25 _ Bloedtransfusies Flashcards

1
Q

Wat is de samenstelling van het bloed?

A
  • Bloedplasma
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uit wat bestaat bloedplasma? Wat is de kleur hiervan?

A

Bestaat uit : voedingstoffen, vitamines, hormonen, mineralen en eiwitten

Kleur : geel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de verschillende soorten bloedbuisjes? Leg met enkele woorden uit waarvoor we ze kunnen gebruiken?

A

Citraat

  • Stollingsonderzoek
  • Haalt calcium weg

Serum
- Bepaling eiwitgehalte

EDTA

  • Witte & rode bloedcellen en bloedplaatjes
  • Remming bloedstolling door weghalen calcium
  • EDTA zorgt dat bloedcellen niet worden beschadigd

Natrium - floride

  • Langere bewering voor glucosetest
  • Natriumfloride legt energiegebruik van bloedcellens stil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef enkele indicaties voor het uitvoeren van een bloedtransfusie.

A
  • Anemie
  • Hemorragische diathese : stollingsstoornissen
  • Hypoproteïnemie
  • Bloedverlies tijdens chirurgie
  • Oncologische patiënten
  • Infecties : bloedparasieten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarvoor zal een bloedtransfusie zorgen?

A
  • Herstel O2 – transportcapaciteit
  • Herstel bloedvolume
  • Aanbieden stollingsfactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke soorten transfusies zijn er?

A
  • Autotransfusie
  • Xenotransfusie
  • Allotransfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een autotransfusie?

A
  • Van patiënt zelf
  • Voor chirurgie: 10 tal dagen voor operatie bloed afnemen
  • Tijdens chirurgie toedienen indien nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een xenotransfusie ?

A
  • Donor is andere diersoort dan acceptor
  • Weinig toegepast

Voorbeeld

  • Hond aan kat: 1e transfusie oké maar snelle destructie
  • 2e transfusie: fataal door antigeen – antistof reactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een Allotransfusie ?

A

Bloedtransfusie binnen dezelfde diersoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar zullen we bloed afnemen bij een bloeddonatie?

A

Vena Jugularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke bloedgroepen vinden we terug bij de kat?

Geef hier een extra woordje uitleg bij

A

Bloedgroep A, B & AB

Bloedgroep A

  • Meest voorkomend
  • Lage anti – B hemagglutines

Bloedgroep B

  • Minder voorkomend
  • Raskatten
  • 100 % hoge anti – A hemagglutines

Bloedgroep AB

  • Zelden
  • Geen anti – A of anti – B hemagglutines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is het belangrijk dat we zeker bij katten rekening houden met antilichamen?

A

Katten met bloedgroep B : sterke reactie tegen bloedgroep A of AB

Katten met bloedgroep AB : hebben geen allo-antistoffen

Katten met bloedgroep A : antistoffen tegen B, maar zwak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke 2 manieren kunnen we de bloedgroep gaan bepalen?

A
  • Serologisch bloedgroep bepalen : aangewezen bij bloedtransfusie
  • Genetisch bloedgroep bepalen : aangewezen bij fokken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom wil men geen poes met bloedgroep B (b/b) kruisen met kater bloedgroep A (A/b)?
(Nakomelingen zijn bloedgroep A)

A
  • Voor geboorte : verwaarloosbaar hoeveelheid antilichamen naar kitten
  • Via de melk : antistoffen tegen bloedgroep A
  • Rode bloedcellen van bloedgroep A afgebroken

Voorkomen : geen colostrum geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom wil men geen poes met bloedgroep B (b/b) kruisen met kater bloedgroep A (A/b)?
(Nakomelingen zijn bloedgroep A)

Welke symptomen zullen de kittens hebben?

A
  • Kitten snel dood na geboorte
  • Zwakte, geen zin om te drinken
  • Roodbruine urine
  • Geelzucht
  • Bloedarmoede
  • Staartpunten afsterven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Op wat is de naamgeving gebaseerd bij de bloedgroepen van de honden?

A

Het aan – of afwezigheid antigenen op oppervlakte van rode bloedcellen

17
Q

Waarvoor staat de afkorting DEA

A

Dog Erytrocyt Antigen

18
Q

Hoeveel verschillende bloedgroepen zijn er bij de honden?

A

8

DEA1.1, DEA1.1, DEA3, DEA4, DEA5, DEA6, DEA7, DEA8

19
Q

Zij er van nature antistoffen tegen de andere bloedgroepen bij de hond?

