2. Slijmvliesafwijkingen: ziekten van het mondslijmvlies Flashcards

(97 cards)

1
Q

Hoe worden ziekten in de mond geclassificeerd? (2)

A
  1. Lokalisatie (tong, gingiva, lippen enz.)
  2. klinische waarnemingen
    o Kleur (bv. wit, rood, blauw etc.)
    o Tumor (= zwelling), ulceratie (= erosie (= slijtage/verlies van cellen), atrofie (= verschrompeling van weefsels door afsterving van cellen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar moet je op letten bij de classificatie?

A

Een ziekte kan verschillende klachten hebben en een klacht kan een symptoom zijn van meerdere ziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem de 4 lagen van de mucosa vanaf de diepe laag tot de oppervlaktelaag

A

submucosa → stratum basale → stratum spinosum → stratum coroneum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem de 4 lagen van de mucosa op het paarse plaatje. En wat zijn de spikkels in de bovenste laag van de submucosa?

A
  1. stratum coroneum
  2. stratum spinosum
  3. stratum basale
  4. submucosa

Sub: lymfocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welke 4 subgroepen kan je witte laesies in onderverdelen

A
  1. Reactieve laesies
  2. Lichen planus
  3. Leukoplakie
  4. Niet-epitheliaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn 3 oorzaken van witte leasies, waarom zijn ze wit?

A
  • Keratinelaag is verdikt
  • Aantal cellen is toegenomen
  • Grootte van cellen is toegenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij reactieve leasies is er altijd een onderliggende oorzaak. Welke 5 oorzaken kan je bedenken?

A
  • poets trauma (tandenborstel)
  • schildering van de lippen door de zon
  • abnormale verhoorning van de huidcellen
  • wangbijten
  • rokerspalatum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Traumatische hyperkeratose en benoem de 5 kenmerken

A

Abnormale verhoorning van cellen; verdikking van de huid (denk aan leasie door te strakke schoenen)

  • trauma gerelateerd
  • vergelijkbaar met eelt op de huid
  • meestal reversibel na eliminatie van trauma
  • mogelijke oorzaken: gebroken kunstgebit, ontbrekende tanden, gewoontes enz.
  • zelden meldingen van kwaadaardige transformatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Cheilitis actinica en benoem de kenmerken

A

Zonne-cheilitis (Solar)

  • ‘boerenlip’ of ‘zeemanslip’
  • = premaligne afwijking van de lip, veroorzaakt door chronische blootstelling aan zonlicht
  • Vaak mensen met een lichte huidskleur
  • Meestal ouder dan 45 jaar
  • Atrofie van het gebied van de onderlip (overgang
    tussen lip en huid minder goed zichtbaar)
  • Progressie naar witte schilferige vlekken
  • Behandeling: beschermen van de huid tegen UV-straling (bv. hoed tegen zonlicht etc.)
  • Onomkeerbaar
  • Let op! Premaligne laesie!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan traumatische hyperkeratose ontstaan in de mond?

A

Door poetstrauma, scherp element, spalkje, prothese, scheve tanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Linea alba (= witte lijn op het mondslijmvlies
van de wangen), morsicatio buccarum (=
wangbijten)

Wat is hiervoor kenmerkend? (7)

A
  • meestal gelokaliseerd op het wangslijmvlies
  • chronisch wangbijten
  • vooral bij patiënten met eigen dentitie
  • patiënten zijn meestal niet op de hoogte dat ze wangbijten
  • stress gerelateerd ???
  • altijd bilateraal, ter hoogte van de occlusie
  • behandeling: geen behandeling nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Stomatitis nicotina? Wat is hiervoor kenmerkend? (6)

A

Ontsteking door roken, rokensgehemelte:

  • heftige rokers of pijp en sigaar rokers
  • is een reactie op de warmte (niet echt de chemicaliën
  • meestal bij mannen boven de 45
  • palatum word grijs/wit met rode puntjes
  • is meestal in combinatie met bruin/zwarte aanslag op de tanden
  • behandeling: stoppen met roken (reversibel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn 3 effecten van alcohol op de mond?

