26 Pistrina Flashcards
1
Q
Finis, fines
A
- Grens, einde
2. Mv gebied
2
Q
Orbis, orbes
A
Kring, cirkel
3
Q
Meminisse (pf)
A
- +aci zich herinneren dat
2. + gen zich (iets) herinneren
4
Q
Iuventes, gen -tutis
A
Jeugd
5
Q
Egi
A
Pf van agere
6
Q
Procul
A
Ver, in de verte
7
Q
Censere
A
Van mening zijn
8
Q
Praeterii
A
pf van Praeterire
9
Q
Praeterire
A
Voorbijgaan
10
Q
Ignotus, -a, -um
A
Onbekend
11
Q
Villa
A
Landgoed
12
Q
Perveni
A
Pf van pervenire
13
Q
Pervenire
A
Aankomen
14
Q
Egere + abl
A
Nodig hebben
15
Q
Officium
A
Plicht, taak
16
Q
Amplus, -a, -um
A
- Ruim, groot
2. Belangrijk
17
Q
Committere
A
Toevertrouwen
18
Q
Commisi
A
Pf van committere
19
Q
Frumentum
A
Graan
20
Q
Premere
A
Drukken (op)