1.5 Telwoorden Flashcards
1
Q
0
A
nul
2
Q
1
A
één
3
Q
2
A
twee
4
Q
3
A
drie
5
Q
4
A
vier
6
Q
5
A
vijf
7
Q
6
A
zes
8
Q
7
A
zeven
9
Q
8
A
acht
10
Q
9
A
negen
11
Q
10
A
tien
12
Q
11
A
elf
13
Q
12
A
twaalf
14
Q
13
A
dertien
15
Q
14
A
veertien
16
Q
15
A
vijftien
17
Q
16
A
zestien
18
Q
17
A
zeventien
19
Q
18
A
achttien
20
Q
19
A
negentien
21
Q
20
A
twintig
22
Q
21
A
eenentwintig
23
Q
22
A
tweeëntwintig
24
Q
30
A
deertig
25
40
veertig
26
50
vijftig
27
60
zestig
28
70
zeventig
29
80
tachtig
30
90
negentig
31
100
honderd
32
1000
duizend
33
Wat is je huisnummer?
Mijn huisnummer is 22.
34
Wat is je telefoonnummer?
1234567890
35
Wat is je geboortedatum?
Mijn geboortendatum is zeventien januari twee duizend en twee.
