126-150 Flashcards
Zin 126
Het fruit is op.Ik ga nu naar…..
The fruit is gone.I go now to…..the supermarket.
ANSWER: SUPERMARKT.
Zin 127
Het huis van Tania is heel groot.Haar huis heeft….
The house of Tania is very big.Her house has…… a Swimming pool.
ANSWER: EEN ZWEMBAD
Zin 128
Het is donker.Ik reis dan liever niet met…..
It is dark.I travel than rather not with……the bicycle.
ANSWER: DE FIETS.
Zin 129
Het is druk in de stad.Er zijn veel….
It is crowded in the city.There are many….People.
MENSEN.
Zin 130
Het is druk op de weg.Emir vind dat….
It is busy on the road.Emir finds that….annoying.
ANSWER: VERVELEND.
Zin 131
Het is druk op het station.Er zijn veel….
It is crowded at the station.There are many…..people.
ANSWER: MENSEN.
Zin 132
Het is koud in het huis van Faiz.Hij wil….
It is cold in the house of Faiz.He wants …..a sweater on put.
ANSWER: EEN TRUI AANTREKKEN.
Zin 133
Het is slecht weer.Gaan we met de……
It is bad weather.Go we with the….car?
ANSWER: AUTO.
Zin 134
Het is stil in de klas.De leerlingen….
It is quiet in the class.The pupils…..make a test.
ANSWER: MAKEN EEN TOETS.
Zin 135
Het is warm vandaag.Ana wil….
It is warm today.Ana wants….to the beach.
ANSWER: NAAR HET STRAND.
Zin 136
Het is zondag.Eva gaat op zondag altijd naar…..
It is sunday.Eva goes on sunday always to……the church.
ANSWER: DE KERK.
Zin 137
Het regent al de hele dag.William wil…
It rains already the whole day.William wants…..inside stay.
ANSWER: BINNENBLIJVEN.
Zin 138
Het regent onderweg.Marta wil…..
It rains on the go.Marta wants……an umbrella.
ANSWER: EEN PARAPLU.
Zin 139
Het vliegveld is ver weg.We gaan naar het vliegveld met…..
The airport is far away.We go to the airport with……..the car.
ANSWER:DE AUTO.
Zin 140
Hetty is klaar met koken.Ze roept….
Hetty is finished with cooking.She calls….her children.
ANSWER: HAAR KINDEREN.
Zin 141
Hue wil naar de markt.Ze gaat…
Hue wants to the market.She goes……..vegetables buy.
ANSWER: GROENTE KOPEN.
Zin 142
Ibrahim heeft een kar met spullen.Hij brengt de spullen….
Ibrahim has a cart with stuff.He takes the stuff….to the store.
ANSWER: NAAR DE WINKEL.
Zin 143
Iedereen is blij.Het is……
Everyone is happy.It is…..vacation.
ANSWER: VAKANTIE.
(Pronounced vakantSie)
Zin 144
Ik ben op zoek naar het treinstation.Kunt u mij…
I am looking for the trainstation.can you me……help.
ANSWER: HELPEN.
Zin 145
Ik ben ziek.Ik ga morgen niet…..
I am sick.I go tomorrow not…..too school.
ANSWER: NAAR SCHOOL.
Zin 146
Ik drink geen alcohol.Ik drink wel graag….
I drink no alcohol.I drink yes gladly….water.
ANSWER: WATER
Zin 147
Ik eet graag brood.Ik hou niet van…
I eat gladly bread.I do not like….Rice.
ANSWER: RIJST.
Zin 148
Ik eet nooit druiven.Ik vind Druiven…..
I eat never grapes.I find grapes….not tasty.
ANSWER: NIET LEKKER.
Zin 149
Ik eet nooit kip.Dat vind ik….
I eat never Chicken.That find i……..not tasty.
Zin 150
Ik ga een taart maken.Wil jij…..
I go a cake make.Want you…..help?
ANSWER: HELPEN.
Zin 150.1
Hiba houdt van katten.Ze houdt niet van……
Hiba love cats.She love not…….dogs.
ANSWER: HONDEN.
