22/23 Flashcards

1
Q

belangrijkste in het onderscheid tussen folliculair adenoom en folliculair carcinoom

A

kapseldoorbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Met welk onderzoek kun je differentiëren tussen een hypofysaire en een ectopische oorzaak van het syndroom van Cushing bij deze patiënt?

A

bilaterale sinus petrosus inferior sampling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat hoort bij anaplastische schildkliercarcinomen

A

p53 mutatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Afwezigheid van hypokaliaemie sluit primair hyperaldosteronisme WEL of NIET uit?

A

Nee kut knor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het syndroom van Cushing wordt het minst frequent veroorzaakt door

A

door ectopische ACTH productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oorzaken hypocalciemie?

A
  1. vitamine d deficientie
  2. magnesium deficientie
  3. malabsorptie
  4. hypoparathyreoidie
  5. acute of chronische nierinsufficientie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom remodelling van bot is essentieel

A

om het bot gezond en sterk te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het risico op een hyperkaliëmie neemt toe met de leeftijd, waarom?

A

omdat de plasma renine concentratie daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

U bent huisarts. Een 28-jarige studente komt op uw spreekuur ivm het uitblijven van haar menses. De klachten bestaan sinds 6 maanden daarnaast heeft ze een verminderd libido. Bij lichamelijk onderzoek zie u een fenotype van een vrouw. Ze heeft nooit medicatie gebruikt

A

secundaire amenorrhoea, obv prolactinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem genen waarin frequent kiembaanmutaties voorkomen bij patiënten met een pheochromocytoom.

A

○ RET
○ NF1
○ VHL
○ SDHB
○ SDHC
SDHD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

PHA aantonen

A

bepaal plasma renine en aldosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

klachten THYREOTOXICOSE

A

Agitatie, palpitaties, gewichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly