1.3 Faciliteren van de afvoer van mucus Flashcards
1
Q
Functie mucus
A
- wegvangen geïnhaleerde deeltjes
- slijmvlies bevochtigen
- mechanische en immunologische protectie van het slijmvlies
- daarnaast: trilhaarepitheel, hoestreflex
2
Q
Wat doen mucolytica?
A
verlagen van viscositeit door afbraak disulfide bruggen of mucopolysachariden
- per os of inhalatie
- zijn relatief irriterend voor de luchtwegen en kunnen bronchoconstrictie veroorzaken
- icm AB: betere passage antibiotica, zodat deze in een hogere concentratie de bacteriën bereiken
3
Q
Waaruit bestaat bronchiaal secreet?
A
uit water en een complex netwerk van oa mucopolysachariden en glycoproteinen, onderling verbonden door zwavelbruggen; visco-elasticiteit of taaiheid van mucus wordt bepaald door hoeveelheid water en aantal zwavelbruggen
4
Q
Toepassing acetylcysteïne
A
= mucolyticum
- heeft structuur met vrije SH- groep en vermindert de viscositeit van de mucus door vorming van zwavelbruggen in glycoproteinen tegen te gaan
- per os
- wordt na orale toediening in de lever en darmwand snel gedeacetyleerd tot cysteïne, een precursor in biosynthese van glutathion; daarom ook toegepast ter verhoging van glutathion reserve (bijv bij intoxicaties); tevens conjugeren met verschillende toxische verbindingen; speelt verder een rol bij het elimineren van vrije radicalen
5
Q
Toepassing broomhexine
A
= mucolyticum
- verbreekt de in het slijm aanwezig mucopolysacharidevezels (verhoogde hydrolyse)
- per os
6
Q
Waarop is de werking van verdampers gebaseerd?
A
verlagen van viscositeit door water toe te voegen aan het aanwezige mucus en zo de viscositeit te verlagen en afvoer te verbeteren
7
Q
Waarop is de werking van expectorantia gebaseerd?
A
- verlagen viscositeit door vagale prikkelingl
- na orale toediening –> prikkeling maagslijmvlies waarna een vagale reflexboog verantwoordelijk is voor verhoogde bronchosecretie –> groter volume en meer waterig secreet
- Bijv: guaifenisine en kaliumjodide