1. Bewijs en overtuiging van de rechter Flashcards
Wat is rechtspsychologie?
Rechtspsychologie | is studie van gedrag dat onder invloed van het recht staat of zou moeten staan & studie van het recht als een gedragstechnologie.
- Recht = normatief
- Psychologie = descriptief
Wat houdt het experiment Elisabeth Loftus in?
Experiment Elisabeth Loftus | geheugen en de invloed van suggestie. Bij dit experiment stond de vraag centraal hoe hard de auto’s reden toen ze tegen elkaar knalden/botsten/raakten.
* Waarom is dit experiment relevant voor de rechtspraktijk?
o Het geheugen van getuigen
o Getuigen helpen herinneren
o Suggestie tijdens het verhoor
Wat houdt het Asch experiment van 1955 in?
experiment gaat om ‘group confirmity’ (conformiteit/compliance). In het experiment is er een experimentele opzet van groepen van 4-10 personen, waaronder één onwetende proefpersoon. In het experiment moeten de kandidaten vertellen welke lijn even lang is als de meest linkse lijn. De groep zal expres de verkeerde lijn aanwijzen. Gaat de onwetende proefpersoon mee met de groep of zal hij de goede lijn aanwijzen is de vraag van het experiment.
* Uitkomst van het experiment: we gaan mee met het antwoord van de groep, dus ook al weten we het goede antwoord zullen we mee gaan met het ‘foute’ antwoord die de groep zegt.
* Waarom is dit experiment relevant voor de rechtspraktijk? | het gaat over tunnelvisie + denken en beslissen van groepen in Sr, bijv: Raadkamer/getuigen/slachtoffers.
Hoe noem je de beslissing als de rechter een verdachte veroordeelt en de verdachte daadwerkelijk schuldig is?
correct
Hoe noem je de beslissing als de rechter een verdachte veroordeelt en de verdachte daadwerkelijk onschuldig is?
foutpositief
Hoe noem je de beslissing als de rechter een verdachte vrij spreekt en de verdachte daadwerkelijk schuldig is?
foutnegatief
Hoe noem je de beslissing als de rechter een verdachte vrij spreekt en de verdachte daadwerkelijk onschuldig is?
correct
Wat kan er gesteld worden over wettig en overtuigend bewijs
Wettig bewijs IS NIET overtuigend bewijs!
Het ene bewijs draagt sterker bij aan de overtuiging van de rechter dan het andere. Ofwel het ene bewijs maakt een adequater onderscheid tussen schuldigen en onschuldigen dan het andere.
Bewijswaarde verschilt = diagnostische waarde van bewijs verschilt
Hoe kan de sterkte van bewijs worden aangegeven?
- Bewijswaarde
- Bewijskracht
- Aannemelijkheidsverhouding
- Steun voor rivaliserende hypotheses
- Diagnostische waarde
Wat is de diagnostische waarde van bewijs?
o Wat is de diagnostische waarde van bewijs?
-> Mate waarin het steun verleent aan de gedachte dat verdachte schuldig is.
Hoe waarschijnlijk is dit bewijs als verdachte de dader is?
-> Tegenover de mate waarin het steun verleent aan rivaliserende hypothese.
Hoe waarschijnlijk is dit bewijs als een ander de dader is?
o Wat is de DW van herkenning in een Oslo-confrontatie?
Hoe waarschijnlijk is het aanwijzen van verdachte als deze de dader is, tegenover hoe waarschijnlijk is aanwijzen van verdachte als deze niet de dader is?
DW = correcte herkenningen / foutpositieven