20/21 Flashcards
1900
nog geen weegschaal
wanneer CZC als eerste beinvloed?
verhoogde aanwezigheid urinezuur
wat is op dit moment de enige behandeling die in staat lijkt het setpoint van de lipostat langdurig (>10 jaar) te verlagen.
gastric bypass
welke voorspelt gezondheidsrisicco individu het best?
WHR
eiwitsparing
door ketonlichaamproductie is maar weinig eiwitafbraak nodig voor de gluconeogenese.
vorming van glycerol-3-fosfaat (G-3-P) uit dihydroxyacetonfosfaat (DHAP) speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van alcohol-geïnduceerde leververvetting.
-
grotere WHR = minder vsicerale vetmasse; W/NW
NW
berekening klaring
klaring (ml/min) = ((Cart-Cven)/Cart) * flow
effecten adrenaline 5x
○ cyclisch AMP wordt verhoogd
○ verhoging van de proteine kinase A activiteit
○ fosforylering van zowel glycogeen fosforylase kinase als glycogeen synthase
○ fosforylase kinase fosforyleert glycogeen fosforylase
fosforylering activeert fosforylase en remt glycogeen synthase
Naar verhouding tot ureum wordt stikstof op dag 10 in hogere mate uitgescheiden in de vorm van ammoniak dan op dag 2. W/NW
W
Noem twee producten van de beta-oxidatie die zorgen voor remming van de PDHc activiteit.
NADH, ATP en acetyl-CoA, remmen allemaal PDH direct en activeren PDH kinase dat PDH fosforyleert en daarmee inactiveert
Beschrijf de achtereenvolgende stappen waarmee een vetzuur vanuit het cytosol het mitochondrion in wordt getransporteerd, en hoe deze opname wordt onderdrukt door de vorming van malonyl-CoA.
vetzuur wordt geactiveerd tot vetzuur-CoA vetzuur-CoA wordt aan de cytosolaire zijde omgezet in een vetzuur-carnitine ester, deze reactie wordt geremd door malonyl-CoA vetzuur-carnitine-esters wordt uitgewisseld met mitochondriaal vrij carnitine intramitochondriaal wordt vetzuur-carnitine ester omgezet in vetzuur-CoA onder vrijmaking van carnitine.
wat betekent acetonadem, hoe onderscheid je deze opties?
DM1/vasten; kijken naar bloedsuiker; hoog=dm1 en norm/laag=vasten
wanneer steady state bij t1/2=1week
Steady state na ongeveer 4/5 weken (bij een halfwaarde tijd van 1 week)
Eerste keer presentatie met diabetes kan je geen diabetische retinopathie, -polyneuropathie of myocard infarct hebben. W/NW
W
wat doen op moment stellen diagnose diabetes
vervolgens jaarlijks dient een patiënt met type 2 diabetes op micro-albuminurie getest te worden.
insuline resistentie
een stoornis bij het doorgeven van het signaal dat ontstaat in de cel na binding van insuline aan de insuline receptor.
hoe remmen beta-cellen werking a-cellen?
beta-cellen remmen werking a-cellen door de activering van een chloor kanaal in de α-cel. hierdoor hyperpolarisatie waardoor geen ca in komt en dus ook geen glucagon afgifte.
Metabool syndroom geen risico op type 1 diabetes.
Metabool syndroom geen risico op type 1 diabetes.
niet typisch eerste presentatie DM1
hoge bloeddruk
kenmerken dm1
Wazig zien bij een nieuwe patiënt met diabetes type 1 is doorgaans een uiting van een zwelling van de ooglens.
Polyurie ontstaat doordat de glucose concentratie in het bloed hoger is dan de drempel van de nier voor glucose reabsorptie.
In de Middeleeuwen bezag men extreem overgewicht vooral religieus, en nu vooral esthetisch en medisch.
-
Wanneer de hoeveelheid essentieel vet van een individu beneden een bepaald minimum komt brengt dit de gezondheid van die persoon in gevaar.
-
Fructose/glucose stofwisseling geeft hoger risico op urinezuur produktie.
fructose
waar dient NADPH in de erythrocyten vooral voor?
reduceren van het geoxideerde flutathion
wat is substraat voor de gluconeogenese?
lactaat, glucogene aminozuren, onevenketenige vetzuren, glycerol.
geen substraat voor de gluconeogenese
ketogene aminozuren, evenketige vetzturen
HDL-VLDL
CETP (cholesterolester transfer eiwit)
VLDL>IDL
LPL (lipoproteine lipase)
IDL>LDL
HL (hepatische lipase)
preB-HDL disc>HDL
LCAT
gevolg vitamine A bij zwangerschap
embryonale afwijkingen
wat is biologische beschikbaarheid
percentage geneesmiddel dat in onveranderde vorm de systemische circulatie bereikt.
vitamine B1
pyruvaat dehydrogenase
wat stimuleer afgifte insuline
depolarisatie van de beta-cel van de pancreas
effect GLP1
onderdrukt de eetlust, verlaagt bloedsuikerspiegel
eerste presentatie DM1
braken, toegenomen eetlust, gewichtsverlies
Wat verlaagt intensieve insuline? en wat niet?
wel; diabetische nefropathie, diabetische neuropathie, diabetische retinopathie, macrovasculaire complicaties
DM1 en acetonlucht
DM1 kan bij eerste presentatie al ademlucht naar aceton ruikend hebben en uitdroging.