1. Begripsbepalingen Flashcards

1
Q

Wat is verkeer?

A

Verkeer zijn alle weggebruikers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn weggebruikers?

A
Eigenlijk iedereen:
Voetgangers
Geleiders van rij- of trekdieren of vee
Bestuurders van:
- fietsen
- brom- en -snorfietsen
- gehandicaptenvoertuig
- motorvoertuig
- tram
- paard
- bespannen of onbespannen wagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voor wie gelden de regels voor wagens?

A
Weggebruikers
Voor zover deze de rijbaan volgen: door voetgangers gevormde:
- colonnes
- optochten
- uitvaartstoeten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig rijdt op een voetpad of trottoir, of steekt over van het ene naar het andere voetpad of trottoir.
Gelden de regels voor wagens of voor voetgangers voor deze bestuurder?

A

In dit geval gelden de regels voor voetgangers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Valt een kind op een kinderfietsje onder de regels voor wagens of de regels voor voetgangers?

A

Een kind op een kinderfietsje wordt als voetganger beschouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vanaf welke leeftijd kan een kind een bekeuring krijgen?

A

12 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn bestuurders?

A

ALLE weggebruikers behalve voetgangers zijn bestuurders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn voetgangers?

Welke weggebruikers volgen nog meer de regels voor voetgangers? (4 items)

A

Voetgangers zijn weggebruikers die zich lopend voortbewegen.
Andere weggebruikers die de regels voor voetgangers volgen:
- gehandicaptenvoertuig op voetpad/trottoir
- mensen die een fiets, brom-, snor-, of motorfiets aan de hand meevoeren
- degene die zich verplaatst met voorwerpen die geen voertuigen zijn: rolschaatsers, skateboarders, skeelers, autopedisten, enz.
- kinderen op kinderfietsjes (< 12 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kan een motorvoertuig een bestuurder hebben die niet links in de auto zit?

A

Ja: tijdens rijonderricht met een personenauto, vrachtauto of autobus met dubbele bediening is de rij-instructeur de (juridische) bestuurder.
Hetzelfde geldt voor de rijexaminator tijdens het rijexamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de eigenschappen van motorrijtuigen?

A

Motorrijtuigen:
- bewegen zich niet langs rails voort
- bewegen deels of geheel d.m.v. mechanische kracht of elektrische tractie
Uitzondering: fiets met trapondersteuning is GEEN motorrijtuig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het maximale aantal zitplaatsen in een personenauto?

A

Acht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is een scooter een motorfiets en wanneer een bromfiets?

A

Bromfiets: maximumsnelheid 45 km/uur
Motorfiets: maximumsnelheid > 45 km/uur OF verbrandingsmotor van meer dan 50 cm^3.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer is een motorvoertuig met drie wielen niet een driewielig motorvoertuig?

A

Als het een motor met inwendige verbranding van MINDER dan 50 cm^3 heeft
OF
als het een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van minder dan 45 km/uur heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke voorzieningen moet een kampeerauto hebben om als kampeerauto beschouwd te mogen worden?
(4 items)

A
  • zitplaatsen + tafel
  • slaapaccomodatie
  • kookgelegenheid
  • opbergfaciliteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de eigenschappen van een vrachtauto?

A
  • niet ingericht voor persoonsvervoer

- toegestane maximummassa > 3500 kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de maximumsnelheid van autobussen?

A

80 km/uur

T 100-bussen mogen 100 km/uur

17
Q

Benoem de 8 soorten voertuigen.

A
  • Fietsen
  • Bromfietsen
  • Snorfietsen
  • Brommobielen
  • Gehandicaptenvoertuigen
  • Motorvoertuigen
  • Trams
  • Wagens
18
Q

Wat zijn de maximumeigenschappen van bromfietsen?

  • Aantal wielen
  • Snelheid
  • Cilinderinhoud
  • Vermogen elektromotor
A
  • Aantal wielen: 4
  • Snelheid: 45 km/uur
  • Cilinderinhoud: 50 cm^3
  • Vermogen elektromotor: 4 kW
19
Q

Een brommobiel lijkt in veel opzichten op een bromfiets. Wat maakt het een brommobiel?

A

De carrosserie.

20
Q

Wat zijn de maximumeigenschappen van fietsen met trapondersteuning?

  • Snelheid
  • Vermogen elektromotor
A
  • Snelheid: motor slaat af bij 25 km/uur
  • Vermogen elektromotor: 0,25 kW

Fietsen die tot 45 km/uur trapondersteuning bieden heten Speed-pedelec en volgen de regels van de bromfiets.

21
Q

Voorrangsvoertuigen zijn motorvoertuigen die optische en geluidssignalen voeren. Wat zijn de eigenschappen van deze signalen?

A

Optisch: blauwe zwaai-, flits- en/of knipperlichten
Geluid: Tweetonige hoorn

22
Q

Welke eisen zijn gesteld aan een militaire colonne?

A
  • EERSTE motorvoertuig: blauwe vlag aan linker- en rechtervoorzijde
  • VOLGENDE motorvoertuigen: blauwe vlag aan RECHTERvoorijde
  • LAATSTE voertuig: GROENE vlag aan rechtervoorzijde
  • ALLE motorvoertuigen: verlichting voeren met blauw licht uit de rechterkoplamp, behalve het laatste motorvoertuig, waar deze lamp groen licht uitstraalt.
23
Q

Wat is de doorgaande rijbaan?

A

De doorgaande rijbaan is de rijbaan ZONDER de invoeg- en uitrijstroken, vluchtstroken en vluchthavens.

24
Q

Welke soort markering scheidt invoeg- en uitrijstroken af van de doorgaande rijbaan?

A

Blokmarkering

25
Q

Wat is een weefstrook?

A

Combo van ingoegstrook en uitrijstrook.

26
Q

Mogen autobussen anders dan lijnbussen op de busbaan?

A

Ja, tenzij het woord LIJNBUS (i.p.v. BUS) op de rijbaan is aangebracht; dan mogen alleen bussen en trams op de busbaan.

27
Q

Wat is het onderscheid tussen een busbaan en een busstrook?

A

De busbaan is een ‘dedicated’ rijbaan; de busstrook is een rijbaanGEDEELTE dat door een doorgetrokken of onderbroken streep is afgescheiden van de rest van de rijbaan.

28
Q

Zijn fietspaden en bromfietspaden rijbanen?

A

Nee

29
Q

Is een rijstrook een deel van een rijbaan OF is een rijbaan een deel van een rijstrook.

A

Een rijstrook is een deel van een rijbaan.

30
Q

Valt de schemering onder het begrip dag of het begrip nacht?

A

Schemering = dag