2.8 Flashcards
1
Q
het uitwisselinsprogramma
A
le programme l’échange
2
Q
voorstellen
A
proposer
3
Q
beste (aanhef e-mail)
A
cher, chère
3
Q
tussen
A
entre
4
Q
plaatsvinden
A
avoir lieu
5
Q
in de maand
A
au moins de
6
Q
blij, tevreden
A
content
7
Q
eerder
A
auparavant
8
Q
het gastgezin
A
la famille d’accueil
9
Q
de persoonsgegevens
A
les coordonnées
10
Q
zich voorstellen
A
se présenter
11
Q
ongeveer
A
eviron
12
Q
het leer
A
le cuir
13
Q
oud
A
ancien, ancienne
14
Q
leven, wonen
A
vivre