Zuren & Basen Flashcards
Wat kun je zeggen over de PH-schaal en de waarden in relatie tot zuurgraad?
De PH-schaal loopt van 0 - 14. Hoe hoger de PH-waarde, hoe basischer de oplossing. Hoe lager de PH-waarden, hoe zuurder.
Maar ook: Hoe hoger de concentratie H+-ionen, hoe lager de zuurgraad en dus de PH-waarde.
(Hoge zuurgraad = hoge PH-waarde = basisch ipv zuur…!)
Wat zijn kenmerkende eigenschappen van een zure oplossing?
- Zure oplossingen kunnen elektrische stroom geleiden, dus moeten ze losse ionen bevatten;
- Zure oplossingen bevatten altijd H+-ionen. In de scheikunde wordt ofwel van H+, ofwel van H3O+ gesproken, wat beide hetzelfde inhoudt.
- Een zuur is een deeltje dat een H+-ion kan afstaan
Noem achtereenvolgens de formules van
- waterstoffluoride
- waterstofchloride
- waterstofbromide
- oxaalzuur
- azijnzuur
Waterstoffluoride = HF(g)
Waterstofchloride = HCl (g)
Waterstofbromide = HBr (g)
Oxaalzuur = H2C2O4 (s)
Azijnzuur = CH3COOH(l)
Sterke en zwakke zuren
11.4
Basen
11.5
Sterke en zwakke basen
11.5
Zuur-basereactie
11.6
pH-waarden berekenen
11.9-11.10
Wat is het verschil tussen een sterk en een zwak zuur?
Bij het oplossen van een sterk zuur ioniseren álle zure deeltjes in een aflopende reactie.
vb: HCl (g) –> H+ (aq) + Cl- (aq)
Bij het oplossen van een zwak zuur ioniseren maar weinig zure deeltjes in een evenwichtsreactie.
vb: HF (g) <==> H+ (aq) + F- (aq) = HF (aq)