1.4 Onderdrukken van de hoestreflex Flashcards

1
Q

Wat is de functie van hoesten?

A

= fysiologische beschermende reflex omde luchtwegen te klaren van geaccumuleerde mucus of afwijkende inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer zijn anti-tussiva geCONTRAindiceerd?

A

Bij een productieve hoest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer wel anti-tussiva gebruiken?

A

onderliggende oorzaak Alleen bij droge (niet-productieve) hoest en/of aanhouden hoest die fysiek belastend is voor de patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn anti-tussiva?

A

Middelen die de hoestreflex onderdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doet codeïne?

A

= opioïd

  • meest toegepast
  • algemeen: zeer potente analgetische eigenschappen (perifeer én centraal)
  • remmen pijnprikkels;sedatief; anti-tussief effect
  • zwakke analgetische eigenschappen en relatief sterk effect op de hoestreflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn perifere effecten van codeïne?

A

remmen motiliteit van het MDK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de meest voorkomende bijwerking bij codeïne?

A

Obstipatie; verder: evt. centrale bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Controleren van infectie

A

Zie ‘antibiotica at a glance’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly