1B3 week 15 Flashcards
8 stappen ademhalingsketen
- Convectief gastransport door de leidende luchtwegen
- Gasmenging in de alveolaire ruimte
- Diffusie
- Pulmonale circulatie
- Gehele circulatie en hartfunctie
- Spieren
- Diffusie
- Mitochondrien
Hemodynamiek tijdens inspanning
- Systolische bloeddruk stijg
- HF stijgt
- Diastolische bloeddruk blijft constant
- Slagvolume stijgt
- Verhoging HMV
- Perifere vaatweerstand daalt
Bohr effect
In actieve spierregio’s stijgt de temperatuur door verbranding, daalt de pH en stijgt de pCO2, hierdoor staat hemoglobine makkelijker zuurstof af
Saturatie is afhankelijk van: pH, temperatuur, pCO2 en 2,3-BPG
Maximale HF
220-leeftijd
Respiratoire quotient (R/Q)
Co2 afgifte gedeeld door O2-opname
RQ > 1 anaerobe verbranding
RQ = 1 worden 6 koolhydraten verbrand
Aerobe energie (per mol voedingsstof)
18 x E anaeroob
Maximale AMV
FEV1 x 40
Dyspneu-index
Het quotient van het actuele AMV / maximale AMV
Cardiac output
Slagvolume x hartfrequentie
Mechanische efficientie
Arbeid / totale energie verbranding = 24%
Klinische tekenen van hartfalen
Tachycardie, crepitaties of wheezing (piepen), oedeem, ascites (oedeem in buik), verhoogde centraal veneuze druk, hepatomegalie (vergrote lever), verplaatste apex, cachexie (extreme magerheid) an afname spiermassa
Ejectiefractie
(Einddiastolisch volume (EDV) - eindsystolisch volume (ESV)) / EDV x 100%
3 oorzaken dysfunctie van het hart
- Primair hartspier probleem
- Overbelasting van de hartspier
- Instroombelemmering
Oorzaken van hartfalen (3)
- Coronairlijden
- Hypertensie
- Cardiomyopathie
Wet van Frank-Starling
Naarmate de preload stijgt, zal de cardiac output ook stijgen door uitrekking van de sarcomeren
Preload
Hoeveelheid bloed aanwezig in de linkerventrikel op het moment dat het hart gaat samentrekken = einddiastolisch volume
Afterload
De weerstand waartegen het hart moet contraheren
Hoe hoger de afterload, hoe lager de cardiac output
Welk effect heeft een lage cardiac output op RAAS?
RAAS wordt geactiveerd, hierdoor wordt renine afgifte gestimuleerd wat via antiotenisine II zorgt voor vasoconstrictie en via aldosteron voor vocht- en zoutretentie
Medicijnen hartfalen (5)
- Beta blokkers
- Vasodilatoren
- Diuretica
- Inotropica
- RAAS blokkers, ACE-I, ARB
Systolische dysfunctie
Afgenomen contractie, verlaagde ejectiefractie, symptomen en tekenen hartfalen
Diastolische dysfunctie
Vullingsprobleem
Goede ejectiefractie, maar lage cardiac output, symptomen en tekenen hartfalen
Backward failure
Sprake van een snel oplopende einddiastolische druk
In het linkerventrikel zorgt deze verhoogde druk voor een verhoogde druk in het linkeratrium
Forward failure
Sprake van lage cardiac output, waardoor hypotensie kan ontstaan met onvoldoende perfusie van de weefsels
Aortaklepstenose
Linkerventrikelwand verdikt
Mitralisklepstenose
Linkeratrium verdikt
Pulmonalisklepstenose
Rechterventrikelwand verdikt
Tricuspidalisklepstenose
Rechteratrium verdikt
Klepstenose
De klep opent minder goed, dit leidt tot drukbelasting van de hartholte voor de stenose
Klepinsufficientie
De klep sluit minder goed, wat leidt tot een volumebelasting voor en achter de insufficientie
Aortaklepinsufficientie
Linkerventrikel en aorta dilateren