Zinnetjes Flashcards
1
Q
Wil je thee?
A
Chai mikhai?
2
Q
Ik wil thee
A
Chai mikham
3
Q
Waar ga je naar toe?
A
Koja miri?
4
Q
Waar ben je?
A
Kojai?
5
Q
Wat ben je aant doen?
A
Che kar mikoni?
6
Q
Ik weet het
A
Midoonam
7
Q
Ik weet niet
A
Nemidoonam
8
Q
Ik weet het niet / Weet ik veel!?
A
Chemidoonam
9
Q
Wat eet je?
A
Chi mikhori?
10
Q
Wat wil je eten?
A
Chi mikhai bokhori?
11
Q
ik ga naar de winkel
A
Man miram maghaze
12
Q
Is de winkel open?
A
Maghaze baze?
13
Q
Ik ben fier op jou
A
Man be to eftekhar mikonam
14
Q
Dit is mijn vader
A
In pedare man ast
15
Q
Ik heb een auto / Ik heb een hobby
A
Man yek maashin daaram / Man yek sargarmi daaram