2. Feminisme: theorie en beweging Flashcards
Feminisme: wat (5)
zowel theorie als beweging
gender als centrale focus + verwevenheid met klasse, ras, seksualiteit, levensbeschouwing
verschillende visies en strategieën: interactie met andere politieke bewegingen
lokaal en transnationaal
gematigd en radicaal
Idee en beweging (2)
systematisch geheel van ideeën
beweging die ijvert voor sociopolitieke verandering
Politiek en persoonlijk
unieke beweging want gaat over de belangen van de helft van de bevolking
raakt ook aan persoonlijke karakter, niet enkel politieke
Van alle tijden? (3)
18de eeuw:
- Verlichting als startpunt van feminisme –> streven naar gelijke rechten
geen lineair proces: vooruitgang maar ook achteruitgang (Code Napoleon: huwelijk als seksueel contract)
beperkte maatschappelijke impact van feminisme tot 2de helft van 19e eeuw: eerste golf: georganiseerde vrouwenbewegingen
1ste, 2de, … golf (4)
1ste golf:
- 1860-1920
- stemrecht!, toegang tot onderwijs, rechten binnen huwelijk, toegang vrije beroepen, moederschapsbescherming, verbod prostitutie, anticonceptie
2de golf:
- 1960-1970
- women’s liberation movement
- abortus, gelijke lonen, huiselijk geweld
3de golf:
- 1990
- keuzevrijheid, diversiteit, agency, ‘girl power’
4de golf:
- vandaag
- repolitisering: women’s marches, #metoo
Van alle plaatsen? (3)
feminisme vaak gecontesteerd begrip in niet-Westerse landen –> geassocieerd met ‘Westen’, kolonisatie, racisme, onderdrukking
verzet tegen mannelijke dominantie overal waar te nemen en verweven met andere emancipatiebewegingen
feminisme: variëteit van strategieën gebruikt door diverse groepen van vrouwen om verzet te bieden tegen onderdrukking