Voegwoorden Flashcards
1
Q
En
(De tafel en de stoel)
A
Va
(Miz va sandali)
2
Q
Of
(De stoel of de tafel)
A
Ya
(Sandali ya miz)
3
Q
Maar
(Ik wil werken maar ik ben moe)
A
Vali / Ama
(Man mikham kar konam ama khastam)
4
Q
Omdat
(Ik kan niet werken omdat ik moe ben)
A
Zira / spreektaal is Chon
(Man nemitoonam kar konam zira khastam)
5
Q
Want
(Ik ga slapen want ik ben moe)
A
Chon
(Man miram bekhabam chon khastam)