1C2 week 4 Flashcards

1
Q

hoeveel koolhydraten eet je bij een very low carbohydrate dieet en een low-carbohydrate dieet?

A

very low: 20-50gr, niet minder anders word je ketogeen
low: < 130gr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de aanbevolen hoeveelheid?

A

gemiddelde behoefte + 2x de standaarddeviatie van de gemiddelde behoefte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de aanvaardbare bovengrens?

A

bovengrens van inname waarbij ongewenste effecten optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

door welke redenen hebben alcoholisten vitaminetekorten?

A
  • gebrek aan eetlust door caloriebehoefte gedekt
  • de resorptie van vitamines is gestoord
  • ontregelde stofwisseling en leverschade
  • verminderde opslag vitamines
  • versnelde afbraak en activatie vitaminen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de gunstige werkingen van vezels?

A
  • verlengt verzadigingsgevoel
  • verlaagt glycemische index
  • verlaagt LDL-cholesterol
  • bevordert stoelgang
  • verlaagt risico colorectaalkanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de naam van vitamine B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11?

A

B1: thiamine
B2: riboflavine
B3: niacine
B5: panthotneaat
B6: pyridoxine
B8: biotine
B11: foliumzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kunnen wij omega-3, omega-6 en omega-9 vetzuren maken?

A

nee, alleen omega-9 uit oliezuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe uiten vitamine deficienties van B1, B2, B3, B5, B6, B8?

A

Neuropathie, verminderde spiercoordinatie, verwardheid, vermoeidheid, ontsteking van de tong en mondhoeken, diarree, dermatitis, depressiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom zijn vitamines zo noodzakelijk?

A

iedere vitamine is een bouwsteen voor een co-enzym dat essentieel is in het metabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom is een te hoog vitamine B(soorten) en vitamine C niet zo erg?

A

een overschot plas je gewoon uit. behalve vitamine B12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke klachten heb je bij een vitamine C deficientie?

A
  • scheurbuik
  • verstoorde collageenvorming
  • huidbloedingen
  • neusbloeding
  • gezwollen en ontstoken tandvlees
  • tanduitval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke metabole pathways zijn verstoord bij vitamine B1 tekort?

A
  • Pyruvaat dehydrogenase: aerobe glycolyse gestoord (pyruvaat -> acetyl-CoA)
  • Alfa-ketoglutaraatdehydrogenase: citroenzuurcyclus gestoord (a-KG -> succinyl-CoA)
  • Vertakt alfa-ketozuur dehydrogenase (katalyseren de oxidatie van vertakte aminozuren Val, Leu en Ile): aminozuur afbraak gestoord
  • Transketolase: pentose-fosfaat shunt gestoord
  • Acetylcholine synthese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke metabole paden zijn verstoord bij een vitamine B6 deficientie?

A
  • Transaminases: gluconeogenese en ureumcyclus zijn gestoord
  • Phosphorylase: glycogenolyse is gestoord
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het nut van het pentose-fosfaat pad in erytrocyten?

A

om het glutathion op peil te houden d.m.v. NADPH productie en glutathion beschermt je tegen oxidatieve stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welk pad krijg je in de pentose-fosfaat pathway als je
- ribose-5-fosfaat en NADPH nodig hebt
- ribose-5-fosfaat, maar geen NADPH nodig hebt
- je NADPH en ATP nodig hebt

A
  • oxidatieve deel
  • reversibele deel
  • oxidatieve en reversibele deel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

in het schema:
waar komt alanine, glutamaat en glycerol binnen?

A

alanine bij pyruvaat
glutamaat bij oxaalacetaat
glycerol bij dihydroxyacetonfosfaat

17
Q

welk enzym is het sleutelenzym van de ureumcyclus?

A

carbomoylfosfaat synthetase-1

18
Q

wat is de functie van carnitine?

A

transport van de vetzuren over het mitochondriale binnenmembraan