17: uitleg en uitvoering van overeenkomsten Flashcards

1
Q

wat is contractsvrijheid

A

partijen zijn in beginsel vrij om overeenkomsten te sluiten en om te bepalen van de inhoud van die overeenkomst is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is in de kern het rechtsgevolg van een overeenkomst

A

art. 6:248 lid 1 BW: de partijafspraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke bronnen kunnen worden gebruikt om een overeenkomst aan te vullen als deze een leemte bevat

A

art. 6:248 lid 1 BW: wet, gewoonte, redelijkheid & billijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom is voor het bepalen van de inhoud van een overeenkomst een taalkundige uitleg te beperkt

A

een zuiver taalkundige uitleg van een overeenkomst is te beperkt omdat woorden op zichzelf nooit duidelijk zijn, ze zijn alleen in de context te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het haviltex criterium

A

bij de uitleg van contractsbepalingen komt het aan op wat partijen over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen redelijkerwijze mochten afleiden en op grond daarvan redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een andere term voor aanvullend recht

A

regelend recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer is regelend recht/aanvullend recht van toepassing bij de uitleg van een overeenkomst

A

art. 6:248 lid 1 ‘uit de wet’, wanneer de partijen niet van het regelend recht in de overeenkomst zijn afgeweken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom komt in het overeenkomstenrecht weinig dwingend recht voor

A

omdat het overeenkomstenrecht zich kenmerkt door de contactsvrijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er als partijen een bepaling in een overeenkomst hebben opgenomen die in strijd is met dwingend recht

A

dan is deze bepaling nietig of vernietigbaar ex art. 3:40 lid 2 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houdt aanvulling door gewoonte als in art. 6:248 lid 1 BW in

A

een bepaalde gedragslijn die men binnen een bepaalde kring in het algemeen en bij herhaling volgt en waarvan men op naleving rekent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat houdt de redelijkheid en billijkheid van art. 6:248 lid 1 BW in

A

r&b verwijst naar ongeschreven recht, er is geen algemene definitie van r&b maar art. 3:12 BW geeft wel enkele richtlijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe werd r&b vroeger ook wel genoemd

A

de goede trouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een ander woord voor de beperkende werking van de r&b

A

de derogerende werking van de r&b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat houdt de derogerende werking van de r&b in

A

art. 6:248 lid 2 BW: een o.g.v. een overeenkomst geldende regel is niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatschaven van r&b onaanvaardbaar zou zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het uitgangspunt van het overeenkomstenrecht is pacta sunt servanda, wat betekent dit

A

afpraken moeten worden nagekomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

is art 6:2 een speciale regel van overeenkomstenrecht

A

nee, het is een algemene regel van verbintenissenrecht

17
Q

in hoeverre werkt de r&b door in het goederenrecht

A

niet: in het goederenrecht staat de rechtszekerheid voorop, belangenafwegingen zouden daar afbreuk aan doen

18
Q

welk toetsingscriterium wordt in het goederenrecht gebruikt ipv de r&b

A

art. 5:1 lid 2 jo. 3:13: misbruik van recht. de maatstaf van misbruik van recht is een zwaarder dan r&b