19. Therapie Flashcards

1
Q

het consulteren van een medisch specialist gebeurt doorgaans

A

op verwijzing van een arts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekend overdiagnostiek

A

dat meer diagnostisch onderzoek plaatsvindt dan zinvol is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is het placebo-effect in de beleving van chronische pijn een reeel aspect in de symptomatische behandeling van pijn

A

ja dit is een reeel effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het holistisch mensbeeld

A

een onderscheidend aangrijpingspunt in de alternatieve gezondheidszorg in vergelijking tot reguliere zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar kunnen psychische klachten op berusten

A

op biologische processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar is vaccinatie een voorbeeld van

A

preventieve therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar worden sedativa voor gebruikt

A

onder meer in de palliatieve therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

is speltherapie een experimentele therapie

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is sedativa

A

Sedativa zijn bewustzijnsverlagende geneesmiddelen. worden ook gebruikt bij hinderlijke nervositeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Palliatieve therapie

A

Behandelingen om de ziekte remmen en/of klachten te verminderen heten palliatieve behandelingen. Voorbeelden van palliatieve behandeling bij kanker zijn chemotherapie, doelgerichte therapie, immunotherapie, bestraling of een operatie. Ook kun je medicijnen krijgen, bijvoorbeeld tegen misselijkheid of pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een voorbeeld van onderhoudstherapie

A

gebruik van bloeddrukverlagende medicijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het aangrijpingspunt van geneesmiddelen (medicijnen)

A

op het niveau van moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

op welk niveau grijpt stralingstherapie aan

A

op het niveau van moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar berust de therapeutische werking van een medicijn op

A

zijn meleculaire structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is voornamelijk het gevolg van bijwerkingen van medicijnen

A

te hoge dosering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is de controle op bijwerkingen van medicijnen bij een patient wettelijk vastgesteld bij de voorschrijvende arts

A

nee dit is niet wettelijk vastgesteld

17
Q

Bestrijden ontstekingsremmende medicijnen ook de oorzaak van de ontsteking

A

nee, ze werken remmend

18
Q

plastabletten (diuretica) worden als medicijn gebruikt tegen

A

een hoge bloedduk

19
Q

NSAID’s zijn alleen pijnbestrijdend

A

nee zowel pijnbestrijdend als ontstekingsremmend

20
Q

NSAID’s

A

pijnstillers die ook ontstekingsremmend werken

21
Q

Is prednison een medicijn wat is afgeleid van een natuurlijk hormoon

A

ja

22
Q

Corticosterioiden waar wijst dit op

A

de structuur en de productieplaats van de betreffende groep hormonen

23
Q

Heeft prednison een algemeen stimulerende invloed op het immuunsysteem

A

nee

24
Q

Wat is een bijwerking van prednison

A

botontkalking

25
Q

Hoe wordt het verwijderen van een deel van een orgaan genoemd

A

een resectie

26
Q

Laparoscopie

A

kijkoperatie in de buik

27
Q

Is bij toeding van verdoving via het ruggenmerg de patient buiten bewustzijn

A

nee

28
Q

Wat is een fistel

A

een verbinding tussen een ontstekingshaard en de omgeving

29
Q

Wat is een stoma

A

een kunstmatige uitgang van een buisvormig orgaan

30
Q

Chemotherapie in de behandeling van kanker werkt op basis van bestraling

A

chemotherapie is medicatie tegen kanker

31
Q

Kunnen chemo en stralingstherapie gelijktijdig worden toegepast

A

ja dat kan

32
Q

Wordt de behandeling van borstkanker bepaald aan de hand van leeftijd

A

nee

33
Q

Wat betekend hormoongevoeligheid van borstkanker

A

dat de delingspotentie van de kankercellen beinvloed wordt door het betreffende hormoon

34
Q

Is de vijfjaarsoverleving van een bepaalde soort kanker een statisch gegeven

A

ja

35
Q

Wat zegt het 5 jaarsoverleving voor de patient

A

zegt iets over de kans om over 5 jaar nog in leven te zijn