A
  • Sterk synergetisch/samenwerkend effect met roken
  • Oorzaak: bv. alcoholische dranken of alcohol
    bevattend mondwater
  • Geen typische klinische kenmerken

Zwarte tong kan roken + alcohol zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 8 verschillende soorten candidiasis zijn er?
En hoe kan dit behandeld worden?

A
  1. pseudomembraan
  2. hyperplastisch
  3. erythematus
  4. mediane romboïde glossitis
  5. mondhoek cheilitis
  6. kunstgebitstomatitis
  7. mucocutaan
  8. endocrien-candidiasis-syndroom

Therapie: lokale of systemische
antischimmelmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel procent alcohol kan mondwater bevatten?

Waarom is het slecht voor de mond? (2)

A

21,6%

  • kan zorgen voor uitdroging van de mond
  • kan witte laesies ontwikkelen (niet afschraapbaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waardoor ontstaan een witte laesie op de tong die niet afschraapbaar is?

A
  • witte laesie door alcohol
  • behandeling: stoppen met alcohol drinken en dan gaat het heel langzaam weer weg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is lingua geographica en wat zijn de 6 kenmerken?

A

Goedaardige migrerende/zwervende ontsteking van de tong

  • onbekende etiologie
  • atrofie van draadvormige papil
  • komt voor bij 1%-3% van de bevolking
  • zijn kleine witte vlekken met centrale rode zone
  • vaak gecombineerd met een branderig gevoel en gespleten tong
  • er is nog geen behandeling voor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn 4 kenmerken van Rosenthal-Melkersson syndroom?

A
  1. gespleten tong + lingua geographica
  2. cheilitis granulomatosa
  3. gezichtsverlamming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is lichen planus?

A

= chronisch ziekte, die het gelaagde
plaveiselepitheel aantast; komt relatief vaak voor

(Voor het eerst beschreven door Dr. Erasmus
Wilson (GP) in 1869)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de demografie (bevolkingsleer) van lichen planus? (4)

A
  • Prevalentie van orale Lichen planus: 0,5-2,2%
  • Prevalentie van Lichen planus op huid: 1%
  • 5e-6e decennium
  • Vrouwen: mannen = 2:1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de etiologie (oorzaak) van lichen planus? (3)

A
  • Oorzaak van ziekte: onbekend
  • T-cell gemedieerd (= T-cellen zijn hyperactief en tasten mucosa aan)
  • Multifactorieel (bv. stress en allergie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

De pathogenese is controverseel. Wat zijn de 4 mogelijke mechanismen?

A

▪ Antigeenspecifieke celgemedieerde immuunrespons op niet-geïdentificeerd
antigeen
▪ Niet-specifieke mechanismen
▪ Auto-immuunreactie
▪ Humorale immuniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Relatie tussen Lichen planus en HCV (hepatitis C) (3)

A
  • Controversiële epidemiologische gegevens
  • Meestal in mediterrane landen (bv. Japan en de VS)
  • Lichen planus-patiënten hebben een significant hoger risico op HCV-virus dan de controlegroep (en andersom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Er zijn verschillende soorten klinische typen van lichen planus. Welke 6 komen het meest voor?

A

> >

  1. Reticulaire orale lichen planus
  2. Plaque-achtige orale lichen planus (homogene witheid/buccale) slijmvlies of dorsum van de tong)
  3. Papulaire orale lichen planus (kleine) witte verhoogde gebieden ongeveer 1- 2mm)
  4. Erosief-atrofische orale lichen planus - (roodheid binnen de bovengenoemde) witte vlekken)
  5. Ulceratieve lichen planus
  6. (Gepigmenteerde lichen planus)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn vaak de aangetaste plekken bij lichen planus?
* Meervoudig en bilateraal * Wangmucosa, tandvlees en tong
26
Wat zijn kenmerken van lichen planus? (5)
- aantasten van het meerlagig plaveisel epitheel - komt vaker bij vrouwen dan bij mannen voor - etiologie: onbekend maar men denkt dat de t-cellen hyperactief worden en dan het mondslijmvlies aanvallen - multifactorieel - wanneer iemand lichen planus heeft dan is de kans op hepatitis C groter en andersom
27
Klinische differentiële diagnose. Vaak is het niet meteen te zeggen of het lichen planus betreft. Wat kan het nog meer zijn? (6)
* Leukoplakie * Lupus erythematosus (= auto-immuunziekte) * Pemhigoideus/pemphigus (= auto-immuunziekte; blaren op slijmvliezen) * Wrijvingskeratose/ morsicatio * Candidiasis * SCC (= plaveiselcel carcinoom) ➔ Biopsie wordt aanbevolen bij dubieuze gevallen en erosieve laesies
28
Wat zijn histologische kenmerken van lichen planus? (3)
1. fibrinogeen band 2. basale membraan wordt kapot gemaakt 3. subepitheliale bandachtige infiltratie van lymfocyten
29
Welke 3 risicofactoren spelen de grootste rol bij potentieel maligne lichen planus?
1. lichen planus op de tong 2. vrouwen 3. als de afwijking er al langer dan 51,5 maanden zit
30
Wat zijn Civatte bodies?
Cellen die vernietigd zijn > degeneratie > fibrogeen Duidelijk beeld voor lichen planus
31
Hoe kan je lichen planus behandelen?
je kan alleen de symptomen bestrijden door corticosteroïden geven kan door locale applicatie door mondwater, creme, injecties en ook corticosteroïden pillen follow-up is altijd erg belangrijk en goed monitoren
32
Waardoor kan lichen planus kwaadaardig worden?
Resultaat van oxidatieve en nitratieve schade aan het DNA (accumulatie van iNOS met 8-oxodG)
33
Waarover in men bezorgd bij lichen planus?
over immunosuppressieve middelen zoals, corticosteroïden (= middelen vermindering van bekwaamheid van het immuunsysteem om infecties te bestrijden)
34
BELANGRIJK! wat is de definitie van leukoplakie? (5)
- een witte aanslag of plaque die niet afschraapbaar is en kan klinisch of pathologisch niet worden gekarakteriseerd als een andere ziekte - het is precancerous lesion * Belangrijke oorzaak: chronische irritatie in de vorm van tabaksrook * Kan op iedere plaats in de mond voorkomen * Branderig gevoel
35
Diagnostische criteria Met welke 3 klinische criteria moet rekening worden gehouden?
1. Aanwezigheid van witte papule, reticulaire, ringvormige, plaqueachtige laesies, grijs-witte lijnen die uit de papels komen 2. Aanwezigheid van een kantachtig netwerk van licht verhoogde grijs-witte lijnen (reticulair patroon) 3. Aanwezigheid van atrofische laesies met of zonder erosie, kan ook:
36
Diagnostische criteria Wat zijn de 4 Histopathologische (= ontwikkeling van ziektes in weefsels) criteria?
1. Aanwezigheid van verdikte ortho- of paragekeratiniseerde laag op plaatsen met normale verhoorning, en als deze laag normaal niet verhoornd is, kan deze laag erg dun zijn 2. Aanwezigheid van Civatte-lichamen in de basale laag, epitheel enoppervlakkig deel van het bindweefsel 3. Aanwezigheid van een goed gedefinieerde bandachtige zone van cellulaire infiltratie die beperkt is tot het oppervlakkige deel van het bindweefsel, voornamelijk bestaande uit lymfocyten 4. Tekenen van ‘vloeibaarmakingsdegeneratie’ in de basale cellaag
37
Benoem nog 8 andere immunosuppressiva
1. Tacrolimus 2. Retinoïden 3. Azathioprine 4. Dapson 5. Hydroxycloroquine 6. Interferon-a 7. Mycofenolaatmofetil 8. Thalidomide
38
Het is belangrijk om patiënten die gediagnosticeerd zijn met orale lichen planus te monitoren. Hoe (vaak) gebeurt dit? (2)
NVMKA richtlijn * LP in mond: eenmaal per jaar - Reticulaire/asymptomatisch type: tandarts/mondhygiënist - Erosief type/symptomatische gevallen: MKA-chirurgie * Orale en genitale LP: minimaal 1x per jaar
39
Wat kunnen oorzaken zijn van leukoplakie? (3)
* Multifactorieel: (leeftijd, dieet, roken, virussen, genetica, omgeving en straling) * Klinische diagnose * Niet gerelateerd aan histopathologie (= ziekteprocessen in weefsels)
40
Leukoplakie is een klinische term welke zich histologisch op verschillende manieren kan manifesteren (variatie milde dysplasie tot plaveicelcarcinoom-SCC). Hoe is dit waar te nemen?
Biopsie Het is belangrijk om tot een duidelijke histopathologische diagnose te komen
41
Leukoplakie en kanker. Leukoplakie is een precancereuze laesie hoe vaak komt het voor?
1. Tussen 5-25% van deze laesies zijn premaligne laesies, 4% hiervan wordt daadwerkelijk kwaadaardig 2. Sterke mannelijke voorkeur
42
Wat zijn de 7 oorzaken van leukoplakie?
* Leeftijd * Voeding * Rookgedrag * Virussen * Genetisch * Chemicaliën en drugs * Straling
43
Wat valt er onder niet-epitheliale laesies (vaak rode laesies)
Ulceraties en bulleuze ziektes/blaarvormende afwijkingen
44
Wat is een ulceratie?
zweer = een open wond op een externe of interne oppervlakte van het lichaam, veroorzaakt door een scheurtje in de huid of slijmvliesmembraan, die niet geneest
45
Wat is een bulleuze ziekte?
Ziekte waarbij een blaar ontstaat
46
Waar moet je goed op letten bij ulceraties en blaarvormige afwijkingen in de mond? (8) Je kan hierbij denken aan ALECOBO
* Duur – genezingsneiging – etiologie * Lokalisatie * Aanwezigheid van lymfeklieren * Enkele of meervoudige laesies * Vorm – grootte – rand * Omgeving (ontsteking; verharding) * Tederheid/pijn * Algemene toestand van de patiënt
47
In welke 4 classificaties volgens klinische kenmerken kunnen ulceraties en blaarvormige afwijkingen worden verdeeld?
1. Acuut meerdere laesies 2. Chronisch meerdere laesies 3. Terugkerend meerdere laesies 4. Enkelvoudige laesies
48
Welke 5 laesies vallen er onder acuut meerdere laesies?
* Virale infectie * Erythema multiforme * Allergische stomatitis * Radio/chemo mucositis * ANUG
49
Welke 4 laesies vallen er onder chronisch meerdere laesies?
* Pemfigus * Pemfigoïd * Erosieve lichen planus * Sec. HSV bij HIV
50
Welke 3 laesies vallen er onder terugkerende meerdere laesies?
* Aften * Ziekte van Behçet * Sec. HSV
51
Welke 4 laesies vallen er onder enkelvoudige laesies?
* Trauma * Planocellulair carcinoom * Gonorroe/ syfilis * Histoplasmosis
52
Op welke manier kan er etiologisch worden geclassificeerd? (4)
* Reactief * Viraal * Immuun-geassocieerd * Kanker (PCC = plaveiselcelcarcinoom; SCC = squamous cell carcinoma)
53
Wat zijn 7 voorbeelden van reactieve ulceraties en blaarvormige laesies?
ALTIJD oorzaak-gevolg! * Traumatische ulceraties * Chemische verwondingen * Electrische/ thermische brandwonden * Abnormale gewoonten: automutilatie (= zelfverwonding) * Radiotherapie gerelateerde ulceraties * Chemotherapie gerelateerde ulceraties * Infecties
54
Wat is Humane herpesvirus familie (= afgekort HHV):
Dit is de belangrijkste familie van virussen die de mond beïnvloeden en zorgen voor virale laesies
55
Welke cellen dienen als reservoir voor HHV?
Alleen menselijke cellen
56
Een primaire HHV-infectie wordt gevolgd door een latentieperiode. Wat is dit?
Periode tussen het voorkomen van een prikkel en het optreden van een reactie. Een tijdelijke slaapmodus
57
Wanneer kan er een reactivering van HHV plaatsvinden?
Bij een verlaagde weerstand(immuunsysteem)
58
Welke infecties vallen er onder de Human herpes virus family? (5)
▪ Cytomegalovirus (= afgekort CMV en kan worden aangetoond in de speekselklieren) ▪ Epstein-Barrvirus (= afgekort EMB en heet ook wel “kissing disease” of harige leukoplakie) ▪ Herpes-simplexvirus I en II (= afgekort HSV en is een veel voorkomende virus dat orale en peri-orale infecties veroorzaakt) ▪ Varicella-zostervirus (= afgekort VZV) ▪ Humaan herpesvirus 6 tot 8 (= afgekort HHV en dit virus presenteert zich in de speekselklieren en induceert Kaposi-sarcoom)
59
Wanneer is Herpes simples Virus I subklinisch (niet aantoonbaar)
Wanneer de infectie primair is
60
Hoeveel procent van de populatie is HSV I seropositief (= aanwezigheid van antistoffen in het serum/bloed)?
90%
61
Hoe worden secundaire infecties HSV I getriggerd?
HSV blijft in de trigeminal ganglia zitten. Kan vrij komen bij lokale of gegeneraliseerde immuunstoornissen (blootstelling aan zonlicht, stress, verkoudheid, zwangerschap, menstruatie etc.)
62
Diagnose is gebaseerd op klinische kenmerken. Wat zijn dit? (2)
1. Gingivostomatitis, algemene symptomen, malaise/gevoel van onwelzijn 2. Bij twijfel: laboratoriumtest
63
Benoem de cyclus van alles herpes virussen (6)
1. Gezond persoon, seronegatief (nog niet in aanraking geweest) 2. Contact met HSV 3. Virus in lichaam > primaire infectie (gingivastomatitis of een subklinische infectie) 4. Gastheer is seropositief en komt in de latentieperiode 5. Virus reactiveert = secundaire infectie (lip, gingiva, vinger) 6. Gastheer geneest > virus weer in latentieperiode = cyclus (virus verdwijnt niet)
64
Welke verschillende laboratorium testen zijn er?
1. Cytologie (= microscopisch onderzoek van cellen) 2. Virusisolatie 3. Circulerende antilichaamtiters
65
Hoe werkt cytologie?
- Uitstrijkje van blaasjes op een objectglaasje - Papanicolaou-kleuring (multi-nucleaire cellen), fluorescentiecytologie (sens. 54/83%)
66
Hoe werkt virusisolatie?
- Weefselkweek - Spec./sens. 100% - Nadeel: 7-10 dagen nodig voor uitslag
67
Hoe werkt Circulerende antilichaamtiters?
- 1e monster tijdens de eerste 3-4 dagen van infectie - 2e monster na 10-14 dagen → titers stijgen ongeveer 4x (400% = zeker weten)
68
Noem 3 soorten Varicella Zoster virus met kenmerken
1.Primaire infectie: waterpokken - uitslag begint op gezicht en romp - peri-orale en orale manifestaties worden vaak gezien laesies zijn relatief pijnloos 2. Secundaire infectie 4:1000; herpes zoster - bij immuundefect (immuunsuppressie, lymfoom, AML, HIV, etc.) drie fasen: prodrome-acuut-chronisch 3. Diagnose voornamelijk gebaseerd op klinische kenmerken - Primair: huidlaesies, gingivostomatitis, algemene symptomen, malaise - Bij twijfel: serologie (= aantonen antistoffen)
69
Wat zij 6 Immuun-geassocieerde ulceraties?
* Kleine terugkerende aften (Minor recurrent aphthus ulcers) * Grote aften * Pemfigus * Pemfigoïd * Erosieve Lichen planus * Mucositis door chemotherapie
70
Wat zijn 7 kenmerken van Kleine terugkerende aften?
- Terugkerende ulceraties van demondslijmvlies, niet vergezeld van andere symptomen - incidentie: 20 – 30 % - enkelvoudig of meervoudig - onbekende etiologie; - pijnlijke ovale ulceratie < 0,5 cm - Genezing: 7 –10 dagen - Differentiële diagnose: HSV I HIV Beçhet (mond, oculair, geslachtsorganen), Crohn (aften, kloven en knobbeltjes in het slijmvlies)
71
Wat zijn 5 kenmerken van grote aften?
* > 1cm; pijnlijker * Niet-gekeratiniseerde mucosa/slijmvlies * Genezing duurt 6 weken * Vorming van littekens * Behandeling: corticosteroïden (= onderdrukken van ontstekingsreacties of infecties)
72
Noem kenmerken van Pemfigus (13)
* Auto-immuunziekte - IgG circulerende antistoffen * Intra-epitheliale blaren - Veroorzaakt door antistoffen die interepitheliale bindingen aanvallen * 4 varianten: vulgaris, vegetans, foliaceus en erythematosus * Huid en mondslijmvlies: 89% vulgaris * 60% orale laesies zijn het allereerste symptoom * > 50 jaar; man:vrouw = 1:1; incidentie 3:100000 * Nikolsky-teken positief * Vaak alleen desquamatieve gingivitis * Gecombineerd met LE, RA, SS * Differentiële diagnose: pemfigoïd, LP, HIV * Diagnose: directe en indirecte immuunfluorescentie * Indien niet behandeld met cortico’s: mortaliteit 100% i.t.t. 5-10% * Cyclosporine of azathioprine
73
Wat zijn 12 kenmerken van Pemfigoid
* Auto-immuunziekte * Antistoffen vallen de basale membraan aan * Sub-epitheliale blaar * Huid en orale laesies: 30-50% * > 60 jaar; man:vrouw = 1:2 * Nikolsky-teken is negatief * De orale laesie blijft bestaan na de behandeling, maar deze is beperkt * Slijmvliespemfigoïd: mond- en oogletsels * Differentiële diagnose: pemfigus, LP * Diagnose: histologie en direct immuunfluorescentie van normaal ogend slijmvlies * Behandeling: systemische corticosteroïden
74
Wat is het verschil tussen Pemfigus en pemfigoïd? (3)
* Geen of heel klein klinisch verschil * Pemfigus: blaar in het epitheel * Pemfigoïd: blaar onder het epitheel
75
Wat is kenmerkend aan Orale plaveiselcelcarcinoom (= squamous cell carcinoma; SCC)? (3)
* 8e meest voorkomende kanker bij mannen * 15e meest voorkomende kanker bij vrouwen * Incidentie: 5:100000/jaar
76
Wat is er vaak aanwezig voordat een plaveiselcelcarcinoom zichtbaar is?
Een precancereuze laesie (enkele jaren ervoor)
77
De etiologie van een plaveiselcelcarcinoom is multifactorieel (alleen of in combinatie. Noem er 13
1. Tabak roken 2. Rookloze tabak 3. Betel quid (paan) 4. Alcohol 5. Fenolische middelen 6. Straling 7. IJzertekort Plummer-Vinson of Paterson-Kelly-syndroom 8. Vitamine-A-tekort 9. Syfilis 10. Candida-infectie 11. Oncogene virussen – HPV 12. Immunosuppressie 13. Oncogene en tumorsuppressorgenen
78
Wat zijn de 5 verschillende kenmerken van een plaveiselcelcarcinoom? (variatie)
