22/23 Flashcards

1
Q

Welke veranderingen treden in deze omstandigheden op teneinde het lichaamsgewicht weer naar het oude gewicht terug te brengen? 3x

A
  1. De sympathische activiteit van het lichaam zal onder deze omstandigheden afnemen.
  2. Het energieverbruik van het lichaam tijdens lichamelijke activiteit zal onder deze omstandigheden afnemen.
  3. Het 24-uurs energieverbruik van het lichaam in rust zal onder deze omstandigheden afnemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Na late-fasting als er weer
insuline is, stopt de
ketonlichaam productie,
waarom?

A

○ verminderd vetzuuraanbod
§ insuline remt HSL en
daarmee de lipolyse in
vetweefsel

○ remming beta-oxidatie
insulien activeert acetyl-
coa carboxylase >
malonyl-coa stijgt en
CPT-1 wordt geremd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

glucagon receptor, welke soort receptor

A

G-eiwit gekoppelde receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

malonyl coa 3x

A
  • Malonyl-CoA is een remmer van de carnitine palmitoyltransferase I (CPT-I) reactie.
    Malonyl-CoA is een produkt van de acetyl-CoA carboxylase (ACC) reactie.
    Malonyl-CoA is een remmer van de vetzuuroxidatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

insuline receptor, wat voor soort receptor>

A

thyrosine kinase receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De hoeveelheid myoglobine in type IIB vezels is kleiner dan in type I vezels.
Het energie metabolisme in type IIB vezels is overwegend anaeroob in tegenstelling tot in de type I vezels.
De glycogeen voorraad in type IIB vezels is groter dan in type I vezels.

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat stimuleert de HSL activiteit?

A

De HSL activiteit wordt gestimuleerd door fosforylering van HSL.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Alcohol versterkt sommige medicijnen

A

voor afbraak door p450 complex; daar is dan competitie tussen de 2. daardoor een langere werkingsduur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Om zeker te zijn dat de huidige klachten verklaard kunnen worden door een aanval van acute porfyrie moet er in urine afgenomen ten tijde van de klachten ALA en PBG worden bepaald.
    Om aan de hand van een urinemonster de diagnose acute porfyrie aanval betrouwbaar te kunnen stellen dient de buis met urine direct na afname ingepakt te zijn en te blijven in aluminiumfolie.
    ○ gevoelig voor licht
A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

door wat worden P450 enzymen vooral beinvloed?

A

cytochroom P450 enzymen worden vooral beïnvloed door enzyminductoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe signaleert AMP stijging een ATP tekort?

A

door activatie van glycogeen fosforylase wordt glucose-6-fosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

effevt hoog zout inname

A

Een te hoge inname van zout heeft de meeste impact op ziekte en sterfte door niet-overdraagbare aandoeningen wereldwijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verdelingsformule?

A

dosis/bloedspiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat als klaring hoger is dan bloedtoevoer?

A

Als klaring hoger is dan de bloedtoevoer; ook door andere organen geklaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

intermitterend vasten 3x

A
  • Intermitterend vasten is een paraplu begrip, er zijn veel verschillende vormen.
    Intermitterend vasten is niet effectiever dan een normaal energiebeperkt dieet.
    Intermitterend vasten door in de middag te stoppen met eten is metabool gunstig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe komt vit A in de lever?

A

het meeste vitamine A vanuit de dunne darm in de lever terecht gebonden in chylomicronen via de arteria hepatica.

12
Q

intensieve insuline therapie; gewichtstoename

GLP1 analoog; gewichtsafname: Remming van de maagontlediging, stimulering van de insuline secretie, en remming van de glucagon secretie.

A

-

12
Q

zelfde BMI aziatische mannen

A

Bij eenzelfde waarde voor de body mass index hebben Aziatische mannen gemiddeld vaker een grotere vetmassa dan Caucasische mannen.

13
Q

waarom BMI niet gebruiken in 1900 standaard?

A

Artsen baseerden zich nog niet massaal op statistisch-epidemiologisch onderzoek, dat was de belangrijkste reden waarom artsen de ‘Body Mass Index’ rond 1900 nog niet standaard gebruikten.

14
Q

glycogeen synthase?

A

Het enzym wordt gefosforyleerd door fosforylase kinase.

Het enzym is gedefosforyleerd in condities met hoog insuline.

14
Q

eiwitsparing?

A

Bij langdurig vasten treedt eiwitsparing op: door ketonlichaamproductie is maar weinig eiwitafbraak nodig voor de gluconeogenese. Als vetmassa beneden kritisch niveau komt, is er onvoldoende productie van ketonlichamen om hersenen van brandstof te voorzien, en worden eiwitten versneld afgebroken.

14
Q

hoort essentieel vet bij lean body mass

A

yessir

15
Q

Na een duursport na x km niet meer verder kunnen, hoe kan dat?

A

komt door het opraken van glycogeen in de witte spiervezels

15
Q

Patiënten met een gestoorde nuchtere glucosewaarde hebben … KANS OP…

A

hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten.

15
Q

belangrijke complicatie DM2 2X

A

terminale NI en blindheid

16
Q

Insuline resistentie is aanwezig bij de meerderheid van de personen met type 2 diabetes. Insuline resistentie komt OOK voor bij gezonde personen met een normale glucose tolerantie.

A

-

16
Q

voedingvezel 3x

A
  • Voedingsvezel wordt voor een deel verteerd door de darmflora in het colon.
    Voedingsvezel beschermt tegen obstipatie door zijn sterk waterabsorberend vermogen.
    Voedingsvezel helpt plasma cholesterol te verlagen door binding van cholesterol en galzouten.
17
Q

effect GLP1

A

Verbetering van de glucose controle met een laag risico op het optreden van hypoglykemieen, gewichtsverlies, en een verbetering van het cardiovasculair risico.

18
Q

Intensieve insuline therapie

A

Vier insuline injecties per dag of insulinepomp

Een toegenomen kans op hypoglykemieen, een toename van het lichaamsgewicht

19
Q

Conventionele insulinetherapie

A

Twee insuline injecties per dag

20
Q

De kans op een beroerte is bij patiënten met diabetes veel hoger dan de kans op een beroerte bij personen zonder diabetes.

De kans op amputatie van de voet vanwege gangreen is bij patiënten met diabetes veel hoger dan de kans op amputatie van de voet bij personen zonder diabetes.

A

-