12.3 Hormonen recyclen botten Flashcards
Wat is de rol van calciom (ca2+) in het lichaam?
Ca2+ -ionen zijn actief als secundaire boodschapper in cellen, zijn betrokken bij de overdracht van de impulsen in het zenuwstelsel en bij de samentrekking van spieren.
Wat gebeurd bij een te hoge of te lage calcium concentratie in je lichaam?
- Bij een te laag Ca2+ -gehalte onttrekt het lichaam calcium aan de botten. De botten verzwakken en er kan botontkalking optreden (osteoporose).
- Een te hoog Ca2+ -gehalte kan maag- en darmklachten veroorzaken.
Hoe reageren de schildklier en de bijschildklieren op de concentratie van calcium in het bloed?
- Receptoren in de celmembranen van de cellen van de schildklier reageren op de Ca2+ -concentratie in het bloed.
Zodra de concentratie te hoog is dan geven de schildkliercellen calcitonine af. - De bijschildklieren hebben ook Ca2+ receptoren in hun celmembranen. Bij een lage concentratie scheiden de bijschildklieren het parathormoon (PTH) af.
- De hormonen calcitonine en PTH werken als antagonisten.
Waar zorgt calcitonine voor?
Wordt uitgescheden door de schildklier.
Calcitonine wordt afgescheden door de schildklier bij een hoge Ca2+ -concentratie.
Calcitonine stimuleert de botcellen om Ca2+ op te nemen uit het bloedplasma en remt de cellen van de nefronen om Ca2+ uit de voorurine te halen. Dit zorgt er voor dat de Ca2+ de concentratie in het bloedplasma daalt.
Waar zorgt het parathormoon voor?
Wordt uitgescheden in de bijschildklieren
Bij een lage concentratie Ca2+ scheiden de bijschildklieren parathormonen (PTH) af. Het Parathormoon zorgt er voor dat Ca2+ vrij komt uit de botten en dat de nefronen meer Ca2+ opnemen uit de voorurine.
PTH stimuleert ook de cellen van de nefronen tot de vorming van actief vitamine D. Vitamine D stimuleert de darmcellen tot extra opname van Ca2+ uit het voedsel.
Onder invloed van zonlicht maken je huidcellen inactief vitamine D aan. In de lever wordt dit pas omgezet tot actieve vitamine D.
Wat zijn antagonisten?
Antagonisten zijn hormonen met een tegengestelde werking, bijvoorbeeld insuline en glucagon.
Hoe werkt de botafbraak en de botvorming?
- osteoclasten zijn grote samengesmolten cellen met veel kernen die met behulp van zuren botweefsel afbreken. Hierdoor komt Ca2+ vrij. Osteoclasten bevinden in je witte bloedcellen
- Hierna komt osteoblasten in actie die nieuw botweefsel vormen. Osteoblasten worden geactiveerd door groeihormonen en groeifactoren. Ze maken callogeen (eiwit waar bot uit bestaat) en versterken dit met calciumfosfaatverbindingen.
- De osteoblast komt na een tijdje in het bod te liggen, omringd door het zelf gemaakte botmateriaal. De cel heet nu een osteocyt en is niet meer heel actief.
Wat is de invloed van PTH op de botten?
PTH wordt afgegeven als er een lage Ca2+ -concentratie is. Osteoblasten hebben receptoren voor PTH en maken onder invloed van PTH groeifactoren die de ontwikkeling van osteoclasten stimuleren. Hierdoor vormt er botafbraak na een tijdje en komt Ca2+ vrij.
PTH stimuleert dus indirect de botafbraak.
Wat is de invloed van Oestrogenen en testosteron op de botten?
-
Oestrogeen gaat op twee manieren de botafbraak tegen:
1. Indirect; Remt de productie van de groeifactoren door de osteoblasten, waardoor er minder actieve osteclasten zijn.
2. Direct; remt de activiteit van de osteoclasten en kunnen deze aanzetten tot celdood - Testosteron heeft een vergelijkbare werking, maar de hoeveelheid neemt op latere leeftijd niet zo erg af als bij vrouwen wat er voor zorgt dat osteoporose minder vaak bij mannen voorkomt.