A

Neen, antistoffen worden ontwikkeld na 1e transfusie

20
Q

Hoeveel mag een hond doneren?

A

1 % van lichaamsgewicht

30kg → 300ml

21
Q

Hoeveel mag een kat doneren?

A

25 – 30 ml / kat

22
Q

wat bedoelen we met crossmatch? Welke types zijn er?

A

Bloedtype bepalen donor en ontvanger

Types

  • Major crossmatch
  • Minor crossmatch
23
Q

Wat gaat men doen bij een major crossmatch?

A

Rode bloedcellen donor gemengd met serum recipiënt

  • Geen tekenen van agglutinatie : compatibel
  • Tekenen van agglutinatie : niet compatibel
24
Q

Wat gaat men doen bij een minor crossmatch?

A

Rode bloedcellen ontvanger gemengd met serum donor

  • Geen tekenen van agglutinatie : compatibel
  • Tekenen van agglutinatie : niet compatibel
25
Welke verschillende bloedproducten zijn er?
- Volbloed - Vers ingevroren plasma - Packed red blood cells
26
Geef enkele algemeenheden over volbloed.
- Maximaal 4 – 6 u bewaren aan kamertemperatuur - Max 3 weken gekoeld bewaren - Afgenomen bloed wordt gemengd met anticoagulant - Toediening : bloedtransfusieset met filter - Indicatie : verlies RBC en plasma
27
Geef enkele algemeenheden over Fresh Frozen Plasma (FFP).
- Plasma snel gescheiden van rode bloedcellen (binnen 6u ingevroren) - Centrifugeren van vol bloed - Bevat stollingsfactoren en plasmaproteïnes - Kan 1 jaar bewaard worden (daarna frozen plasma)
28
Geef enkele algemeenheden over packed cells.
- Leveren enkel rode bloedcellen - Centrifugeren waardoor scheiding tussen plasma en cellen ontstaat - Plasma wordt verwijderd - Toevoegen van bewaarstoffen voor cellen - Geen plasmaproteïnes of stollingsfactoren - Maximum 3 weken bewaren
29
Welke antistollingsproducten zijn er? zowel lange als korte bewaring.
Anti – stolling voor onmiddellijk gebruik - Heparine (duur) - Na Citraat (langere werkingsduur) Bewaring - ACD stabilisator (3 weken) - CPDA – 1 stabilisator (5 - 7 weken)
30
Wat is de overlevingstijd getransfundeerde rode bloedcellen
- Aantal transfusie : 1e keer langer dan 2e keer - Compatibiliteit (indien niet : zeer snelle afbraak- - Grote huisdieren : 2 – 4 dagen - Kat : bij zelfde bloedgroep een 30 dagen (anders enkele uren tot max 2 dagen)
31
Wat zijn de niet - immunologische symptomen van een bloedtransfusie?
- Koorts / sepsis : bacteriële infectie - Hemolyse zonder symptomen - Hypothermie : massale infusie van koud bloed - Volume overbelasting
32
Wat zijn de immunologische symptomen van een bloedtransfusie?
- Acute hemolyse - Koorts zonder hemolyse - Anafylactische shock
33
Welke types immuungemedieerde reactie zijn er?
Type 1 : allergische reactie | Type 2 : cytotoxiteit (hemolytische reactie)
34
Bespreek de allergische reactie van de immuungemedieerde reactie
- Voornamelijk door plasma eiwitten - Meestal milde symptomen : beven, diarree - Preventief : antihistaminica - Erge gevallen : intensief shocktherapie
35
Bespreek de cytotoxiteit (hemolytische reactie) van de immuungemedieerde reactie
Natuurlijk voorkomen antilichamen - Zelden : 1e transfusie weinig gevaar - Uitzondering : A bloed bij B kat Door 1e transfusie : actieve immunisatie - Antistof productie : bij 2e transfusie acute reactie Acute symptomen - Onrust, temperatuur stijging, convulsie - Soms ook shock Symptomen vertraagde hemolyse - Hemolytische icterus : na 24 – 48 uur - Meestal na herhaalde transfusies - Minder gevaarlijk, doch nut transfusie rode bloedcellen minimaal Behandeling - Stop transfusie + aangepaste shocktherapie
36
Welke soorten niet - immunologische reacties zijn er?
Direct - Contaminatie bloed - Vloeistofoverload - Hypothermie Indirect - Overdracht ziektes