14. Autosnelwegen Flashcards

1
Q

Wat staat er op de rode en groene bordjes op een autosnelweg?

A

Rood: nationaal routenummer
Groen: inernationaal nummer van een Europese hoofdroute

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de minimumsnelheid die motorvoertuigen op de autosnelweg moeten mogen en kunnen rijden?

A

60 km/uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Autosnelweg met drie of meer rijstroken: welke rijstro(o)k(en) mag een samenstel van voertuigen (bv. auto met aanhanger) dat langer is dan 7 m gebruiken?
En een vrachtauto?

A

Uitsluitend de twee meest rechts gelegen rijstroken.

Hetzelfde geldt voor vrachtauto’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent een rechthoekig bord met schuine witte en zwarte strepen? (Bord 81d)

A

De vluchtstrook versmalt of eindigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ver voor een parkeerplaats langs een autosnelweg wordt er meestal al aangegeven dat u deze plaats nadert?

A

1200 m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar ligt het zwaartepunt van een auto met een ONDERstuurd karakter.
Zal deze auto in een bocht de binnen- of buitenbocht opzoeken?

A

Het zwaartepunt ligt VOORIN.

Zoekt de BUITENBOCHT op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar ligt het zwaartepunt van een auto met een OVERstuurd karakter.
Zal deze auto in een bocht de binnen- of buitenbocht opzoeken?

A

Het zwaartepunt ligt ACHTERIN.

Zoekt de BINNENBOCHT op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Autosnelweg: wat geeft een U-bord aan?

A

De U-borden geven vaste uitwijkroutes aan, voor in het geval van een afsluiting van een autosnelweg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Weefstrook autosnelweg: moet de invoegende of uitvoegende bestuurder de ander voor laten gaan?

A

De INVOEGENDE bestuurder moet de uitvoegende bestuurder voor laten gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een CADO en waar is het voor?

A

Calamiteitendoorsteek.
Voor het opklappen van een deel van de vangrail in de middenberm van een weg. Hoofdzakelijk bedoeld voor het doorlaten van hulpverleningsvoertuigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Autosnelweg: op welke afstanden staan de bewegwijzeringsborden voor een uitrijstrook?

A
  1. 1200 m
  2. 600 m
  3. 300 m
  4. Bij het begin van de uitrijstrook
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly