2 _ Voeding Flashcards

1
Q

Op welke 3 manieren worden de glucose spiegels in ons lichaam op peil gehouden?

A
  • Via aanvoer glucose (< voedsel)
  • Via glycogenolyse (omzetting van glycogeen naar glucose)
  • Via glucogenese (omzetten van vet en aminozuren naar glucose)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een nadeel van de glucogenese?

A

Een snelle daling van lichaamseiwitgehaltes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe past een lichaam zich aan als er onvoldoende / geen voedingsstoffen meer binnenkomen?

A
  • Overschakeling naar ketonlichamen : gebruikt door hersenen en perifere weefsels
  • Basisstofwisseling vertraagt

Eerst worden kort de eiwitvoorraden gebruikt voor glucoseproductie, daarna worden de vetvoorraden aangesproken. Wanneer de vetvoorraden op zijn worden opnieuw de eiwitvoorraden aangesproken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de eerste gevolgen van verhongering?

A

Primair : shock

Secundair : hypermetabolisme

  • Verhoogde glucoseproductie door glycogenolyse en gluconeogenese
  • Adrenaline veroorzaakt insulineresistentie op cellulair niveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het gevolg van hypermetabolisme?

A

Verlies van

  • Energievoorraden
  • Lichaamsweefsel
  • Viscerale eiwitten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kan een resultaat zijn van verhongering & ziekte?

A

Stressdiabetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe komt het dat bacteriën gemakkelijker sepsis kunnen veroorzaken tijden verhongering?

A
  • Toegenomen permeabiliteit van darmmucosa
  • Verminderde immuniteit ter hoogte van darmmucosa
  • Bacteriële overgroei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de gevolgen van een verhoogd katabolisme van de functionele lichaamseiwitten?

A
  • Slechte wondgenezing
  • Verzwakte immuniteit
  • Daling hart – en ademhalingsfunctie
  • Dood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de dieetmaatregelen bij herstel?

A
  • Hou de vochtbalans op peil

- Start de voeding zo snel mogelijk op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn enkele indicaties voor het opstarten van enterale voeding?

A
  • Snelle daling van lichaamsgewicht met 10 %
  • Recente ernstige verwonding / operatie
  • Slechte lichaamsconditie
  • Verhoogd verlies aan nutriënten (diarree, brandwonden,…)
  • Hogere behoefte
  • Chronische aandoening
  • Gebruik van bepaalde geneesmiddelen die ontstaan van katabolisme of anorexie bevorderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarop moeten we letten voor de energiebehoefte van het dieet bij herstel?

A
  • Energierijk (voornamelijk vet en eiwitten) wegens hypermetabolisme
  • Wegens stressdiabetes : weinig koolhydraten geven, kans op refeeding syndroom vermijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarop moeten we letten voor het eiwitgehalte van het dieet bij herstel?

A
  • Hoge biologische waarde

- Reparatie en herstel bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom moeten we letten voor een voldoende hoog glutaminegehalte van het dieet bij herstel?

A

Dit zijn de aminozuren, deze zullen de enterocyten ondersteunen
Ze zorgen voor het herstel van de gastro - intestinale mucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarop moeten we letten voor de vitaminen van het dieet bij herstel?

A
  • Verhoging wateroplosbare vitaminen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het refeeding syndroom?

A

Bij het opnieuw opstarten van voeding van een patiënt die een periode weinig of niets heeft gegeten, zal door de beschikbaarheid van glucose (door de voeding) het katabolische proces terug omschakelen naar een anabolisch proces.

Bij het toedienen van koolhydraten zal fosfaat van extracellulair massaal naar intracellulair bewegen

Daarnaast zal ook de insulinesecretie toenemen.

  • Leidt tot een synthese van eiwitten
  • Leidt tot transfer van glucose, kalium, vocht en fosfaat naar cellen

Hierdoor is er kans op een tekort aan fosfaat in het serum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het belang van fosfaat in het lichaam?

A
  • Functie erythrocyten, leucocyten, thrombocyten
  • Vrijlaten O² uit oxyhemoglobine
  • ATP – synthese
  • Werking zenuwstelsel, hart, spier, ademhaling en lever
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn enkele algemene kenmerken van voeding voor patiënten die een periode niet of weinig gegeten hebben?

A
  • Hoge calorische waarde en zeer verteerbaar
  • Zeer smakelijk
  • Nauwkeurig te doseren
  • Gemakkelijk te bewaren en toe te dienen (ook via sonde)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn enkele algemeenheden waarmee we rekening moeten houden bij het geven van enterale voeding?

A
  • Dagelijkse voedingsbehoefte in 4 – 6 voedingen / dag
  • 1e dag : 30 % voedingsbehoefte
  • In 3 – 4 dagen naar volledige dagdosis
  • Patiënt niet laten neerliggen
  • Over een periode van 15 min
  • Voor en na voeden spoelen met water
  • Dagelijks glucose bepalen in bloed en urine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke soorten sondes zijn er?

A
  • Naso – oesopheagale sonde
  • Faryngostomie sonde
  • Oesophagostomie sonde
  • Gastrostomie sonde
  • Jejunostomie sonde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de algemeenheden van een Naso - oesophageale sonde?

A

Deze sonde gaat via de neus in de slokdarm en dan tot in de maag.

  • Met / zonder sedatie
  • Vloeibaar voedsel
  • Kan zelf nog eten en drinken
  • Niet duur
  • Goed getolereerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn indicaties om een naso - oesophageale sonde te plaatsen?

A
  • Anorexie
  • Meer dan 3 dagen minder voedselopname
  • > 10 % verlies lichaamsgewicht
  • Wanneer algemene anesthesie tegenaangewezen
  • Moet langer enteraal gevoed worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn contra - indicaties om een naso - oesophageale sonde te plaatsen?

A
  • Niet functionerend maagdarmstelsel
  • Slokdarmpathologie
  • Braken
  • Buiten bewustzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de complicaties van een naso - oesophageale sonde?

A
  • Verstopping
  • Regurgiteren tube (opgepast bij kat!!)
  • Inslikken gedeelte tube
  • Diarree : door teveel water, te snel voeden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat is de verzorging en onderhoud van een naso - oesophageale sonde?

A
  • Controleren of tube nog goed zit
  • Voor & na eten flushen
  • Tube afsluiten
  • Aangezicht regelmatig proper maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn enkele algemeenheden waarmee we rekening moeten houden als we een naso - oesophageale sonde steken bij een paard?

A
  • Zorg dat je zeker tot in de maag zit
  • In 3 dagen werken om tot volledige dagdosis te geraken
  • Elke 2 - 4 uur voeden
  • Maximum 6 liter voeding
  • Uitkijken voor diarree
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe moeten we een Pharyngostomie sonde plaatsen?

A

Chirurgische plaatsing onder algemene anesthesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn de indicaties om een pharyngostomie sonde te plaatsen?

A
  • Trauma mandibula, maxilla, aangezicht

- Lange tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat zijn de contra - indicaties om een pharyngostomie sonde te plaatsen?

A
  • Farynx trauma
  • Niet functionerend maagdarmstelsel
  • Braken
  • Niet bij bewustzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat zijn de complicaties van een pharyngostomie sonde?

A
  • Interferentie epiglottis
  • Oedeem
  • Infectie
  • Bloeding
  • Verstopping
  • Aspiratie voedsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is de verzorging voor een pharyngostomie sonde?

A
  • Steeds nekijken of sonde nog goed zit
  • flushen voor en na eten
  • Afsluiten tube
  • Reinigen wonde
31
Q

Wordt een oesophageale sonde goed verdragen?

A

Ja, over het algemeen wordt deze goed verdragen

32
Q

Waar wordt een pharyngostomie sonde geplaatst?

A

Net achter linker mandibula

33
Q

Waar wordt een oesophageale sonde geplaatst?

A

Door de huid in de slokdarm (links)

34
Q

Wat zijn de indicaties om een oesophageale sonde te plaatsen?

A
  • Anorexie

- Lange termijn voeding ( > 1 week – maanden)

35
Q

Wat zijn de contra - indicaties om een oesophageale sonde te plaatsen?

A
  • Chronisch zieke dieren
  • Cachectische dieren
  • Comateuze dieren
36
Q

Hoe noemen we de techniek waarmee we een oesophageale sonde klem zetten?
Waarom is dit zo’n goede techniek?

A

Chinese finger trap

Wanneer het dier er zelf aan zou trekken, worden de knopen nog strakker waardoor hij zeker niet verwijderd kan worden

37
Q

Wat zijn gekende complicaties van de oesophageale sonde?

A
  • Uitvloei rond stoma (reinigen met lauw water)
38
Q

Hoe ziet de verzorging van een oesophageale sonde eruit?

A
  • Nakijken of sonde nog goed zit
  • Flushen voor en na voeding geven
  • Afsluiten tube
  • Reinigen wonde
39
Q

Wanneer kunnen we een oesophageale sonde verwijderen?

A
  • Als spontaan eten
  • Afbouwen sondevoeding
  • Als 1 week voldoende energieopname : sonde mag verwijderd worden
40
Q

Waar plaatsen we een gastrostomie sonde?

A

Deze tube gaat door de huid rechtstreeks de maag in

41
Q

Hoe lang kunnen we een gastrostomie sonde laten zitten?

A

Gemakkelijk meer dan een week tot zelfs een jaar

42
Q

Wat zijn de indicaties om een gastrostomie sonde te zetten?

A
  • Voorste maagdarmsysteem overbruggen
  • Anorexie
  • Comateuze patiënten
43
Q

Wat zijn de contra - indicaties om een gastrostomie sonde te zetten?

A
  • Niet functioneel maagdarmsysteem

- Braken

44
Q

Wat is belangrijk om mee rekening te houden als we een gastrostomie sonde plaatsen?

A

Er moet 24 uur gewacht worden met voeden

45
Q

Wat zijn complicaties van een gastrostomie sonde?

A
  • Tijdelijke uitvloei wonde (reinig elke 2 dagen)

- Peritonitis (bij te vroeg verwijderen)

46
Q

Hoe ziet de algemene verzorging van een gastrostomie sonde eruit?

