2C1 tentamen Flashcards

1
Q

welk component van de kraakbeenmatrix gaat als eerste verloren bij artrose?

A

glucosaminoglycanen (GAGs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 5 verschijnselen zijn karakteristiek voor artrose? (tentamen)

A
  • fissuurvorming aan het kraakbeenoppervlak
  • vorming van osteofyten
  • botvorming aan het gewrichtsoppervlak
  • kraakbeenerosie vanuit het midden van het gewrichtsvlak
  • vorming van subchondrale cysten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe heet het bij een patient met epifysiolysis capitis femoris die flexie met de heup doet dat er dan ook exorotatie van de heup geeft?

A

Teken van Drehmann

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bij een voorste kruisband reconstructie, waar wordt de tunnel voor de graft gemaakt?

A

mediale zijde van de laterale femurcondyl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

op welke wijze vindt interstitiele groei van kraakbeen plaats?

A

van chondrocyten in chondronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke structuren lopen door de carpale tunnel?

A

n. medianus
pezen van m. flexor pollicus longus
pezen van m. flexor digitorum superficialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke spieren lopen van:
schouder-arm
romp-arm
romp-schouder

A

schouder-arm: teres major en suprascapularis

romp-arm: pectoralis major en latissimus dorsi

romp-schouder: rhomboideus major en levator scapulae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de 5 ASAS kenmerken (assessment of spondyloartritis)?

A

< 40 jaar
nachtelijke pijn
langzaam ontstaan
verbetering met bewegen
geen verbetering met rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

op welke hoogte in de wervelkolom eindigt het myelum?

A

L1-L2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gaat er mis bij de ziekte van Paget?

A

toegenomen stimulatie van osteoclasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

in welke klassieke stand ligt het been bij een femoris collumfractuur?

A

verkorting en exorotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een kind van 5 jaar loopt met de voeten naar binnen (intoeing gait). wat kan hier de oorzaak van zijn?

A

coxa anteverta
metatarsus adductus
endotorsio tibiae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welk traumamechanisme is het meest typisch voor een voorste kruisband ruptuur?

A

een valgus-exorotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe heet nieuw gevormd bot bij een osteomyelitis?

A

involucrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de functie van het tuberculum van Lister?

A

katrolvorming voor de m. extensor pollicis longus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke zenuw innerveert de m. biceps brachii?

A

n. musculocutaneus

17
Q

welke 2 grote zenuwen ontspringen uit de fasciculus posterior?

A

n. axillaris en de n. radialis

18
Q

wat is de functie van een costameer?

A

het verbinden van de sarcomeren aan de extracellulaire matrix

19
Q

wat is de naam van een uitloper van fascie die spieren met verschillende innervatie scheidt in een compartiment?

A

septum intermusculare

20
Q

vanaf welke kant punctuur je een elleboog zodat er de minste kans op neurovasculaire schade is?

A

radiaal, je hoeft alleen door een kapsel te prikken
(voor operatie laterodorsaal maar tricepspees te dik om met een naald doorheen te gaan)

21
Q

op welk bot insereren de belangrijkste pronatoren en supinatoren van de onderarm?

A

de radius

22
Q

bij wat voor scaphoidbreuk is het risico op avasculaire necrose het grootst?

A

een proximale breuk t.o.v. een distale breuk

23
Q

waarop berusten de cardiale en neurologische bijwerkingen van lokale anesthetica?

A

blokkering van de natriumkanalen

24
Q

hoe kan intoxicatie van lokale anesthetica behandelen?

A

met een lipideninfuus, maar werkt niet op de receptor maar op het wegvangen van anestheicia in vetbubbels

25
Q

wat voor operatieve behandeling doe je bij avasculaire necrose van de femurkop bij Ficatstadium I/II?

A

core decompressie

26
Q

door welke structuren wordt de enkelvork gestabiliseerd?

A

membrana interossea cruris
lig. tibiofibulare posterior
lig. tibiofibulare anterior

27
Q

wat is het doel van een trekschroef?

A

interfragmentaire compressie verkrijgen

28
Q

welke anatomische structuur behoort niet tot het bewegingssegment van Junghans?

A

processus spinosi

29
Q

wat voor soort pijn in typisch voor ziekte van Bechterew?

A

pijn ‘s nachts en ‘s ochtends vroeg

30
Q

wat is een complicatie van een VKB ruptuur?

A

het meegaan van de laterale meniscus

31
Q

wat mag je niet doen met patienten met Bechterew/ankylose?

A

plat op de rug liggen -> geeft wervelfractuur

32
Q

welke zenuw innerveert de m. triceps brachii?

A

n. radialis

33
Q

welke type Salter Harris classificatie wordt niet herkend op een conventionele rontgenfoto?

A

V

34
Q

Hoe heet de spier waarvan de aponeurose uitwaaiert in de fascia palmaris

A

M. Palmaris longus