10. Kruispunten en het verlenen van voorrang Flashcards

1
Q

Moet je op een kruispunt van gelijkwaardige wegen voorrang verlenen aan trams

  • van links?
  • van rechts?
A
  • van links: ja

- van rechts: ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar wordt het bord voorrangsweg geplaatst t.o.v. een verharde zijstraat

  • binnen de bebouwde kom?
  • buiten de bebouwde kom?

Waar heeft dit mee te maken?

A
  • binnen de bebouwde kom: vóór het kruispunt
  • buiten de bebouwde kom: na het kruispunt

Dit heeft betrekking op het wel of niet mogen parkeren op de rijbaan van deze wegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer mag je een militaire colonne of uitvaartstoet doorkruisen?

A

Op voorrangswegen, voorrangskruispunten en op rotondes waar het verkeer op de rotonde voorrang heeft.
Dit heeft er mee te maken dat verkeerstekens (de voorrangsborden) boven de verkeersregels (verbod doorsnijden) gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe luidt de hoofdregel van voorrang?

A

Op gelijkwaardige kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan de voor hen van rechts komende BESTUURDERS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly