2.2 Flashcards
1
Q
Transactiekosten
A
Alle kosten die iemand maakt om een ruil af te handelen
2
Q
Eigendomsrecht
A
De juridische eigenaar van een goed die vrij is om er naar eigen goeddunken mee te handelen
3
Q
Rechtspersoonlijkheid
A
Een organisatie die juridisch op dezelfde manier rechten en plichten kan hebben als een natuurlijk persoon
4
Q
Ongedifferentieerde koopkracht
A
Met geld kun je overal terecht om goederen te kopen