22: verbintenissen uit de wet II: zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking Flashcards
noem de 3 verbintenissen van rechtmatige daad
zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking
wat is zaakwaarneming
6:198 BW: het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, tenzij hij bevoegd is krachtens een rechtshandeling of in de wet geregelde rechtsverhouding
wat betekent ‘onverschuldigd’ in ‘onverschuldigde betaling’
zonder rechtsgrond
wat is een onverschuldigde betaling
art. 6:203 BW: een prestatie die is verricht zonder dat daartoe een rechtsgrond bestond
welke 2 soorten onverschuldigde betaling zijn er
- een waaraan vanaf het begin geen rechtsgrond lag
- er was ooit een rechtsgrond voor de betaling, er is toen betaald maar daarna is de rechtsgrond met terugwerkende kracht komen te vervallen
is dwaling een vereiste bij onverschuldigde betaling
nee, vaak is dit wel het geval maar het is geen vereiste
wat gebeurt er als ongedaanmaking van de onverschuldigde betaling niet meer mogelijk is
- als dit niet meer mogelijk is door toevallige feitelijke omstandigheden > de verbintenis tot ongedaanmaking lost op krachtens de algemene voor tekortschieten geldende regels in een verbintenis tot schadevergoeding 3:74
- als de aard van de prestatie ongedaanmaking uitsluit > de regeling van art. 6:210 lid 2 BW
wat is het verschil en wat is de overeenkomst tussen de vordering uit ongerechtvaardigde verrijking en de vordering onverschuldigde betaling
verschil: bij ongerechtvaardigde verrijking is gericht op schadevergoeding terwijl onverschuldigde betaling gericht is op ongedaanmaking
overeenkomst: beiden zorgen ervoor dat een niet te rechtvaardigen vermogensverschuiving recht wordt getrokken