A
  • 2x / dag stoma reinigen (vooral 1ste week)
  • Steriel bedekken
  • ‘Vest’ aandoen (stockinette of verband)
  • Indien nodig kraag
  • Water in tube tussen voedingen
47
Q

wanneer / hoe verwijderen we een gastrostomie sonde?

A
  • Sonde moet minimum 1 week blijven zitten
  • Verwijderen indien dier spontaan begint te eten (sonde voeding afbouwen, , verwijderen na 1 week voldoende energieopname)
  • Hechtingen verwijderen en sonde langzaam eruit trekken
  • Indien nodig sonde afknippen
  • Sluit van zichzelf in 3 dagen
48
Q

Waar wordt een jejunostomie sonde geplaatst?

A

Via buikwand rechtstreeks in dunne darm

49
Q

Wat zijn de indicaties om een jejunostomie sonde te plaatsen?

A
  • Geen voeding in maag en duodenum
  • Maag -, duodenum -, lever -, galblaaspathologie
  • Pancreatitis
  • Chronisch braken
50
Q

Wat zijn de contra - indicaties om een jejunostomie sonde te plaatsen?

A
  • Niet functioneel maagdarmsysteem
51
Q

Hoe ziet de verzorging van een jejunostomie sonde eruit?

A
  • Kan direct gebruikt worden
  • Water in tube tussen voedingen
  • Elementaire voeding
  • Continue voeding beter dan boli
  • ‘Vest’ aandoen
52
Q

Wat zijn complicaties van de jejunostomie sonde?

A
  • Lekken (subcutaan en /of peritoneum)
  • Diarree
  • Jejunumperforatie
53
Q

Met welke formule berekenen we de nutritionele behoefte?

A

Energiebehoefte = BER × IF

54
Q

Waarvoor staat BER?

Hoe berekenen we dit?

A

BER : Basis energie behoefte

BER (kcal) = 70 ×〖(Lichaamsgewicht in kg)〗^(3/4)

55
Q

Hoe wordt BER berekent voor dieren tussen 2 en 40 kilo ?

A

BER = (30 × Lichaamsgewicht in kg) + 70

56
Q

Waarvoor staat IF ?

A

Ziekte factor

57
Q

Wat is de IF voor een gehospitaliseerde patiënt?

A

1.3

58
Q

Wat is de IF voor een trauma / chirurgie?

A

1.6

59
Q

Wat is de IF voor een neoplasie patiënt?

A

1.6

60
Q

Wat is de IF voor een patiënt met een ernstige infectie?

A

1.8

61
Q

Wat is de IF voor een patiënt met een zware brandwonden?

A

2.0

62
Q

Hoe bouwen we de nutritionele behoefte op van onze patiënt?

A

Dag 1 : 1/3 van de nutritionele behoefte, aanvullen met water

Dag 2 : 2/3 van de nutritionele behoefte, aanvullen met water

Dag 3 : volledige nutritionele behoefte

63
Q

Wat is de maximum hoeveelheid voeding voor een hond?

A

45 ml / kg

64
Q

Wat is de maximum hoeveelheid voeding voor een kat van 1 tot 1.4 kg?

A

35 ml / kg

65
Q

Wat is de maximum hoeveelheid voeding voor een kat van 1.5 tot 4 kg?

A

30 ml / kg

66
Q

Wat is de maximum hoeveelheid voeding voor een kat van 4 tot 6 kg?

A

22 ml / kg

67
Q

wanneer gaan we parentale voeding geven?

A

Bij patiënten die tijdelijk geen voedingsstoffen uit maagdarmsysteem halen

68
Q

Waar plaatsen we parentale voeding?

Wat is ook zeer belangrijk als we parentale voeding willen geven?

A

Vena Jugularis

De patiënt mag niet gedehydrateerd zijn !

69
Q

Wat zijn de voordelen van parentale voeding?

A
  • Kan volledig voorzien in proteïnen en calorieën

- Verbeteren recovery en versnellen wondgenezing

70
Q

Wat zijn de nadelen van parentale voeding?

A
  • Duur
  • Katheter management
  • Constante monitoring, dieetbereiding en – bewaring
  • Maagdarmsysteem wordt niet gestimuleerd → maagdarmbarrière ↓ → septicemie → sterfte
71
Q

Wat zijn de indicaties om parentale voeding te geven?

A
  • Kan geen nutriënten opnemen via gastro intestinaal – systeem
  • Erge diarree of braken
  • Pancreatitis
  • Niet functioneel gastro intestinaal – systeem
72
Q

Hoe ziet de verzorging eruit voor parentale voeding?

A
  • 50 % van totale behoefte 1e dag, 100 % op 2e dag
  • Dagelijks bloedname
  • Lichaamsgewicht en °t 2x/dag
  • Om de 2 dagen verband verversen, ontsmetten en nieuwe infusie set
73
Q

Wat zijn gekende complicaties van parentale voeding?

A
  • Katheterproblemen
  • Flebitis en trombose
  • Sepsis