* Exofytisch (fungerend, papillair, verruciform) * Endofytisch (invasief, ulceraties) * Leukoplakie (witte vlek) * Erythroleukoplakie (rode en witte vlek) * Erythroplakie (rode vlek)
79
Wat is er histologisch zichtbaar bij een plaveiselcelcarcinoom?
Metastase (= uitzaaiingen van kwaadaardige tumoren): via lymfevaten naar cervicale lymfeknopen
80
Wat is de behandeling voor een plaveiselcelcarcinoom? (5)
* Chirurgische excisie * Radiotherapie * Chemotherapie * Prognose: afhankelijk van stadium * Overlevingskans 5 jaar: 59%
81
Hoe worden zwarte laesies genoemd?
Mucogingivale gepigmenteerde laesies
82
Door welke 2 soorten cellen worden mucogingivale gepigmenteerde laesies veroorzaakt?
1. melanocyten 2. naevus cellen
83
Wat is kenmerkend aan melanocyten? (4)
* Tussen epitheelcellen met dendritische uitsteeksels * Pigmentatie vanwege o (blootstelling aan zonlicht) o Hormoon-gerelateerd: zwangerschap, Addison syndroom, fibreuze dysplasie, neurofibromatosis o Genetisch (radiale pigmentatie) o Chronische irritatie: roken * Ephelis (vergelijkbaar met sproeten op de huid) * Melanotische macula (pigmentvlek op het slijmvlies)
84
Wat is de oorsprong van naevus?
Naevus cellen
85
Wat is kenmerkend aan naevus? (4)
* Premaligne afwijking? * Leeftijd:10-40 jaar * Zeldzaam in de mond * 4 typen: (junctionaal, samengesteld, intramucosaal en blauw)
86
Wat is kenmerkend aan Melanoma? (7)
* Maligne afwijking/agressief * > 50 jaar * Voorkeursplaats: gingiva en gehemelte * Kleur: donker tot zeer donker * Iets verhoogd * Vaak pijnlijk * Toename in grootte
87
Waarvoor staan de ABCDE’s bij een melanoma?
Asymmetry, border, color, diameter, evolving
88
Is Cheilitis actinica omkeerbaar of onomkeerbaar?
Onomkeerbaar
89
Noem verschillende ulceraties immuun geassocieerd (6)
- Minor recurrent aphthus ulcers (aften) - Grote aften - Pemfigus - Pemfigoïde - Erosieve lichen planus - Mucositis door chemotherapie
90
Noem verschillende ulceraties immuun geassocieerd (6)
- Minor recurrent aphthus ulcers (aften) - Grote aften - Pemfigus - Pemfigoïde - Erosieve lichen planus - Mucositis door chemotherapie
91
Wat is het effect van immunosuppressieve middelen zoals, corticosteroïden?
Ze zorgen ervoor dat de werking van het immuunsysteem minder goed is. Hierdoor kan men sneller infecties oplopen
92
Bij welke vorm van Lichen planus komt alleen striae van Wickham voor?
Reticulaire lichen planus
93
Wat zijn symptomen van Erosieve lichen planus?
pijnlijk, branderig gevoel. Het klachtenpatroon verloopt meestal in golven.
94
Kan je altijd met zekerheid zeggen dat het een leukoplakie of bijvoorbeeld lichen planus betreft?
Nee, daarom is het altijd slim om een biopt te nemen. Op basis van bepaalde kenmerken kan je wel een verdenking hebben, maar zeker weten doe je het niet (dus altijd biopt bij dubieus geval). Het kan wel leukoplakie worden genoemd tot het tegendeel bewezen is. Lichen = bilateraal
95
Lichenoide laesies kunnen erg lijken op reticulaire lichen planus. Waaraan kan het toch worden onderscheiden?
Het zijn vaak contactlaesies, bijvoorbeeld door amalgaam/goud = plaatselijk. Door een composiet restauratie te maken kan het verdwijnen. Mocht het deels verdwenen zijn dan is het misschien wel goed om te monitoren met oog op ontaarding
96
Welke vorm van lichen planus wordt door de TA/MH gemonitord?
Reticulaire/asymptomatisch type (erosief/symptomatisch) type bij MKA-chirurg)
97
Wat houdt atrofisch in?
Verschrompelen, krimp