2. Pioneering Philosophers of Mind: Descartes, Locke and Leibniz Flashcards
Rene Descartes
Descartes (1596-1650) zag de menselijke geest en het menselijk lichaam als twee interacterende maar duidelijk afzonderlijke entiteiten (dualisme), die beiden een eigen manier van analyse en verklaring vereisten. Het zien van een ingenieus poppenspel in de buurt Saint-Germain in Parijs inspireerde hem om tot een mechanistische opvatting van menselijk gedrag te komen. Het poppenspel werd bediend door een hydraulisch mechaniek dat in werking gesteld werd wanneer de bezoeker op drukplaten in de vloer stapte. De mechanische manier waarop de poppen in beweging kwamen inspireerde hem om een mechanische verklaring voor menselijk gedrag te formuleren.
Twee andere belangrijke inzichten/ideeën van Descartes:
- Het basisidee achter analytische geometrie (integratie van geometrie en algebra)
Door een vlieg in de kamer besefte hij dat de positie van de vlieg op elk moment gedefinieerd kon worden door drie cijfers, de afstanden tot de twee muren en het plafond. Hij herkende dat dit geldt voor elk punt in de ruimte ten opzichte van arbitrair bepaalde lijnen of vlakken. - Een idee voor een nieuwe methode om tot ware kennis te komen
Hij droomde over een boek dat de zin “What path in life shall I follow?” bevatte. Het boek verdween en verscheen weer met een nieuwe betere tekst. Hij werd wakker met het idee dat het verbeterde boek aan het einde van zijn droom een zegening was van zijn nieuwe inzicht.
Descartes’ methode
Zijn eerste regel tot het verkrijgen van kennis was om niets als waar aan te nemen tenzij… Via deze systematische twijfel wilde hij uitkomen bij een aantal heldere, onbetwistbare en fundamentele concepten die hij kon gebruiken als basis voor deductief redeneren. Deze werkwijze is te vergelijken met geometrie waar men begint met een klein aantal vanzelfsprekende en ware aannames en vanuit daar via logisch correcte stappen redeneert naar complexere, maar ook met zekerheid ware conclusies of theorieën.
Simple natures
De meest elementaire en fundamentele eigenschappen van fysieke fenomenen die niet geanalyseerd of betwijfeld kunnen worden. Descartes merkte daarbij op dat veel van onze zintuiglijke indrukken levendig en duidelijk lijken, maar dat in werkelijkheid vaak niet zijn (twijfel).
Descartes concludeerde dat er maar twee fysieke eigenschappen zijn die simple natures zijn:
- Extension: De ruimte die een fysiek deeltje of een fysiek lichaam inneemt.
- Motion: De beweging van zo’n extended particle or body door de ruimte heen.
Alle zintuiglijke indrukken zijn gevolg van bewegingen en interacties van extended bodies or particles.
Galileo Galilei zijn visie op de fysieke realiteit leek op die van Descartes met het onderscheid tussen:
- Primaire kwaliteiten (vorm, kwantiteit en beweging): Alles in het universum bestaat hieruit, incl. onze zintuigen waarmee we waarnemen.
- Secundaire kwaliteiten (onze bewuste ervaring van de wereld): Als de primaire kwaliteiten van waargenomen objecten interacteren met de zintuigen.
Descartes veronderstelde dat er drie soorten deeltjes bestonden:
- Vuur
Deze waren zo klein dat ze, indien samengevoegd, een vrijwel perfecte vloeistof vormden die ruimtes van elke vorm of grootte kon opvullen. Hij nam aan dat het grootste gedeelte van deze deeltjes samen het midden van de zon vormden (zijn versie van Copernicaanse theorie). - Lucht
Deze waren groter dan vuurdeeltjes, maar nog steeds te klein om individueel te worden waargenomen. Van deze deeltjes zijn er het meest en hij nam aan dat ze alle ruimtes tussen objecten opvulden en ook vrijgekomen ruimtes van bewegende objecten direct opvulden. - Aarde
De zwaarste deeltjes in zijn hypothetische universum. Al het vaste materiaal, waaronder de planeten, de kometen, de aarde en alles op de aarde, bestaat uit deze deeltjes.
De mechanistische fysiologie van Descartes was een uitbreiding van het werk van:
- Galileo Galilei (1564-1642)
Beschreef het skelet met botten en gewrichten als een automatisch systeem van hefbomen. - William Harvey
Beschreef de bloedsomloop met het hart als een mechanische pomp.
Descartes voerde het idee van Galilei en Harvey van het lichaam als een machine veel verder door. Hij stelde mechanistische beschrijvingen op van de spijsvertering, de bloedsomloop, de ademhaling, de groei en beweging van het lichaam, het slaap- en waakritme, maar ook van psychologische functies als waarneming, verbeelding, geheugen en emoties. Hij beschreef vrijwel de hele mens als een mechanisch systeem, als een automaton.
Animal spirits
Bij het bestuderen van kadavers ontdekte Descartes een heldere geelachtige vloeistof in de hersenventrikels die hij animal spirits noemde (nu bekend als hersenvocht). Hij veronderstelde dat trillingen in de zintuigen na externe prikkels stromingen veroorzaakten in dit vocht, die door het hele zenuwstelsel golfden en op hun beurt weer spier- en orgaanweefsel in beweging zetten om gedrag te veroorzaken (figuur 2.2 blz. 67). Hierin is de hydraulische aard van het eerdergenoemde poppenspel terug te zien.
Deze werking van de hersenen en het zenuwstelsel kennen we nu als een reflex waarbij:
- Een stimulus of prikkel uit de externe wereld (zoals de hitte van vuur)
- Een automatische response triggert (wegtrekken van de voet)
Er is onderscheid te maken tussen twee soorten reflexen:
1. Unconditioned reflexes: waarneming van de stimulus en onvrijwillige reactie vinden plaats in hetzelfde orgaan.
- Knipperen als reactie op wind in de ogen
- Strekken van been nadat dokter met hamer op knie tikt
- Acquired / conditioned reflexes
De stimulus lokt een aangeleerde reactie uit als een product van leren en ervaring. Descartes’ model beschreef deze reactie ook, hoewel hij die niet volledig specificeerde.
- Speeksel in de mond als reactie op een bel die steeds voor het eten luidt
Descartes zag gedragsmatige reacties als een combinatie van:
- Externe stimuli (zie hierboven)
- Interne emotionele factoren: commoties die ontstaan in de animal spirits die de kracht van de stromingen beïnvloeden. (Boosheid zorgt voor geïrriteerde animal spirits, krachtige stromen en heftige reacties)
Descartes’ redenatie met betrekking tot het waak- en slaapritme:
- Waak: de hersenventrikels zijn maximaal gevuld met animal spirits, het omliggende hersenweefsel is uitgerekt en zenuwvezels zijn maximaal gevoelig voor externe prikkels
- Slaap: hersenventrikels zijn deels leeg, zenuwvezels zijn slap en er is geen signaaloverdracht, dromen ontstaan als achtergebleven spirits geïsoleerde delen van de hersenen prikkelen
Discourse on Method
Het meest bekende werk van Descartes, een semi-autobiografie waarin hij schreef over zijn systematische twijfel. Met behulp van zijn verstand betwijfelde hij alles, behalve zijn denkende (en twijfelende) ik. Dit bracht hem uiteindelijk tot de conclusie: cogito ergo sum (ik denk dus ik besta).
Innate ideas
Ideeën die niet kunnen worden weergegeven door een enkele zintuiglijke ervaring. Descartes concludeerde dat deze ideeën, zoals perfectie, eenheid en oneindigheid, voortkomen uit de aard van de denkende geest zelf.
De theorie van Descartes vergeleken met de theorie van Aristoteles:
Descartes gaf met zijn theorie een mechanistische verklaring voor al het simpele gedrag dat te maken het met lijfsbehoud en beweging, maar ook met waarneming, geheugen en verbeelding. Daarmee bood hij een mechanistisch alternatief voor zowel de vegetatieve ziel als de sensitieve ziel uit de filosofie van Aristoteles.
De rationele ziel uit Aristoteles’ filosofie werd door Descartes uitgesloten van mechanistische verklaring. Psychische functies als rationaliteit, bewustzijn en vrije wil moesten volgens hem fundamenteel anders begrepen worden. De rationele ziel was substantieel en kwalitatief anders dan de lichamelijke machine, en kon niet mechanistisch verklaard worden.
De theorie van Descartes versus het antieke dualisme (scheiding van lichaam en geest):
Het dualisme van Descartes heeft veel weg van de opvattingen van Plato. Die maakte ook onderscheid tussen de stoffelijke wereld waarin alles onvolmaakt was en de volmaakte wereld van aangeboren ideeën die alleen maar herinnert hoeft te worden.
Het doet ook denken aan het gedachte-experiment van Avicenna waarin een individu los van de fysieke wereld zweefde, om aan te tonen dat de geest zich dan alleen bewust is van het eigen bestaan, en van aangeboren ideeën die onafhankelijk zijn van waarneming.
Dualisme
Het onderscheid tussen de onsterfelijke geest en het vergankelijke lichaam
Interactief dualisme
Een lichaam zonder ziel is volgens Descartes slechts een automaton, gestuurd door externe stimuli en interne hydraulica. Een ziel zonder lichaam heeft bewustzijn, maar alleen over het eigen bestaan en enkele aangeboren ideeën. De interactie tussen de entiteiten maakt dat het bewustzijn gevoed kan worden door rijke en complexe ervaringen, en dat het lichaam beschikt over een rationeel bewustzijn en over een wil.