkt want middel gaat naar de hersenen
wat is het probleem van propofol als anestheticum?
er bestaat geen antidoticum
wat voor verschillende verbindingen tussen botten zijn er?
- diarthrose: vrije beweging van het bot
- synartrose: gelimiteerde beweging
- synostose: bot tegen bot, geen beweging
- synchondrose: botten gekoppeld door hyalien kraakbeen
- syndesmose: botten verbonden door ligamenten of fibrokraakbeen
wat zijn de symptomen van coxartrose?
- pijn lies + bovenbeen
- startpijn, continue pijn, nachtelijke pijn
- loopafstand daalt
- bewegingsbeperking
- manken
wat zijn de operatieve opties bij coxartrose?
- totale heupprothese
- Girdlestone: heupkop verwijderen, bij niet-lopers of ernstig spastische mensen
- osteotomie: doorzagen bot waardoor standsverandering
- arthroscopie: herstellen heupvorm
- arthrodese: kan overwogen worden bij jonge mensen < 30 jaar
hoe ziet de bloedvoorziening van de heupkop eruit
a. femoris profunda, hieruit ontspringen a. circumflexa femoralis medialis en lateralis
noem mogelijke oorzaken van osteonecrose
traumatisch: collumfractuur, heupluxatie
niet-traumatisch: prednison, alcoholgebruik, hyperlipoproteinemie, bij beroepsduikers
wat is de indicatie van een gewrichtsprothese?
artrose of osteonecrose met pijn en functiestoornissen met beperking ADL ondanks conservatieve behandeling
wat zijn de belangrijkste complicaties bij een totale heupprothese?
- diep veneuze trombose
- infectie
- zenuwletsel (meestal n. ischiadicus -> klapvoet)
- luxaties
- vaatletsel
- ectopische botvorming
- aseptische/mechanische loslating
wat is de procedure bij infectie bij heupprothese?
- prothese extractie
- 2 weken AB IV
- 4 weken AB per os
- 2-4 weken AB vrij interval
- re-implantatie
wat is het beleid op de SEH bij verdenking heupfractuur?
afwijkende stand -> exorotatie en verkorting
motoriek
sensibiliteit
pulsaties
asdrukpijn
actief/passief bewegen
wat zie je op het X-bekken bij heupfractuur?
- verlies van collum hoogte
- hogere stand van de trochanter minor
- verlies van de bogen gevormd door ramus superior en os pubis
- dubbel contour bij de femurkoppen
wat zijn de kenmerken van dynamische heupschroef (DHS)?
- bij jonge fitte patienten
- geeft compressie op de fractuur
- juiste hoek is cruciaal
wat zijn complicaties van operatieve behandeling heupfractuur?
nabloeding
wondinfectie
mal-union/non-union
delier
gevaar immobilisatie: decubitis, pneumonie, DVT, longembolie
waar kijk je naar bij LO beoordeling heupproblemen?
looppatroon
bekkenstand: beenlengte
stand wervelkolom in 3 anatomische vlakken
test van Trendelenburg
omvangsmeting bovenbeen
palpatie
functieonderzoek
neurologisch
rotaties heup in buikligging
wat is de test van Trendelenburg?
op 1 been staan en test je de gluteus medius en minimus. kijk of de bekken naar beneden zakken -> hoort niet
wat zijn de kenmerken van dysplastische heupontwikkeling?
- abnormale verhouding caput femoris en acetabulum
- risicofactoren: stuitligging, torticollis, te weinig vruchtwater
wat is de diagnostiek en behandeling van dysplastische heupontwikkeling?
diagnostiek: echografie tot 9 maanden
behandeling: Pavlik bandage < 6 maanden, voeten aan schouders vastmaken en heup positioneren
Camp spreider: > 1 jaar
wat is cogitis fugax?
heupontsteking, eenmalige gebeurtenis
wat is M. perthes?
groeistoornis door passagere circulatiestoornis van de femurepifyse
ischemie -> necrose -> infarct
wat zijn de nadelen van skeletscintigrafie bij osteonecrose?
- sensitiviteit neemt af bij bilaterale osteonecrose
- veranderingen zijn niet specifiek voor osteonecrose
- het opgenomen farmacon bewijs correleert met geen van de classificatiesystemen
wat is het Ficat classificatie systeem bij osteonecrose?
ficat 1: normaal rontgenbeeld
ficat 2: sclerose of cysteuze laesies zonder subchondrale fractuur
ficat 3: crescent sign (subchondrale collaps) trapje in subchondrale bot
ficat 4:artrose met versmalling in de gewrichtsspleet en osteofyten
wat zijn voorkeurslocaties voor osteonecrose?
caput femoris, caput humeri, femurcondyl en talus
wat zijn de functies van kraakbeen?
- steun aan weke delen
- verbindt botten
- vormt glijvlak voor gewrichten
- vervult essentiele rol bij groei pijpbeenderen
welke hormonen beinvloeden de synthese van gesulfateerde glycosaminoglycanen in chondrocyten?
testosteron, groeihormoon en thyroxine
wat zijn de gradaties van chondropathie?
graad 1: blaarvorming
graad 2: fibrillaties
graad 3: scheuren en diepere erosies
graad 4: diepe erosies tot op het subchondrale bot