1C1 week 2: tractus digestivus: van slokdarm tot anus Flashcards
m. sphincter pylori
scheidt antrum van duodenum
reguleert transport van maag naar duodenum
voorkomt reaurgitatie naar maag
m. sphincter ileocaecalis
tussen ileum en caecum
ileumrek zorgt ervoor dat sphincter opengaat
m. sphincter analis interna
rekking rectum > relaxatie m. sphincter analis interna
m. sphincter analis externa
als ontlasting niet mogelijk is > contractie m. sphincter analis externa
pylorusstenose
door hypertrofie circulaire en longitudinale spieren bij overgang maag en duodenum > hypertrofie maagwand > braken
peptic ulcer disease
disfunctionerende pylorus > duodenale zweren door maagzuur en maagzweren door gal
ulcera duodeni
vaak door infectie helicobacter en NSAIDs gebruik
normale - licht verhoogde zuurproductie
gevolg: bloedingen, perforaties en strictuur vorming
ulcera ventriculi (maag)
vaak uiting van maligniteit
vaak door infectie helicobacter en NSAIDs gebruik
verminderde zuurproductie
pan-gastritis (hele maag)
Zollinger-Ellison syndroom
gastrine producerende endocriene tumor in pancreas / wand dunne darm > meer zuurproductie maag
Dysfagie
passage klachten slokdarm door spierproblemen, neurale problemen of tumoren
Achalasie
verlies ganglioncellen > disfunctie inhibatoire neuronen distale oesophagus
geen peristaltiek en geen LES relaxatie
Hierdoor blijft voedsel in oesophagus > dilatatie
Mucosa maag
epitheel van klierbuizen, bevat slijmbekercellen
lamina propria
musculaire mucosae: leegdrukken cellen
submucosa maag
bindweefsel
cellen Schwann
plexus submucosus
vet
lymfevaten
bloedvaten
tunica muscularis
spierlagen binnen naar buiten:
transversaal
circulair
longitudinaal
met plexus myentericus
adventitia serosa maag
bindweefsel, zorgt voor samenkleving tijdens beweging
cellen duodenum
enterocyten
gobletcellen
entero-endocriene cellen: produceren hormonen
paneth-cellen: productie lysozomen en peroxides en ondersteuning stamcellen
verschil ileum duodenum
ileum diepere darmplooienb
ileum geen klieren van Brunner in submucosa
ileum heeft dichte plekken van lymfocyten > peyer’s patches
verschil colon ileum
colon meer slijmbekercellen, minder enterocyten
functies maagzuur
destructie pathogenen
denaturatie toxische eiwitten
denaturatie voedingseiwitten
omzetting pepsinogeen naar pepsine en activatie lipase
co-secretie IF
stimulatie maagzuurproductie
gastrine (G-cellen) en Ach stimuleren afgifte histamine
Histamine stimuleert parietale cellen tot aanmaak HCl
Remming maagzuurproductie
somatostatine (D-cel), secretine, GIP en PGE2 remmen pariëtale cel en G-cel
Hoe wordt D-cel geactiveerd?
door zoutzuur, HCl en CCK (duodenum)
cephale fase maagzuursecretie
n. vagus en Ach stimuleren maagzuursecretie
zien, ruiken en voelen voedsel
gastrale fase maagzuursecretie
stimulatie maagzuursecretie door aanwezigheid peptide, aminozuur en rek maagwand
remming door pH < 5
intestinale fase maagzuursecretie
aminozuren en rek in duodenum zorgen voor stimulatie gastrine > zuurproductie
Lipiden en vetzuren in duodenum zorgen voor vrijkomen CCK, secretine en GIP > remming zuursecretie
zuur in duodenum zorgt ook voor inhiberen zuursecretie